13. Zonder hoofdelijke stemming wordt thans toesloten aan Ged.Staten te toerichten,dat de Raad zijn toesluit handhaaft,terwijl tevens mededeeling zal worden gedaan van hetgeen in den Raad over dit punt gezegd is. De VOORZITTER meent,dat nu ook aan de orde kan komen het voorstel van den heer Demmers om tot verkiezing van den Voorzitter van het College van Regenten van het Algemeen Burger Gasthuis over te gaan, overeenkomstig de toepaling van het oude reglement.In verhand met de toelangrijke toe slissingen, welke to innen korten tijd te verwachten zijn, kan het wenschelijk geacht worden,om het College van regenten voltal lig te maken.Ingeval de Raad tot de verkiezing van een Voorzitter zou overgaan,wil spreker er echter uitdrukkelijk toij bepalen-,dat deze be noeming geen kracht heeft voor de verkiezing van een Voorzitter volgens het nieuwe reglement.Als het nieuwe reglement zal zijn goedgekeurd, zal men dus weer geheel vrij zijn in zijn keuze. De heer WALDER zou met de benoeming van een Voorzitter toch liever wachten tot de beslissing van Ged.Staten er is.Spreker verwacht,dat deze beslissing er binnen een maand zal zijn,zoodat waarschijnlijk reeds in de volgende raadsvergadering tot benoeming van een Voorzitter zal kunnen worden overgegaan. Mocht de beslissing van Ged. Staten zoodanig zijn,dat de Raad darvan in hooger toeroep zou moeten gaan,den is spreker er wel voor te vinden,om de verkiezing van een Voorzitter niet langer uit te stellen.Naar sprekers meening betreft het hier dus een uitstel van nog hoogstens een maand. De VOORZITTER deelt mede,dat Burgemeester en Wethouders ach bereids tot het College van Regenten hebben gwend met de vraag,of dit college er bezwaar tegen heeft,dat volgens het oude reglement het college vol tallig zou worden gemaakt door de benoeming van een Voorzitter.Daarop heeft dit college geantwoord,dat het principieel zijn bezwaren tegen de vastgestelde reglementswijziging handhaaftdoch geen bezwaar heeft togen de benoeming van een Voorzitter volgens het oude reglement. De heer MUSTERS zegt zich met het voorstel van den heer Demmers te kunnen vereenigen.Wanneer Ged.Staten het reglement niet goedkeuren en de Raad gaat in hooger beroep,dan kan het nog geruimen tijd duren, voor deze zaak in orde is. De heer WALDER zou toch in elk geval willen wachten op het toesluit van Ged.Staten,waarmede naar zijn meening hoogstens een maand gemoeid is. De VOORZITTER stelt dan voor om aan de agenda toe te voegen de benoeming van een Voorzitter van het College van Regenten ven het Algemeen Burger Gasthuis. Dit voorstel wordt in stemming gebracht en aangenomen met 11-5 stemmen. vóór stemden de heeren Mourer,Demmers,Harmsen,Juten,diepe,Veroiest, Loos,BechtAntheunis,lusters en Simons. Tegen stemden de heeren bruizeScheffelaar,de Jong,ïïaldcr en Vriens. Hierna is aan de orde de benoeming van een Voorzitter van net College van Regenten van het Algemeen Burger Gasthuis. Tot stembureau worden door den VOORZITTER aangewezen de heerenuem- mers, de Jong, en Becht. Bij de stemming worden uitgebracht ló stemmen,waarvan 10 op den heer Juten,op de heeren Becht,Dikland en Vriens ieder 1 stem en 3 blanco, zoodat de heer Juten benoemd is. De VOORZITTER vraagt den heer Juten of hij zijn benoeming tot Voor zitter van het College van Regenten van het Algemeen Burger Gasthuis aanneemt. Wethouder JUTEN zegt,dat,ofschoon deze benoeming voor hem wol erg onverwacht is gekomen,hij de functie,onder dank aan de leden voor het in hem gestelde vertrouwen,aanvaardt. XII. BS HERT INGEN VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN NOORDBRABAKT OP DE JTE 10 ED- X EUR ING INGEZONDEN VERORDENING VAN HET ALGEMEEN BURGERLIJK AIM.BE STUUR, VASTGESTELD IN DE VERGADERING VAN DEN RAAD VAM 26 April "L928. De heer XüEÜE stelt voor,om ook over dit punt aan Ged. Stat-.. 3 berichten,dat de Raad zijn beslissing handhaaft. Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten aan Ged.Staten te berichten dat de Raad bij zijn besluit persisteert op dezelfde gronden als inge voerd bij het reglement van het Algemeen Burger Gasthuis, met u i taxa er ing voor wat betreft het beroep op vorige reglementen,terwijl eveneens aan Ged.Staten zal worden medegedeeld,hetgeen in deze raadsvergadering over dit punt gezegd is.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1928 | | pagina 108