21. de materialen bij het vervoer,welk risico bij/inschrijvers ook voor eigen rekening kwam.Spreker ziet dat voordeel voor de gemeente van 920, dan ook nog niet in,daar men nog niet weet,hoeveel schade "bij het ver voer door breken van materialen enz. ontstaan zal. Wethouder JUTEN deelt mede,dat Appels ook alles vervoeren moet tot op de plaats van bestemming. De heer VRIENS meent,cat ie heer Schoffelaar niet juist is ingelicht, daar Appels volgens het bestek inderdaad verplicht is alles op de.plaats van bestemming af te leveren. De heer MUSTERS geeft den Wethouder van Openbare Werken toch in over weging om eens na te doer., gaan, of de voerman der gemeente wel werkelijk alles brengt op de plaats waar het zijn moet. Wethouder VAN AS vindt het jammer, dat geen der inschrijvers voldaan heeft aan de voorwaarde ten opzichte van de werkloozen.Er waren in dien tijd veel werkloozen en het was de plicht van Burgemeester en Wethouders om die werkloozen aan werk te helpen.Daar om juist was die clausule bij de voorwaarden ingelascht. De heer MUSTERS zegt,dat de voerlieden bijna allen losvaste den werklieden hebben,die geregeld voor hen werlcen^dit zal wel de oor zaak geweest zijn dat ze niet hebben ingeschreven voor het vervoer met behulp van werkloozen. De heer KRUI ZE meent,dat de inschrijvers die voorwaarde wel hebben gelezen,maar dat ze liever niet met werkloozen werken,ze kunnen dan nog altijd de goedkoopste krachten nemen. Wethouder VAN AS zegt,dat het toch op den weg van Burgemeester en Wethouders lag om aldus te handelen en met de werkloozen rekening te houden. De heer WALDER is het daarme eens en meent,dat men op dien weg ook moet doorgaan. De heer SGHEFFELAAR kan er zich ook mee vereenigen,dat met de werk loozen rekening is gehouden,maar spreker had toch liever gezien,dat, waar de inschrijvingen niet aan de voorwaarden voldeden,Burgemeester en Wethouders aan de inschrijvers hiervan bericht hadden gegeven. Wethouder JUTEN meent,dat dit niet op den weg van Burgemeester en Wethouders ligt. De heer VRIENS is het met den heer Schefielaar eens,dat men er de menschen op had kunnen wij zen.Men zou er bij een volgende gelegenheid dan ook rekening mee kunnen houden. Niets meer aan de orde zijnde,wordt de vergadering hierna door den VOORZITTER gesloten. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 30 Maart 1928 H.Stulemeijer Voorzitter. J.A. van de Wouw Secretaris.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1928 | | pagina 40