gewekt wordt alsof het ovei den persoon van den heer de Graauw gaat,welke bespreking volgens spreker,niet in den Raad thuis behoort De heer KIEPE merkt op,cat de benoeming van den Administrateur toch ook door den Raad moet geschiedenSpreker meent,dat indertijd de tijde lijke benoeming van dien persoon aan Burgemeester en Wethouders is overgelaten,doch dat de definitieve aanstelling aan den Raad was voor behouden De VOORZITTER wijst een heer Kiepe er op,dat zulks bij de benoeming van den Ingenieur van Gemeentewerken het geval was,niet echter bij den Administrateur Wethouder JUTEN zegt,dat de vragen van den heer Vriens eigenlijk een beetje ontijdig gekomen zijn.Waar echter deze zaak kort geleien in de vergadering van Burgemeester en Wethouders is behandeld kan spreker de gewenschte inlichtingen geven.Den 24 December 1927 heeft de heer de Graauw zich gewend tot het College van Burgemeester en Wethouders om een vaste aanstelling te verkrijgen.Dit schrijven - hetwelk spreker even voorleest - werd in sprekers handen gesteld om adviesSpreker heeft toen nauwkeurig de werkzaamheden,welke aan de betrekking van ad ministrateur verbonden war en,onder zocht,en daarover een uitvoerig rap port uitgebrachtwelk rapport in het College van Burgemeester en Wet houders is besproken,en naar aanleiding waarvan toen besloten werd om trent deze zaak nog het advies in te vinnen van den Dienst van Openbare Werken en den accountantdie de boeken controleertNadat die verschil lende rapporten waren ingekomen,hebben Burgemeester en Wethoudershet be sluit genomen om de betrekking niet te continueeren.Op de eerste vraag van den heer Vriens moet spreker dus antwoorden,dat door het College van Burgemeester en Wethouders is besloten om de betrekking van admi nistrateur niet te continueeren.Wat betreft de vraag,of Burgemeester en Wethouders bereid zijn de motieven voor deze beslissing mede te deelen,zou spreker willen zeggen,dat over die vraag geen besprekingen gevoerd zijn door Burgemeester en WethoudersSpreker zelf heeft er echter niets op tegen om den Raadsleden inzage te geven van de rappor ten,welke over deze kwestie zijn uitgebracht en ten dienste van Burge meester en Wethouders gestaan hebben bij het nemen van hunne beslissing De VOORZITTER zou voor het goed verloop dezer zaak even in herin nering willen brengen het Raadsbesluitwaarbij de Dienst van Gemeente werken als zelfstandig bedrijf werd ingesteld,Spreker leest dit be sluit,vervat in de Verzameling Raadsstukken 192b,voor,benevens verschil lende artikelen uit de ver ordening,regelende den Dienst der Gemeente werken. Daaruit blijkt,dat de Raad besloot om den Dienst van Gemeente werken tot een zelfstandigen dienst te maken en daaraan te verbinden de betrekking van Administrateurwelke functionaris door het College van Burgemeester en Wethouders zou worden benoemd.Spreker heeft een en an der betreffende dit raadsbesluit voorgelezen opdat de leden zich even in deze aangelegenheid zouden kunnen inwerken.Waar door den heer Juten reeds is medegedeeld,welk besluit Burgemeester en Wethouders ten opzich te van den administrateur hebben genomen,wil spreker daar nog aan toe voegen, dat dit besluit is genomen door de meerderheid van het College- De minderheid,welke door spreker wordt vertegenwoordigd,was tegen dit besluitSinds 1924- is spreker hier Burgemeester en vanaf den eersten dag heeft spreker ip de administratie telkenmale dingen gevonden,die niet ii> den haak waren, en vooral ook bij Openbare Werken was het noo- dig orde en regelmaat in de administratie te brengen.De eenigst goede oplossing voor die administratie was om den Dienst tot een afzonderlijk bedrijf in te richten en er een administrateur aan te verbinden.Dit was te meer noodig,waar de dienst van Openbare Werken zich meer en meer met werk belast zag,naarmate de gemeente zich meer uitbreiddeEn als men dan eens vergelijkt de werking van dezen dienst op het cijdstip dat spreker hier kwam en nu,dan gelooft spreker,dat die vergelijking toch wel geheel ten voordeele van den tegenwoordigen dienst zal uitval len. Spreker meent dan ook,dat het een groot nadeel voor de gemeente zijn zou,indien de betrekking van administrateur zou worden opgeheven en daar een goedkoopere en minder goede kracht te werk zou worden ge steld. Spreker kan zeer goed begrijpen,dat de Commissie van Openbare Werken,die in deze toch wel eenige kennis van zaken heeft,ovur de kwestie zou gehoord willen worden.Ook de Raad moet er in ekond orden wanne_er net er om gaat, om de betrekking van Administrateur op te heffeh. want Burgemeester en Wethouders kunnen wel den heer de Graauw ontslaan,

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1928 | | pagina 37