4. had. zichzelf tegen werkloosheid verzekerd en daarom werd hem maar 1 week wachtgeld uitgekeerd,terwijl zijn makkers,die zich niet ver zekerd hadden,het volle wachtgeld kregen. Burgemeester en Wethouders zeggen nu aan het raadsbes—uit van 17 Februari 1922 geen andere uit voering te lcunnen geven en verwijzen tevens naar het rapport van den Directeur der .arbeidsbeurs van 6 Augustus 1927. Spreker merkt echter op, datin tegenstelling met dit rapport,in het rapport van dien Direc teur van 28 Juni 1927 wel gesproken wordt van onbillijkheid tegenover van Dort. Jaar van Dort nog geruimen :ija werkloos geweest is, doet sprekei het voorstel on heu alsnog l/<3 van zijn wachtgeld uit te kee- ren,waarop nij z.i. recht heeft. De heer SCHEEEELAAR zegt,dat het juist is hetgeen in het advies staat. Ar werden 14 arbeiders ontslagen,waarvan er 4 georganiseerd waren. Van Dort ontving daarna een week wachtgeld van de gemeente en daarna niets meer, terwijl de anderen gedurende den geheelen termijn wachtgeld ontvingen. De onbillijkheid zit nu hierin,dat van Dort eigen- lij- van de organisatie het geld heeft terug ontvangen,dat hij zelf voor eventueele werkloosheid had gestortterwij1 de andere arbeiders alles van de gemeente gekregen hebben. Spreker voelt er dan ook wel vvorom aan van Dort alsnog eene 'vergoeding te geven. De heer KRUIZE zou willen we ten,of van Dort bij de organisatie was aangesloten of bij een particuliere verzekering, 7/as het een particu liere verzekering,dan heeft hij alsnog recht op den toeslag,maar was het een organisatiedan zou hij,wanne er de gemeente eventueel het be drag nog ui tkeer de di t toch aan de organisatie moeten teruggeven. De heer SIMONS gelooft dat de vorige sprekers de zaak verwarren met het raadsbesluit. Er werd besloten aan georganiseerden steun te gevenwanne er ze beneden de f.15,uit den vakbond ontvingen. Van Dort kreeg dit bedrag van f.15,--, de anderen niet,en daarom is aan die anderen van gemeentewege een bedrag bijbetaaldwaardoor ze ook tot f.15,-- kwamen. Volgens het vroeger genomen raadsbesluit kan thans aan van Dort niets worden uitgekeerd,tenzij dat raadsbesluit alsnog wordt mge trokken. De heer MUSTERS zegt er ook voor te zijn om den man een kleine ver goeding te geven,zulks te meer,omdat deze man den geest des tijds be grepen en zich georganiseerd had. Voor zijn contributie heeft hij toen later een uitkeering bij werkloosheid gekregen. Spreker steunt daarom het voorstel van den heer Demmers om van Dort alsnog een derde deel van het wachtgeld uit te koeren. De heer HARMSEN me entdatwanne er men de zaak goed bekijkt,in de stukken eigenlijk staat,dat er een vrijwillige verzekering was gesloten waarvan een dergelijk bedrag werd uitgekeerd.dat de gemeente niets meer behoefde te geven. Vanneer dat echter juist is,dan is het raadsbesluit daarop niet van toepassingwant wanheer men het wel zou toepassen,zou men een groote onbillijkheid begaan. Er v/erd een steunregeling vast gesteld waardoor een uitkeering gegeven werd gedurende 10 weken tot een bedrag van f.15,--,of van een bedrag dat afhing van het al of niet georganiseerd zijn. Zoo ziet spreker het tenminste. De georganiseerden kregen f.15,-- en de anderen f.11,--. Maar zooals het nu is,kreeg van Dort niets. De andere georganiseerden kregen wel wat en de overigen, die ongeorganiseerd waren,kregen alles. Men zal de onbillijkheid die hierin zit,toch wel zien. Deze onbillijkheid is ook opgemerkt door den Directeur der Arbeidsbeurs in zijn rapport van 29 Juni 1927 met daarby gegeven advies. Dit advies trekt de Directeur later weer wel in,nadat hij kennis genomen had van het raadsbesluit van 1922,doch dit neemt de onbillijkheid niet weg. Spreker meent dan ook,dat er aan van Dort een schadeloosstelling gegeven moet worden. De man is zoo flink geweest om zich te organiseeren en daardoor tegen werkloosheid te verzekeren en dan gaat het volgens spreker niet aan,om hem van gemeentewege niets te geven, terwij 1 de ongeorganiseerden het wachtgeld wel kregen. De heer VERBIEST zegt,dat deze geschiedenis hem al lang bekend is. Spreker dacht aanvankelijk,dat de man in zijn recht was,maar spreker heeft er eens nadere informaties over ingewonnen bij andere werklieden en is daarbij tot de slotsom gekomen,dat de zaak toch niet geheel in den haak wasVan Dort is bij de gemeente tev/erk gesteld en later met nog andere arbeiders ontslagen. Hij was,zooals hier reeds is mede gedeeld, georganiseerd,wsgarvoor hij natuurlijk contributie heeft moeten betalen,maar waartegenover hij ook, toen hij we rkloos v/erd, ui tkeering van die organisatie kreeg. "Janneer nu de gemeente ook nog een ver-

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1928 | | pagina 45