11. De heer SCHEFFELAAR is het niet geheel met den heer Wal der eens,want hetzelfde vrat nu gebeurt, is ook geschied "bij het voorstel van den heer Demmers in de vorige vergadering,om tot "benoeming van een Voorzitter van het College van Regenten van het Algemeen Burger Gasthuis over te gaan. Dat is toen ook urgent verklaard en staande die vergadering afgehandeld. De heer BECHT is van meening,dat de Raad op deze kwestie niet verder moet ingaan. Door den Raad is nu een "beslissing genomen over de "betrekking van administrateuren Burgemeester en Wethouders moeten nu verder maar beslissen omtrent den persoon zelf. De VOORZITTER zegt,dat door den heer Vriens een voorstel is ingediend, en dat spreker aan den Raad had moeten vragen of had moeten laten stem men, of dit voorstel direct in behandeling kon worden genomen of niet. Spreker geeft toe,dat hij dit vergeten heeft,maar daar geen der leden zich uitspraak tegen de behandeling van het voorstel van den heer Vriens, meende spreker daaruit te mogen opmaken,dat alle leden van den Raad daarmede accoord gingen.Nu echter door den heer Juten bezwaar wordt ge maakt, wil spreker de zaak in het reine brengen,door bij stemming den Raad uitspraak te laten doen over al- ofnietbenandeling in deze vergade ring van het voorstel van den heer Vriens. Wethouder JUTEN' zou in verband met het voorstel van den heer Vriens dan een ander voorstel willen doen en wel om de eerstvolgende vergadering deze kwestie nader onder het oog te zien en te bespreken.Dan kunnen de verschillende partijen nader overwegen,wat ze voor verdediging van hun standpunt naar voren zullen brengen.Spreker meent dat dit voorstel het verststrekkcnd is en dus het eerst in stemming zal moeten komen. De VOORZITTER is van meening,dat het voorstel van den heer Vriens het verststrekkend is,daar dit beoogt een behandeling in deze vergade ring. Wethouder KIEPE zou er de aandacht op willen vestigen,dat de Raad toch eerst en vooral bij een bespreking aangaande deze kwestie mag weten, hoe de toedracht van deze geheele zaak is geweest. De VOORZITTER merkt dei heer Kiepe op,dat nu alleen mag gesproken worden over het voorstel van orde betreffende de vraag of er in deze vergadering al dan niet verder op deze kwestie zal worden ingegaan. Wethouder KIEPE wil er alleen maar op wijzen,dat de leden nu niet van deze kwestie volledig op de hoogte zijn.Om deze zaak te beoordeelen moet men bekend zijn met alles wat er in deze gebeurd is.Spreker is van mee ning, dat de Raad een onwettig besluit zal nemen,wanneer hij niet volko men op de hoogte is van den toestand. De VOORZITTER zegt,dat de Raad dus bij stemming zal kunnen uitmaken, of hij zich voldoende op de hoogte acht om over het voorstel van den heer Vriens te oordeelen.Spreker zal daarom het voorstel om net voorstel van den Heer Vriens in deze vergadering te behandelen,in stemming brengen Wethouder JUTEN is van meening,dat eerst zijn voorstel in stemming moet komen. De VOORZITTER zegt,dat het voorstel van den heer Vriens het verst strekkend is. De heer WALDER merkt op,dat het voorstel van den heer Juten toch nog in stemming kan komen,indien het voorstel van den Voorzitter verworpen wordt De VOORZITTER is het daarmede niet eens.De bespreking van deze zaak Wordt dan verschoven naar een volgende vergadering. Het voorstel van den Voorzitter om het voorstel van den heer Vriens in deze vergadering te behandelen,wordt hierna in stemming gebracht en verworpen met 10 tegen 7 stemmen. Voor stemden de heeren Kruize,Walder,Dikland,Harmsen,de Jong,Vriens en Scheffelaar. Tegen stemden de heeren Antheunis,Mourer,Demmers,Kiepe,Juten,Musters, Becht,Loos,Verbiest en Simons. De VOORZITTER dankt nog den heer Walder en de andere leden voor de op merking, omtrent het in stemming brengen van de al of niet behandeling van het voorstel van den heer Vriens.Deze laatste kan dus hu tegen de vol gende vergadering een schriftelijk voorstel indienen. De heer WALDER vraagt,of nu ook nog over het voorstel van den heer Juten kan worden gestemd? VOORZITTER zegt dat dit niet kan en dat de heer Vriens nu een ^chriftelijk voorstel kan indienen.De heer Juten zal daarvan dan op de hoogte worden gesteld,en nan dan een ander voorstel indienen,als hij zulks noodig vindt.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1928 | | pagina 137