een positief antwoord te geven.Bovendien als men het Volk leest,dan kan men daarin zien,dat er een groote strooming bestaat bij de socialisten, die afkeerig is van de houding van den heer Sadelhoff,en een andere sbrooming,welke misschien wel zoo sterk is als de eerstgenoemde,die de houding van den heer Zadelhoff goedkeurt en met hem meegaat.Er is daarom alleszins reden om op z'n hoede te zijn.Verder is door den heer de Jong gezegd,dat het de arbeiders zijn,die er hun hachje voor over hebben. Spreker kan zich echter nog goed herinneren,dat in 1918 onder de vrij willige landstormers ook vele zonen van fabrikanten waren.Dat er meer arbeiders bij waren is te begrijpen,als men nagaat,dat de arbeiders het grootste deel van ons volk vormen. Spreker ziet er geen bezwaar in om deze gelden beschikbaar te stellen uit de gemeehtekas.Het motief,dat die gelden komen van de belastingbeta lers,waarvan een deel zich niet kan vereenigen met het doel,waarvoor zij worden gegeven,gaat hier niet op,omdat dit bij ieder voorstel,waarbij een geldelijke uitkeering van de gemeente wordt gevraagd,het geval is. Spreker gel ooft,dat de zaak nu voldoende besproken is en zal daarom het voorstel van den heer Antheunis,geamendeerd door den hoer Simons in stemming brengen. De heer MUSTERS betoogt nogmaals,dat nu de belangstelling van het groot-kapitaal voor deze instelling weg is,men er geen geld meer voor krijgen kan,terwijl de arbeiders er nog steeds hun krachten voor beschik baar stellen. De VOORZITTER wijst er den heer Musters op,dat het vooral ook de ar beiders zijn,die bij iedere revolutie het kind van de rekening worden. Men zie b.v. maar naar Sovjet-Rusland. De heer MUSTERS blijft bij zijn meening,dat men geen geld uit de gemeentekas hiervoor beschikbaar moet stellen. De heer WALDER zegt,dat over dit punt al heel wat gesproken is.Spreker is net met den Voorzitter eens,dat een revolutie welke te voren wordt aangekondigd,geen succes kan hebben.Spreker is echter van meening,dat die aankondiging in I91S nog wel een andere bedoeling had,welke ook tijdelijk is oereikt,n.l. om betere toestanden te krijgen voor de arbeiders.Nu echter het revolutiegevaar zoo goed als verdwenen is,keeren de fabrikan ten weer terug naar den ouden toestand en worden de belangen van de ar beiders weer verschrikkelijk verwaarloosd. Nog vorige week heeft spreker een briefje in hah.en gekregen,waaruit bleek,dat door een fabrikant hier uit Bergen op Zoom aan een arbeider die vader is van een gezin van 5 kinderen,per week eon loon wordt uit gekeerd van f. 14,--.Toen spreker dat las,heeft hij de &oop uitgesproken dat ^evenals in 1918 weer maar eens met een revolutie moest kunnen worden gedreigd,misschien dat men daardoor weer zou te reiken,dat de pes itie van,,.n.arbeider weer heel wat beter zou worden. Jat de opmerking van den Voorzitter over het stellen van die vraag aan den heer zadelhoff betreft,merkt spreker op,dat een dergelijke vraag^door den Minister van Oorlog niet had gesteld mogen worden.De heer Zadelhoff had groot gelijk om daarop geen antwoord te geven,spreker zou^aat ook niet gedaan hebben.Wanneer spreker de geschiedenis nagaat,dan is er geen politieke partij,die afkeerig is van revolutie,altijd als dat in haar kraam te pas komt.Spreker wenscht er echter ook de aandacht op te vestigen,dat het verkeerd is,dat men den eenen burger tegen den ander en gaat wapenen.Hij zou daartoe willen wijzen op Italië,waar naast het leger de fascisten gewapend staan en men is er ook in Italië zelf var- overtuigd, dat het daar eerstdaags tot een bloedbad zal leiden.Dit is het gevolg als men den eenen burger tegenover den anderen gaat wapenen. Spreker zegt,dat de Voorzitter het hem niet kwalijk moet nemen als hij zich vergist,maar spreker gelooft toch,dat de Voorzitter zelf gedu rende eenigen tijd lezer is geweest van het Volk,en spreker vraagt of de Voorzitter gedurende dien tijd nu werkelijk zooveel gelezen hoeft wat lijkt op revolutie.Spreker leest dit blad nu ongeveer 20 jaar lang, maar heeft daarover nog nooit iets gelezen.Wel is het Volk altijd opge komen voor de belangen van den arbeider,maar dat is zijn goed recht. Welk geloof b.v. stelt geen belang in zijn geloofsgenooten,en is niet opgekomen voor de Delangen van zijn onderdanen?0ok de Christus heeft dat gedaan.Spreker is er van overtuigd,dat den arbeiders op het oogen- blik nog veel te kort wordt gedaan. De ambtenaren en de arbeiders 7/orden met een klein loontje naar huis gezonden,getuige de mededeeling van spreker betreffende dien vader van 5 kinderen met een weekloon van 1 -^e sociaal-democraten meenen hun best te doen door de arbeiders en de onderste klassen der bevolking op hooger peil te brengen.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1928 | | pagina 133