19 gelegd in handen van B W, die daarover dus moeten oordeelen,maar voor wat de functie be treft,zal spreker stemmen tegen de opheffing. De heer VERBIEST zegt nu al bijna 10 jaren raadslid te zijn en reeds veel benoemingen en ontslagbesluiten op administratief gebied te hebben medegemaakt. Dit is de laatste jaren nog toegenomen, tenge volge van de groote uitoreiding der gemeente door de overname van de domeingronden en een complex woningenwaarvoor allemaal administratie noodig is. Als men verder in aanmerking neemt.dat er jaarlijks een bedrag van een paar honderd duizend gulden moet worden beheerd,en het aantal werklieden met de uitbreiding van den Dienst ook zooveel f roo ts r is g ewor den dan komt men tot de conclusi e cla t een administrateur daar wel noodig is. Maar,zooals de heer Eiepe heeft opgemerkt,de func tie is te duur opgezet, 't Zou beter geweest zijn,als de administrateur had gezegd: ik wil niet zooveel geld verdienen en eerst eens eenige jaren voor b.v. f.1200,-- a f.1300,-- werken. Dan hadden we een j uwe e 1 van een ambtenaar en een juweel van oen Dienst. Nu hier echter zooveel geld ineens aan besteed wordt,is het volgens spreker wel wat moeilijk,of schoon toch zal blijken,dat het geen weggeworpen geld is geweest. Er komt nog veel meer uitbreiding en wij behoeven niet zoo erg tegen dit salaris aan te zien. De functionaris is noodig en in de toekomst zal er toch nog meer geld aan uitgegeven moeten worden. Spreker is overtuigd,dat de functionaris voldoende kennis heeft en dat de zaak goed in orde is. Tenslotte merkt spreker nog op,dat elk nieuw bedrijf zoo maar biet ineens klaar en in de puntjes is, daar moet men eerst ingewerkt wordenterwij 1 hier bovendien éen achterstand van zes maanden was in te halen. Spreker blijft er bij,dat de zaak nu wel wat te duur lijkt,maar dat de toekomst bewijzen zal,dat deze functionaris hard noodig is. De heer DE JONG zal er niet veel over zeggen,te meer waar deze aan gelegenheid inderdaad zeer moeilijk te bespreken is zonder persoonlyk te v/orden. Ook de rapporten dragen een persoonlijk karakter. Spreker is van meening,dat deze functie moet blijven bestaan. Misschien is momenteel voor deze betrekking geen volle dagtaak,doch dit kan worden aangevuld bij eventueels afvloeiing van andere functionarissen. Spreker acht het een onbillijkheid tegenover den administrateur om hem,na het door hem tot stand gebrachte werk, te ontslaan. De heer BECHT heeft nog iets vergeten bij zijn compromis-voorstel Dit moet nog worden aangevuld met de bepaling,dat het salaris van den administrateur gesteld wordt op f.1800,--, terwijl verder aan B 1 '7 wordt overgelaten,op welke wijze zij dezen post willen bezetten. De VOORZITTER zou,waar thans geen der Leden het woord in eerste instantie nog verlangt.nu het woord willen geven aan Wethouder Juten. Wethouder JUTEN is van meening,dat de gewone gang van zaken is,dat eerst de Voorzitter spreekt en eerst daarna de Wcthoudertot wien de betrokken tak van dienst behoort. Spreker zou dus liever eerst den Voorzitter aan het woord laten,waarna dan spreker zijn antwoord kan geven. De VOORZITTER is het met deze meening van den heer Juten niet eens. Het betreft hier een voorstel,waarvoor geen meerderheid en geen min derheid in het College van B W is,' en waarbij dus het ee'ne lid even veel recht heeft als het andere. Als spreker deze zaak op de spits gedreven had,dan had hij misschien zelfs de meerderheid in het College kunnen vormen. Spreker heeft dit echter niet gedaan en is thans ook in geenen deele bevreesd om eerst zijn meening te zeggen en daarna den heer Juten de gelegenheid te geven het woord te voeren. Spreker wijst er echter nogmaals op,dat hij hiertoe geenszins verplicht is. Men heeft spreker van verschillende zijden gevraagd,of hij zich betreffende het voorstel tot opheffing van de functie van administra teur bij Openbare Werken nog wel de moeite zou geven om daarover in den Raad het woord te voeren. Men meende.dat spreker die moeite best achterwege kon laten,omdat het hier toch een verloren zaak gold,welke reeds buiten den Raad was beslist en waarvoor het consigne gegeven -was. Spreker is toen boos geworden en heeft gezegd,dat hij weigert te ge- looven.dat buiten den Raad over belangrijke zaken als deze,door raads leden een bindende beslissing zou worden genomen. Dat immers zou den geheelen Raad maken tot een bespotting en aanfluiting. Het doel va'n den Raad is toch vooral het besturen van de gemeente, het maken -*«n verordeningen, de aanstelling en het ontslag van ambtenaren en nog duizenden andere zaken meer,die met het besturen der gemeente verband

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1928 | | pagina 114