lb die thans is ingericht,ook geen aanleiding meer geeft voor malversaties, en^ook om deze reden verklaart spreker zich tegen het voorstel tot op heffing van de betrekking van administrateur. De heer MHSTERS wil,alvorens de zaak zelf te bespreken,eerst een alge- meene opmerking maken.Door den heer Vriens is gesproken over de behande ling van deze kwestie in de Commissie voor Openbare Werken;spreker heeft daar persoonlijk geen bezwaar tegen,doch het schijnt,dat men"dit ook aan buitenstaanders heeft verteld en spreker is van meening,dat dit niet is zooals het behoort.Een en ander is spreker gebleken uit de artikel-n in de Zoom onder den titel "Kijkjes uit den Raad" en geteekend door Controlus. Wie dat gedaan heeft,weet spreker natuurlijk niet,maar spreker is van meening,dat de besprekingen in de Commissies geheim moeten blijven voor buitenstaanders.Wat de beweringen van den heer Vriens betreft,als zou spreker zich hebben verscholen achter den wethouder,zegt spreker dat dit geheel onjuist is,evenals hetgeen de heer Vriens hier medegedeeld heeft over het door spreker gesprokene in de Commissie.Spreker wil trach ten het geheugen van den heer Vriens even op te frisschen, door te her halen, wat spreker in de Commissie gezegd heeft.Na de demonstratie voor de Commissieleden heeft spreker bij de behandeling van deze aangelegen heid gezegd dat,ofschoon hij een beetje verstand heeft van boekhouden, hij er toch niet zooveel kennis van had,om een conclusie te trokken uit hetgeen bij de demonstratie naar voren werd gebracht.Daarom heeft spreker zich verder gericht mar de rapporten van den accountant Vuister en den wethouder Juten.Spreker merkt nog op,dat het tocht best motel ijk is,dat niet ieder raadslid verstand van boekhouden heeft,en wanneer zoo iemand zich dan over een dergelijke aangelegenheid moot uitspreken kan hij toch alleen zijn stem bepalen naar de daaromtrent uitgebrachte rapporten.Spreker ziet niet in,dat hier dan van verschuilen sprake is, maar vat dit op als een motiveering van zijn stem.Voor zoover spreker er over kon oordeelen,vond spreker bij de demonstratie de boelchoüding inderdaad piekfijn in orde,maar dat zegt nog niet,dat de betrekking niet overbodig zou zijn.Bovendien -was de administrateur op deze demonstratie voorbereid. Bij de demonstratie is door den heer de Graauw gezegd,dat in 3 maanden een belangrijke achterstand is ingehaald,waaruit spreker conclU' «t deert,dat er,nu die achterstand ingehaald is,toch ook minder werk voor die administratie is.Verder is bij die demonstratie ook gezegd,dat er I5OO brieven te behandelen waren over een geheel jaar.Spreker is eenigen tijd op een kantoor van een groentenveiling geweest en als spreker de ad ministratie daar vergelijkt met die van Openbare Werken,dan kan hij niet hoog tegen dat aantal van lBOG brieven per jaar aanzien. Dat door den heer Juten invloed wordt uitgeoefend op den accountant zooals de heer Vriens beweert,kan spreker moeilijk aannemen.De accoun tant is door de gemeente aangesteld en heeft toch al meer werk voor de gemeente gedaan;spreker is van meening,dat men in den accountant ver trouwen moet stellen en daarom houdt hij zich in deze aangelegenheid dan ook aan het rapport van den heer Vuister. Dat de boekhouding bij de demonstratie in orde was,is juist,maar spreker herhaalt,dat deze demonstratie was voorbereid en zou hier willen wijzen op het spreekwoord van "een gewaarschuwd man". Spreker blijft er bij,dat de functie overbodig is. Wanneer men de administratie in dezen vórm zou willen behouden,dan zou men misschien kunnen volstaan met een mindere kracht. De betrekking van administrateur echter is naar sprekers oordeel overbodig en spreker wijst er uitdrukkelijk op,dat ditzijn eigen meening is,en hij zich daarbij niet verschuilt achter den heer Juten. Tenslotte merkt spreker op,dat hij het geluid van den heer Vriens wel eens zou hebben willen hooren,wanneer de administrateur niet den naam de Graauw had,maar b.v. de Directeur van de Gem.Bedrijven in die functie was? De VOORZITTER roept den heer Musters tot de orde,daar dit een insinu atie is. De heer MUSTERS zegt,dat de heer Vriens ook wel eens insinueert. De VOORZITTER: Dan zal ik daar ook tegen op komen. De heer VRIENS vindt het niet zoo erg. Spreker zal den heer Musters t.z.t. de volle maat teruggeven. De heer SIMONS heeft als lid der Commissie van Financién de demonstra*» tie van den administrateur ook bijgewoond,en ofschoon spreker die uiteen zetting heel aardig vond,kreeg hij daarbij toch den indruk,dau de ooeken

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1928 | | pagina 111