-
daten aangegeven,waarnrade hij nadere kennismaking wenschte. Deze candi-
daten werden allen uitgenoodigd om op een bepaalden dag ter kennis
making op het stadhuis te verschijnen. De leden van het College hebben
zich toen in hun eigen kamer teruggetrokkenopdat zij de gelegenheid
zouden hebben eiken opgeroepen sollicitant zoo rustig mogelijk te be-
oordeelen. Daar echter niet op de eerste plaats de leden van het
College met den te benoemen functionaris moesten samenwerken,maar ook
de gemeente-secretaris en het Hoofd van den Dienst van Openbare Werken,
hebben B W ook den Secretaris en den heer van Goor,die toen waar
nemend Hoofd van den Dienst -was,wegens ziekte van den Hoofdopzichter,
uitgenoodigd,de sollicitanten op hun kamer te ontvangen. Nadat alle
gegadigden hun bezoeken hadden afgelegd,is het College van B W nog
denzelfden dag bijeengekomenwaarbij ook de Secretaris en de heer van
Goor aanwezig waren. Wij'hebben toen eerst den betrokken chef van
Dienst,den heer van Goor,gevraagd,wie volgens hem voor de betrekking
het meest in aanmerking kwam,en deze verklaarde direct,den tegenwoor-
digen administrateur daarvoor het meest geschikt te achten. Hetzelfde
was het geval met den Secretaris en den oudsten Wethouder,den heer
Verlinden,terwij 1 ook bij mijzelf deze sollicitant als no.l op de
puntenlijst prijkte. Begrijpelijkerwijze kwam wethouder Asselbergs
hierdoor in een zeer delicate positie en deze verklaarde dan ook aan
stonds naar aanleiding van deze omstandigheid,niet verder aan de be
noeming vah een administrateur te zullen meewerken. Het is toen gedaan
zonder hem, en hebben we door de benoeming van den tegenvoordigen
functionaristengevolge van diens meer universitaire opleiding, bij
wijze van spreken een ingenieur gekregen inplaats van een opzichter.
No. deze benoeming is een zekere ongerustheid ontstaan bij de raads
leden, die tot uiting kwam bij een schrijven van de heeren Juten,van As
en Eiepewaar in verschillende vragen werde n gesteld omtrent deze be
noeming. Deze vragen werden klaarblijkelijk tot hun genoegen beant
woord en de heer Juten verklaarde dan ook,dat hij tevreden was met die
beantwoording. Spreker kan zich voorstellen,dat men in dien tijd, toen
er nóg bijna geen jongelui uit deze gemeente de Hoogere Handelsschool
be zochtenomtrent de capaciteiten van den betrokken persoon eenigszins
ongerust was. Spreker wil nog even mededeeleh,wat het diploma van deze
school omvat en leest daartoe alle vakken op,welker kennis voor dit
diploma vereischt is. Daaruit blijkt,dat hier zeer zeker van een
algemeene ontwikkeling in uitgebreiden zin gesproken kan worden en
B W er voldoende bewijs aan hadden voor de bekwaamheid van den func
tionaris. Dit is hetgeen spreker wilde zeggen over de voorgeschiedenis.
In dien tijd heerschte er een verwarde meening over den Dienst van
Openbare Y/erken, voor wat betreft de bezetting. De een beweerdedat
er te veel opzichters waren, de ander van te veel werklieden en zelfs
B YY v/aren hieromtrent niet juist op de hoogte. Zoo moeilijm was de
toestand,dat B W weigerden een tweetal vacatures van werklieden by
dezen Dienst aan te vóllen. Eerst na Februari 1928 heeft men,tengevolge
van de aanstelling van den administrateur,een juist, overzicht over de
bezetting van dezen Dienst kunnen verkrijgen. Nu heeft spreker het nog
niet eens over de f350.000,die onder beheer van dezen Dienst vallen
noch over de groote belangen, die betrokken zijn bij het opzicht 'en de
administratie van rioleeringen,bestrating,uitbouw der gemeente e.d.
Spreker is overtuigd.dat er geen gewichtiger dienst in de gemeente
bestaat dan deze,voor wat betreft de vitale belangen der gemeente.
Bergen op Zoom staat nu op een keerpunt in zijn geschiedenis en zal
zelf hebben te besL issen of het binnen afzienbaren tijd zijn industrie
wellicht vervijfvoudigd zal zien,dank zij een goed beleid en vooruit
ziend technisch en administratief beheer van Openbare //erken, dan vel,
dat het terug zal vallen tot een eenvoudig provinciestadje. Al hadt
ge den besten wethouder van Openbare Werken en den besten burgemeester
en de bekwaamste menschen in den Raad,dan nog zoudt ge Uw stad
voorui tbrengenals ]gij niet hebt een technisch en administratief goed
geoutileerden Dienst van Openbare /erken, welke voor de uitbreiding
der gemeente onmisbaar is. Hierdoor zal ten slotte ook blijken,dat de
best onderlegde ambtenaren de voordeeligste zijn.
Nu rijst de vraag of het oogenblik van 31 Januari 1926 de juiste
tijd v/as om een oordeel te vellen over den stand der administratie en
voor een juiste beoordeeling van die administratie in haar gehecj.