x i -
X 'T.
15*—7 Per Hiaand wordt betaald. Dan is er nog een rapport va.11 Ir.van
Goor,die als zijn meening te kennen geeft,dat zijn verwachtiggen omtrent
den administrateur bewaarheid zijn geworden,en een schrijven van den
Dienst van Openbare Werken,waarin gezegd wordt,dat voor een goede functio
neering van den Dienst,de administrateur onmisbaar wordt geacht,en zoowel
de Hoofdopzichter als de Ingenieur bij opheffing der betrekking,de ver
antwoordelijkheid niet wenschen te dragen.
Waar hier nu in 192b na rijp beraad,en gezien de treurige ervaringen
met de oude administratie,aan den Dienst van Openbare Werken de bedrijfs
vorm is gegeven en tot aanstelling van een administrateur werd besloten;
waar verder de leiders van den Dienst van Openbare Werken verklaren geen
enkele verantwoordelijkheid te kunnen dragen,wanneer deze betrekking"
wordt opgeheven;waar het rapport van het kantoor Nijst Co. bij zijn
verklaringen in de ruimte blijft en bovendien in tegenspraak is met een
door ditzelfde kantoor reeds eerder uitgebracht rapport aan den Hoofdop
zichter per 28 Mei 1927,vraagt spreker zich af,of het daar verantwoord
is,dat bij den Dienst van Openbare Werken ook nog de andere intellectu-
eele kracht wordt verwijderd,nadat de ingenieur reeds weg is.Spreker
wenscht dit niet voor zijn verantwoording te nemen en dringt ten sterk
ste bij den Raad aan,om in het belang der gemeente,de betrekking van ad
ministrateur niet op te heffen.
Wethouder JUTEN zegt,dat in September 1926 de Dienst van Openbare
Werken door den IJaad tot een afzonderlijken Dienst is ingesteld.Dat
aan dezen Dienst de bedrijfsvorm werd gegeven,lag op den weg van de
voorschriften,zooals die voor den tegenwoordigen tijd luiden.Het spreekt
vanzelf naar sprekers meening,dat ook spreker meewerkte om de omzetting
van dezen Dienst in dezen vorm te bewerkstelligen.Besloten werd toen,
dat voor den Dienst van Openbare Werken zou kunnen worden aangesteld een
administrateur,een bureau-ambtenaar le klasse,een bureau-ambtenaar 2e
klasse,1 klerk le klasse en 1 klerk 2e klasse.Deze functies kunnen door
Burgemeester en Wethouders verder worden aangevuld.In de salarisverorde
ning 1927 worden deze rangen genoemd.Een dergelijke regeling kon ook
worden getroffen voor het Openbaar Slachthuiswaar echter wegens den te
geringen omvang van het administratief werk,alleen een klerk'2e klasse
is aangesteld.
Spreker vindt het jammer,dat bij de besprekingen niet duidelijk ge
noeg naar voren is gekomen,dat zijn rapport is uitgebracht op verzoek
van Burgemeester en Wethouders in verband met de beëindiging van den
diensttijd van den administrateurDit rapport is uitgebracht op 18 Janu
ari 1928.Naar de meening van den heer Vriens was spreker toen nog te
kort in zijn functie en verweet deze hem,dat hij zoo laat de administra
tie had ingezien en bestudeerd.De leden zullen echter begrijpen,dat spre
ker als viethouder van Openbare Werken bij zijn infunctietreding verschil
lende oudere zaken,die nog onafgedaan waren,op de eerste plaats had te
behandelen en het hem daarom onmogelijk was eerst zijn aandacht te wijden
aan de administratie.Toen spreker van Burgemeester en Wethouders opdracht
kreeg om een rapport over die administratie uit te brengen,moest hij
zich vanzelf op de hoogte daarvan gaan stellen,hetgeen hij toen ook
ernstig gedaan heeft.Spreker heeft heel zijn leven in administratieve
zaken gezeten en meent daar wel eenige kijk op te hebben.Naar aanleiding
van de opmerking van den heer Scheffelaar,deelt spreker mede,dat het niet
de bedoeling is om den bedrijfsvorm voor den Dienst van Openbare Werken
op te heffen,maar alleen de bezetting der administratie te veranderen.
He-t feit van een eventueel ontslag aan den administrateur heeft al
heel wat rapporten,besprekingen en conferenties tot gevolg gehad.Het
besluit om ontslag,te geven werd door Burgemeester en Wethouders genomen
nadat de administrateur er zelf op had gewezen,dat hij voor een jaar op
proef was aangewezen en nu gaarne een vaste aanstelling had.Het rapport
dat spreker toen op verzoek van Burgemeester en Wethouders heeft uitge
bracht, was aanleiding om ook aan den accountant Vuister een rapport
te vragen over deze aangelegenheid,Deze zaak zou reeds tot het verleden
hebben behoord,wanneer niet door den heer Vriens inlichtingen hierover
waren gevraagd door zijn vragen aan den Raad.Spreker is van meening,
dat die vragen op dat oogenblik ontijdig waren.
Spreker gaat dan na,welke kosten de reorganisatie van den Dienst
van Openbare Werken heeft meegebracht en is van meening,dat de toelich
ting van het toenmalige College van Burgemeester en Wethouders omtrent
deze kosten ten eenenmale heeft gefaald. De uitbreiding van den Dienst,
de verbouwing der kantoren,de aanleg van een telefooncentrale e.d.
kortom de inrichting tot een afzonderlijk bedrijf heeft niet gekost
i
VOVv"": :v V -
V
j
T.v
O I
t- j