20.
zeer zeker "bekend.Het besluit over deze betrekicing is genomen in de
vergadering van het College van Burgemeester en Wethouders van Woens
dag 22 Februari 192S,en naar aanleiding daarvan is het onderhavige
schrijven aan den heer de Graauw verzonden.
Op verzoek van den Voorzitter leest de Secretaris het desbetreffend
besluit van het College var. Burgemeester en Wethouders voor,waaruit
blijkt,dat zoowel het b sluit om niet tot vaste aanstelling van den heer
de Graauw over te gaan,als dat om de betrekking van administrateur
niet te continueer en,genomen is door óe meerderheid van het College
i.e. de beide Wethouders.De Burgemeesterals minderheid,stemde in
beide gevallen tegen.
Ook het schrijven van Burgemeester en Wethouders aan den heer de
Graauw blijkt geheel overeenkomstig het door het College genomen
besluit te zijn.
Wethouder JUTEN wenscht er thans niet verder op in te gaan.Spreker
deelt nog mede er geen bezwaar tegen te hebben om het voorstel van den
heer Vriens over te nemen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna besloten overeenkomstig
het voorstel van den heer Vriens,om de adviezen en rapporten te dezer
zake uitgebracht,voor den Raad ter inzage te leggen en aan den admi
nistrateur te verzoeken zijn functie voorloopig nog drie maanden te
blijven waarnemen op dezelfde voorwaarden als tot heden golden.
Aan de orde is thans de interpellatie van den heer Musters,welke
door den Raad wordt toegestaan,waarna de VOORZITTER den heer Musters
de gelegenheid geeft tot het stellen en toelichten van zijn vragen.
De heer MUSTERS zegt,dat zijn vragen betreffen het vervoer van
quenast-tegels e.d. naar de Domeingronden.Daarvoor is een inschrijving
gehouden en naar men spreker meedeelde,is het vervoer aan geen der
vier inschrijvers gegund geworden,doch opgedragen aan den voerman van
de gemeenteSpreker zou gaarne weten waarom dit vervoer niet is gegund
aan een der inschrijversDe voerman,die het thans doet,heeft een heel
ander contractwaardoor zijn prijs vanzelf minder zijn kon dan die der
inschri jvers
De heer SCHEFFELAAR merkt op,dat de voerlieden beweren,dat de voor
waarden voor de inschrijvers veel zwaarder waren,dan die waaronder de
voerman der gemeente thans het vervoer heeft.Deze laatste moet slechts
vervoeren en lossen over en aan harden weg,terwijl de inschrijvers ook
door losse zandwege^^oeren moesten en de klinkers enz. op de plaats
van bestemming moesten lossen.
De heer VRIENS merkt op,dat volgens de voorwaarden voor den voerman
der gemeente,ook dit werk aan hem kon worden opgedragen,wat voor de
gemeente ook voordeelige.r was.
Wethouder JUTEN deelt mede,dat er door den Dienst van Openbare Wer
ken een berekening werd gemaakt van hetgeen vervoerd moest worden.Het
betrof het lossen en vervoeren van 113*000 tegels,3250 trottoirbanden
en 170.000 klinkersDaarvoor werd een aanbesteding gehouden,waarbij
de prijsopgave tweeledig moest geschieden,hetgeen uitdrukkelijk werd
vermeld in art.15 her voorwaarden,welk artikel ten behoeve der werk-
verschaifing daarin was opgenomen.Bij de inschrijving bleek echter geen
der drie gegadigden aan deze bepaling te hebben voldaan,waardoor de in
schrijvingen niet aan de gestelde voorwaarden voldeden.De Dunst van
Openbare Werken maakte toen zelf een berekening van deze zaak en daarbij
kwam naar voren het bestek,waaruit bleek,dat dit vervoer ook aan den
gemeente-voerman voor dit jaar kon worden opgedragen.De berekening
werd dus daarnaar gemaakt en het College van Burgemeester en Wethouders
bebloot om het werk niet te gunnen aan een der inschrijvers,maar aan
den gemeente-voerman,den heer Appels.Voor de gemeente maakte deze op
dracht aan Appels een verschil uit van 750>waarbij nog kwam het
vervoer van zand en grint,waardoor de gemeente oen voordeel had van
totaal 920,
De heer uUSTERS vraagt,of hij dat voordeel van 920,ook reke
ning is gehouden met de loonen aan de werkloozen uit te betalen.
Wethouder .JUTEN zegt,dat die er inderdaad bij zijn berekend.
De heer SCHEFFELAAR zou toch eerst nog wel eens willen wet en,hoe het
nu is met het vervoer.Volgens mededeeling aan spreker,was voor de in
schrijvers de meest bezwarende voorwaarde,dat zij ook moesten vervoeren
in losse wegen,wat de voerman der gemeente niet zou behoeven te doen.
Bovendien is deze laatste niet aansprakelijk voor eventueel breken van
J