1
c. J. Withagen te Bergen on Zoom,Bergen op Zoom 32 Juni 192L.
Dankbetuiging voor de toekenning der studiebeurs uit het Burgemeester
Hulshof fonds, in verband met het behalen der onderwi jzers-akte door
zijn zoon,
Overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders worden de
stukken a-c zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming voor
kennisgeving aangenomen.
d. P.A.Liefbroerautobusexploitant te Bergen op Zoom,Bergen op Zoom 20
Juni 1928.
Verzoek om bemiddeling bij Gedeputeerde Staten van Noordbrabaht tot be
komen van gunstiger voorwaarden voor de instandhouding van adressant's
geregelden autobusdienst Bergen op Zoom - Putte v.v.
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkom
stig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten bij Ged.Staten
aan het verleenen van gunstiger voorwaarden voor de instandhouding van
dezen dienst adhaesie te betuigen.
III. HERSTEMMING OVER HET VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HET
NEMEN VAN EEN BESLISSING OMTRENT HET AL- OF NIET DOEN VOORTBESTAAN
VAN DE BETREKKING VAN ADMINISTRATEUR BIJ DEN DIENST DER GEMEENTEWERKEN.
(Over dit voorstel hebben in de vergadering van 31 ^ei 1922» de stemmen
gestaakt)
De VOORZITTER brengt opnieuw in stemming het voorstel van Wethouder
Juten om de betrekking van Administrateur bij Openbare Werken op te hef
fen.
Dit voorstel wordt verworpen met 9_& stemmen.
Voor stemden de heeren Antheunis,Mourer,Demmers,Loos,Kiepe,Juten,Mus
ters en Simons.
Tegen stemden de heeren KruizeijiWalderDikland, Harmsen,Vriensde Jong,
BechtScheffelaar en Verbiest.
De heer VRIENS meent,nu het besluit tot handhaving van de betrekking
van administrateur bij den Dienst van Gemeentewerken genomen is,toch het
woord te moeten vragen,omdat hier nog een toestand heerschtwaardoor wel
eens eenig geschil zou kunnen ontstaan.Wat is hier n.l. het geval? De
benoeming en het ontslag van den administrateur zijn indertijd aan het
college van Burgemeester en Wethouders overgelaten,die van die bevoegd
heid ook gebruik hebben gemaakt en den administrateur benoemd en ontslagen
hebben.De Raad heeft zich toen tegen dat ontslag verzet en heeft besloten
de betrekking van den administrateur voor drie maanden en later weer voor
drie maanden te verlengen.Aan den heer de Graauw is toen gevraagd om zijn
functie voor die twee maal drie maanden te blijven waarnemen,hetgeen deze
ook gedaan heeftSpreker is echter van meening,dat de Raad door het nemen
wan die besluiten,de bevoegdheid tot benoeming en ontslag van den admini
strateur tot zich getrokken heeft.Ten einde nu een verkeerden toestand
uit den weg te ruimen,doet spreker het voorstel om den administrateur
door den Raad voor vast te doen benoemen.
De VOORZITTER vraagt,of dit voorste^ wordt ondersteund.
De heeren Walder,Kruize,Dikland en Scheffelaar verklaren het voorstel
van den heer Vriens te ondersteunen.
De VOORZITTER zegt,dat het dus gaat om de vaste benoeming door den
Raad van den tegenwoordigen functionarisin veroand met het feit,dat de
Raad reeds tweemaal de bevoegdheid aan zich getrokken heeft om het dienst
verband van den administrateur met drie maanden te verlengen.
De heer WALDER zegt het voorstel van den heer Vriens te hebben gesteund
om eindelijk eens een oplossing in deze kwestie te krijgen.Wij zitten met
deze kwestie van den administrateur in een eigenaardigen toestand.Oorspronk
lijk is de benoeming en het ontslag van dezen functionaris gelegd in han
den van Burgemeester en WethoudersDoor het voorstel van den heer Jriens
zou dit recht nu weer door den Raad tot zich genomen worden.Omdat die in
sprekers lijn ligt,heeft hij het voorstel van den heer Vriens dan ooi ge
steund. Spreker zou thans gaarne weten,hoe het precies met den administra
teur is,n.l. of deze door Burgemeester en Wethouders is ontslagen of niet.
De Raad zal dit moeten weten,teneinde niet in moeilijkheden te komen.
De heer SCHEFFELAAR wenscht ook te weten,of de administrateur zijn ont
slag reeds gekregen heeft,en of de heer de Graauw van dat besluit bericht
gekregen heeft.
De heer MUSTERS merkt op,dat men door het voorstel van den heer Vriens
nu een geheel andere kwestie krijgt,want nu gaat het niet meer om de
functie,maar om den persoon.Daarover heeft de Raad in de vorige vergadering
juist niets mogen zeggen.