Het voorstel van Burgemeester en MethoudersVerzameling lcRb,No. 4-0,
wordt hierna zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
XI. BEMERKINGEN VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAL: NOOREBRABANT 01 Dl TER
GOEDKEURING AANGEBODEN VERORDENING 'TOT ÏÏIJZIG-ING VAN HETREGLÏ
MENT VOOR HET ALGEMEEN BURGER GASTHUISVASTGESTELD-IN DE VERGA11
DERING VAN DEN RAAD VAN 30 Maart 1921.
De^ heer DE JONG zegt,dat hij wel een beetje vreemd stond te wijken,
toen hij den brief van Ged.Staten las.Spreker meent,dat de continuïteit,
die hierbij wordt voorgestaan,toch niet zoo erg in het gedrang komt,
wanneer besloten wordt,dat de Voorzitter van het College van Regenten
van het Algemeen Burger Gasthuis een raadslid zal zijn,daar het zich
niet laat aanzien,dat een raadslid,welke in die post wordt benoemd,
niet meer terug zal komen in den Raad bij volgende verkiezingen.Die
mogelijk bestaat natuurlijk,maar dan moeten er toch al rare dingen
gebeuren.Spreker weet wel,dat er bij de laatste verkiezingen rare
dingen zijn gebeurd,maar dat zal toch niet zoo vaak voornomen.Maar ook
toen was de persoon,die Voorzitter van het college van regenten was,
weer als raadslid herkozen,en dat hij geen zitting heeft genomen is
slechts te wijten aan de omstandigheiddat zijn fractie weigerde de
behaalde raadszetels in te nemen.En het is toch een zeer logisch
gevolg van zulk een optreden,dat de leden van die fractie ook de be
langrijke functies in semi-gemeentelijke instellingen verliezen.Spreker
meent echter,dat dergelijke gevallen gerust uitgeschakeld kunnen orden,
want volgens spreker lijden dergelijke menschen aan een zoodanig gemis
aan gemeenschapsgevoeldat hun een gemeenschapstaak als deze,beter niet
is toevertrouwd.Spreker kan daarom het bezwaar van Ged.Staten ook niet
au serieux nemen.Spreker aiet heelernaal niet in,dat de continuïteit
beter gewaarborgd zou zijn,wanneer een der burgerregenten Voorzitter
van het College zou worden,daar het dan evengoed gebeuren kan,dat iemand
die daarvoor niet bekwaam is,reeds na een jaar van zijn functie wordt
ontheven.
Spreker is van meening,dat de Raad er lang genoeg over gesproken
heeft en de zaak nauwkeurig heeft overwogen,voor hij zijn besluit in
deze nam,en daarom is spreker er voor,dat aan Ged.Staten bericht wordt,
dat de Raad zijn besluit handhaaft.
De heer KISPE kan zich ook niet vereenigen met het antwoord van Ged.
Staten.Spreker zou er op willen wijzen,dat ook volgens het oude regle
ment bepaald werd,dat de Voorzitter van het College van Regenten een
raadslid moest zijn.Dat is toen ook door Ged.Staten goedgekeurd.Nu
echter door de politieke verwikkelingen in deze stad de Voorzitter van
het college van regenten verplicht is geworden heen te gaan,wordt door
deze bepaling de continuïteit van het voorzitterschap in gevaar geacht.
Spreker vindt dit niet juist en is ook voor handhaving van het Raads
besluit.
De VOORZITTER zegt,dat vorige vergadering de kwestie van het alge
meen Burger Gasthuis lang en breed is besproken.Spreker wenacht geen
herhaling van het debat en zou daarom willen voorstellen,dat aan Ged.
Staten bericht wordt,hetgeen in deze vergadering naar aanleiding van
hun schrijven gezegd is.Spreker wil als zijn meening nog wel even zeggen,
dat,wanneer hij tot regent van het Algemeen Burgerlijk Gasthuis zou
worden benoemd,en hij kreeg een Voorzitter thuis gestuurd,hij zich niet
voor de volle 100% regent zou voelen,waar hij bij dergelijke belang
rijke beslissingen geen medezeggingschap heeft.Daarom acht spreker het
niet juist om den Voorzitter uitsluitend uit de regenten-raadsleden
te benoemen.
Spreker stelt thans voor om aan Ged.Staten te berichten,dat de Raad
zijn besluit handhaaft,onder bijvoeging van een uittreksel uit de notu
len omtrent dit punt.
De heer DE JONG zou in het antwoord aan Ged.Staten er den nadruk
op willen leggen,dat,wat ook veranderd is in het nieuwe reglement,de
bepaling van het oude reglement toch is gebleven,dat de Voorzitter van
het College van Regenten een raadslid moet zijn.
De heer WALDER wenscht ook bij de reeds genomen beslissing van den
Raad te blijven.Het lijkt spreker ook wel gewenscht Ged.Staten er op
te wij zen,dat verandering van Voorzitter met deze regeling slechts
zelden zal gebeuren.De voorlaatste Voorzitter is zeer langen tijd in
die functie geweest en is daar eerst vervangen,toen hij ophield raads
lid te zijn,terwijl het bij den laatsten Voorzitter diens eigen schuld
is,dat hij niet herbenoemd werd.Spreker is van meening,dat het voor de
cont/inuïteit veel gemakkelijker is als een raadslid Voorzitter van het
College van Regenten is.