16.
Bovendien wil spreker er nog op aanwijzen,dat aan dit voorstel nog
een voor-geschiedenis verhonden is-Het houdt n.l. verhand met het ge
val van Nispen en het verzoek van den Bond v/an Vergunninghouders hij
die gelegenheid om intrekking der verordening.Men kan toch niet het
standpunt verdedigen om de Terordening te laten "bestaan en er practisch
niet de hand aan houden.Dat is een onmogelijkheid en daarom hehhen
Burgemeester en Wethouders ?oor de eer van den Raad voorgesteld om de
verordening in te trekken.
De vraag is nu ook near toren gekomen, om dit voorstel terug te zen
den naar Burgemeester er Webhouders,maar daarmede wordt van Nispen
dan toch niet geholpen.V i j weten niet jf hij er wel mee geholpen zal
zijn,wanneer het voorstel tot intrekking der verordening wordt aange
nomen,maar het zou toch in ieder geval onbillijk zijn om nu,nadat het
reeds half is toegezegd,terug te trekken en te zeggen:wij trekken de
verordening niet in.Het zuiverste standpunt voor den Raad is dan ook
om deze verordening in te trekken,overeenkomstig het voorstel van
Burgemeester en Wethouders.Wanneer dat 0edaan is,kunnen de drankbestrij
ders aan de hand van deze verordening zien,wat er nog gedaan kan worden
en in hoeverre deze verordening zou kunnen worden gewijzigd om zonder
bezwaar te kunnen worden toegepastSpreker wil hen daarbij gaarne be
hulpzaam zijn,en zal dus een verzoek van die leden in deze richting
afwachten.
De heer DE JONG wijst er op,dat door een kleine wijziging aan te
brengen,de verordening niet zou behoeven te worden ingetrokken.Wanneer
aan den Raad de bevoegdheid ontnomen wordt om uitzonderingen te maken,
dan is het onmogelijk gemaakt,dat we ons goed hart nog eens zouden laten
spreken,zooals tot nu toe geschied is.
De VOORZITTER zegt,dat dan art.6 geschrapt zou moeten worden.
De heer DE JONG stelt dan voor om dit artikel te schrappen en de
verordening verder te handhaven.
De heer KIEPE is het met den Voorzitter eens,dat de bestaande toe
stand niet gehandhaafd kan blijven.Spreker merkt echter op,dat de ver
ordening indertijd niet is gemaakt voor de oude bestaande vergunningen,
doch om nieuw op te richten cafe's aan zekere voorwaarden te laten vol
doen.Voor dergelijke inrichtingen heeft de Raad ook nooit van de be
staande verordening afgeweken.
De heer DIKLAND zegt de zaak toch eenigszins anders te bezien dan
de VoorzitterEr is hier een verordening vastgesteld door den Raad,waar
aan deze Raad zelf niet de hand gehouden heeft.Wanneer dus die Raad tegen
zichzelf in bescherming moet worden genomen,dan zal daarvoor de juiste
weg zijn,om na te gaan in hoeverre de bestaande verordening kan worden
veranderd en daarna met een dergelijk voorstel te komen.Op de eerste
plaats dient men dus met een wijziging der verordening te komen.Door
den heer Kiepe is opgemerktdat de verordening speciaal gold voor nieu
we café's en niet voor de bestaande,maar dan zou spreker onder die
nieuwe cafe's toch ook willen verstaan de zaken,die van eigenaar veran
deren. Spreker houdt vast aan zijn voorstel tot renvoyeering naar Burgeer
meester en Wethouders teneinde deze zaak opniaiw onder de oogen te zien.
De heer aCHEFFELAAR kan niet begrijpen,dat Burgemeester en Wethouders
gekomen zijn met dit voorstel,om de verordening in te trekken,zonder
eerst te hebben onderzochtof met wijziging der verordening niet het ge-
wenschte resultaat bereikt kon worden.Spreker schaart zich aan de zijde
van de heeren Dikland en de Jong om deze zaak te renvoyeeren naar
Burgemeester en Wethouders.
De heer HARMS EN is het met den Voorzitter eens,dat men in deze zaaic
rekening moet houden met de daaraan verbonden voorgeschiedenis betref
fende v?Nispen.Spreker stelt voor,dat Burgemeester en Wethouders net
voorstel terug nemen,terwijl de Raad dan aan v.Nispen alsnog de gevraagde
vergunning verleent.
De VOORZITTER merkt op,dat dit niet meer gaatv.Nispen kan alleen
nog in beroep komen bij Ged. Staten,
De heer HARMSEN concludeert hieruityals deze verordening niet wordt
ingetrokken,v.Nispen dus niet geholpen kan worden.
De heer DE JONG meent,dat bij aanneming van zijn voorstel,er voor
v.Nispen toch een kans blijft,om de vergunning te bekomen.
De VOORZITTER is het daarmede niet eens en adviseert den Raad om den
verstandigsten weg in deze te kiezen,en de verordening in te trekken.
Tot .stemming overgaande,wordt hierna het voorstel van Burgemeester
en Wethouders met 11-5 stemmen aangenomen.