I 8.- met eene ontkenning af, Spreker n emt dergelijke handelwijzen uit~ vloeisels van droevige pol.it; eke zeden. Spreker wijst er op,dat het plegen van malversaties altijd geen diefstal van geld behoeft te zijn. Spreker wil nog opmerken,dat er in 1921 een voorstel was om van het belastbaar bedrag te heffen; \n 1922 hief men 100 opcenten en een zeker percen tage De heer JUTEN wijst er op,dat bij de voorbereiding van de behandeling der begrooting de beide wethouders ontbraken; van de 17 raadsleden v/aren er 8 absent Spreker vindt een dergelijk begroo tingsonderzoek monnikenwerk. Over het verslag der rapporteurs is spreker ook niet tevreden; spreker heeft geen ontwerp gezien. Op sommige punten is het verslag onnauwkeurigde Jurgemeester is "partij" en diens meening domineer t De Voorzitter - aldus de heer Juten - noemt de vermindering der be lasting eene uiting van 11 te hoog opgevoerd optimisme", Spreker noemt zulks valsche voorlichting. In 1922 werden voor het eerst naast de plaatselijke inkomstenbelasting de 100 opcenten ingevoerd,die voor 1922 geraamd werden op f,19000,--*,» Deze opcenten vertoonen een stijging tot resp. f.125000,-- en f.164000,-- in 1923 en 1924. In deze stijging vond men aanleiding het heffingspercentage voor de eigen plaatselijke inkomstenbelasting te brengen op 1-g-, In 1923, toen de inkomens aller wegen daalden,moest er worden bezuinigd,maar men weigerde naar spreker te luisteren. Spreker heeft ook thans in de Commissie tal van bezui nigingsvoorstellen gedaan. Met goeden er ernstigen wil valt er nog heel wat te bezuinigen. De heer A,. VRIENS zegt door een ongeval helaas niet aan de besprekin gen in de Commissie te hebben kunnen deelnemen. Het heeft ook spreker ge troffen,dat Burgemeester en Wethouders eerst mededeelden,dat er bij een heffing van 4$ een tekort op de begrooting zou zijn van f.70.000,-- en thans nu de Raad besloot slechts 3^ te heffen,blijkt er ook slechts een tekort te zijn van f.70,000,--» Vervolgens heeft het spreker verwonderd, dat Burgemeester en ./et- houders thans weder aankomen met een voorstel tot heffing van eene straatbelasting en tot verhooging der havengelden; spreker noemt dit spotten met de meening van den Raad. Sprekr meent,dat er inderdaad nog heel wat kan worden bezuinigd, o»a. op het onderwijs. Spreker wijst ook op het verschil in maats tafda i; wordt aangelegd bij de schatting van verschillende scholen. In dit verband herinnert spreker er aan,dat de school te Nieuw-Borgvliet met 5 localen voor f.9000,-- aan het schoolbestuur werd overgedragen. Trekt men hier de waarde van den grond ad f,2000,-- af,dan komt men op eene schatting per locaal ad f.1400,--. Legt men nu den zelfden maatstaf aan vcor de Neutrale School met 8 localen,dan zou men moeten komen tot een bedrag van 8 x f.1400,-- is 4_ f.11000,-~ plus de waarde van den grond ad f.6000,-- is f.17000,--. Hoe hoog werd de Neutrale School in werkelijk heid geschat? De schatting moest plaats hebben naar hetzelfde tijdstip als waarnaar de schatting der school te Nieuw-Borgvliet plaats gevonden had. Schatters waren de heeren Rampart voor de gemeente, Scheffelaar voor het Rijk en spreker voor het schoolbestuur. Nadat de schatters het eens waren geworden over de v/aarde van den grond ad f,6000,--, kwamen zij aanvankelijk voor den dag met deze cijfers: Rampart f0 44000,-- Scheffelaar 30500, *•- A.Vriens 31000,-- Toen de heer Scheffelaar echter de cijfers van den heer Rampart zag, zeide hij,dat hij zich vergiest had en vergeten had de waarde van den grond ad f.6000,-- er bij te trekken! Naar aanleiding van net aanleggen van Ben zoo verschillenden maat staf,heeft spreker den heer Rampart verweten,dat hij inderdaad een goed schatter is voor een schoolbestuur. Spreker wijst ook op de schatting en herschatting van de Petrus Canisiusschoo"1.Spreker hoopt,dat het nieuwe Dagelijksch Bestuur beter zal weten te bezuinigen. De Raad nam indertijd het besluit de havengelden niet te verhoogen; thans doen Burgemeester en 'Jethouders wederom een soortgelijk voor stel bij denzelfden Raad; spreker had het meer respectabel gevonden, indien dit voorstel «ohterwege ware gebleven-

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1927 | | pagina 8