lU-. XIII.VOORSTEL TOT HET NEMEN VAN EEN BESLISSING OMTREKT HET AL Of' 1ST DOEL VOORTBESTAAN VAN DE BETREKKING- VAK ADMINISTRATEUR bIJ D.: N DIENST DER GEMEENTEWERKEN. De VOORZITTER zou,alvorens de leden van den Raad het woord te geven, willen verzoeken dat eerst zullen spreken de voorstanders van opheffing van deze "betrekking en dan degenen,die voor handhaving van den hes taan den toestand zijn.Spreker meent dat dit de debatten zal vergemakkelijken. Verder wijst spreker er op,dat hier uitsluitend de kwestie van de func tie aan de orde is en een "bespreking van den persoon,die de functie bekleedtin geen geval zal worden toegelaten. Wethouder JUTEN merkt op,dat deze gang van zaken anders is dan ge woonlijk. De VOORZITTER zegt,dat deze wijze van debattesren natuurlijk niet verplichtend is,spreker heeft het alleen voorgesteld om de besprekingen te vergemakkelijken.Spreker legt er nogmaals den nadruk op,dat alleen wordt toegelaten de bespreking over de opheffing of de instandhouding der betrekking. De heer VRIENS is van meening,dat het heel moeilijk zal gaan om over deze kwestie te spreken zonder dat de persoon daarbij betrokken wordt, omdat de rapporten over deze zaak alle een persoonlijk karakter dragen. Deze rapporten handelen juist voornamelijk over den persoon en niet over het werk.Spreker zal echter trachten om zooveel mogelijk te blij ven in de lijn,als door den Voorzitter aangegeven. Er is indertijd een besluit g enomen tot instelling van de functie van Administrateur bij den Dienst van Openbare Werken.De benoeming van den functionaris werd aan Burgemeester en Wethouders gelaten,eie toen ook een Administrateur benoemd hebben. Nu er echter een jaar verlo.open is,wordt gezegd,dat de administrateur niet meer noodig is,de functie kan worden opgeheven en men kan volstaan met de aanstelling van een gewonen boekhouder.Dat is naar sprekers inzicht niet juist.De rapporten welke over deze zaak verschenen zijn,hebben spreker niet bevredigd. Deze rapporten handelen voornamelijk over den persoon,niet over de administratie enden omvang daarvan.Wanneer spreker het rapport van wethouder Juten op den voet zou volgen,dan zou hij noodzakelijk per soonlijk moeten worden en daardoor weer afwijken van de door den Voor zitter aangegeven richting.Spreker zal dit dus niet doen,maar toch moet spreker zeggen,dat het hem verwonderd heeft,dat de heer Juten in zijn rapport zegt,dat hij eerst in Januari inzage heeft genomen van de administratie van Gemeentewerken.Wanneer spreker tot wethouder zou zijn benoemd,dan.zou zijn eerste werk geweest zijn om zich op de hoogte te stellen van de administratie van den tak van dienst,welke hem als wethouder zou zijn aangewezen.Uit de rapporten van den heer Juten blijkt echter,dat hij dit niet gedaan heeft en pas in Januari zich daarvan op de hoogte stelde.En toen is het naar sprekers meening nog slechts een oppervlakkige kijk geweest.De toelichting,welke de heer Juten geeft,is geheel onjuistSpreker is overtuigd,na de demonstratie welke voor de leden van de Commissie voor Openbare Werken gegeven is, dat de administratie voor het overgroote deel buiten de boeken ligt, Men kan daarom niet het werk in de diverse boeken nemen als maatstaf voor de werkzaamheden aan deze betrekking verbonden,zooals toch de heer Juten doet.Verder heeft de heer Juten het grootste deel van zijn rapport besteed aan den persoon en slechts een klein deel aan de betrekking, terwijl toch aan Burgemeester en Wethouders verzocht was om een uiteen zetting van de reden,waarom de betrekking niet meer noodig was. Bij de stukken is ook gelegd het rapport van den accountant Vuister. Uit dit rapport kreeg spreker den indruk,dat deze accountant voor de samenstelling van zijn rapport te rade is gegaan bij den heer Juten, daar het geheel in diens geest gesteld is.Beide rapporten zijn grooten- deels gewijd aan den persoon en behandelen slechts voor een klein ge deelte de administratie zelf.Spreker moet zeggen,dat het tegen elk belang van de gemeente indruist,dat een accountant rekening houdt net, diverse meeningen en stroomingen in den Raad.De accountant moet zijn eigen meening weergeven zonder zich daarbij te laten beïnvloeden.In zijn rapport vergelijkt de accountant de administratie van Openbare Werken met die van de Gemeentebedrijven,speciaal de verbruiksadministra- tie,en ofschoon hij in zijn rapport ook zegt,dat een dergelijke verge lijking eigenlijk niet gemaakt kan worden,omdat aan de verbruiksadmini- stratie bij de Gemeentebedrijven niet precies de hand is gehouden,is toch zijn conclusie uit deze vergel ijking,dat de functie van administra teur bij Openbare Werken niet noodig is.In verband met den achterstand welke bij Openbare Werken moest worden ingehaald toen de administrateur

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1928 | | pagina 109