14. 77ij hebben reeds opzichters genoeg,Mijnheer de Voorzi tter en dat ik niet zal komen met voorstellen om deze te verminderenspruit voort uit het volle ver trouwen, d it ik heb in den ",7e thouder. van Openbare Merken,waarvan ik vertrouw,dat die in het College van Burgemeester en Wethouders zal komen met al die voorstellen,welke tot vermindering zullen leiden. Maar als het mij van een der posten duidelijk is,dat hij geen ijzer met handen kan breken,dan is het wel met dezen wet houder Door die werkverdeeling,Mijnheer de Voorzitterkomen ook meer vaste werklieden vrij,om in het najaar met alle macht eens te gaan wericen aan de zandwegen in de buitenpoorterijdie schandelijk verwaarloosd zijn. Mochten Burgemeester en Wethouders reeds in deze vergadering vijandig staan tegen de door mij aanbevolen verdeelingdan zal ijo mij genoopt voelen,aan de vergadering een voorstel in te dienen. Mijnheer de Voorzittervoor de begrooting 1928 heb ik mij deze punten tot taak gesteld; andere leden zullen weer wel andere zaken en andere voorstellen naar voren brengen. Zooals ik hoop,dat men mij zal steunen in het door mij naar voren gebrachtezoo zal ik oow steu nen al die voorstellen van collega'sdie tot betere besteding der belastingpenningen en zoo mogelijk tot verlaging kunnen leiden. Tot slot,Hijnheer de Voorzitterzou ik nog een vraag willen stellen. Hoe staat het College met de eigenlijke afrekening van het tekort van den oud-gemeente-ontvanger? Ik meen,dat daaraan wel eens een einde mag komen De heer Demmers dient hierop zijn voorstel in,hetwelk luidt ais volgt: "De Raad der gemeente Bergen op Zoom in zijn vergadering van "28 December 1927besluitdat in 1928 geen ambtenaren,beambten "en werklieden zullen aangesteld worden in pensioengerechtig- "den dienst en daarenboven alle in dat jaar voorkomende vaca tures niet aan te vullenzonder voorkennis van den Raad". De heer KIEEE. Mijnheer de Voorzitter. "Wanneer ik hier het wpord vraag voor het houden van algemeene beschouwingen,dan ligt net niet in mijn bedoeling hier een ellenlange speech te houden over den politieken en economischen toestand van onze gemeente; ook niet, om de oorzaken en gevolgen van den uitslag der laatstgehouden raadsveikie zing te bespreken; het is alleenMijnheer de Voorzitterom mijne vreugde er over te kennen te geven,dat sinds vier jaren,^dezen keer weer voor het eerst de begrooting in behandeling komt voor het jaar, v/aarvoor de begrooting moet dienen,reeds voor een goed deel is ver streken en waardoor alle mogelijke ongewenschte toestanden worden geschapen in de huishouding der gemeente. Dit is het eerste en voor naamste voordeel van deze begrooting. v.np.,n Ten tweede moet ik verklaren, dat de begroo tmgdie wij met baioeger in de afdeelingen hebben behandeld,staat in het teeken van zuinig ici; om U de waarheid te zeggen,had ik van aic College van flurbem06ot. Wethouders ook niet anders verwacht. Ik heb dan ook gemeend hier een woord van lof niet te mogen oi. houden ten eerste aan onzen accuraten en plichtsbeseffenden secretaris welke lofbe tuiging natuurlijk terugslaat op zijn staf van arubtcnar en, en ten tweede komt een compliment toe aan dit College van burgemees ter en 77ethouders Ik hoop,dat door hun ijver en werkzaamheid de mogelijkheid wordt ge schapendat de begrooting in 1928 einde zal worden aangeboden. Bij de artikelsgewijze behandeling noop i- I een en ander in details terug te komen. Nu een enlcel woordje over punt 15 der agenda: de pens ïoensdij drage der ambtenaren. Over dit punt zullen de leden der R.K.Stadspartij heel lcort kunnen zijn,omdat het voorstel onze algeheels, heeft. Ik kan gerust namens deze kwestie^ noodzakelijk voor,het voor en tegen van dit voorste 1 nog 6|- uitmeten. Jij zijn blij,dat eindelijk dit voorst el den Raad °«o ;t, geheel de stad nacht er op; dat doorloopend uitstellen we, te tijna 9l lann voor deze vergadering hebben bestudeerd en t nomu ons me noodzakelijk voor,het vóór en tegen van dit voorstel n°g_«ns t^gaan uitmeten. .Tij zijn blij,dat eindelij* aio voors geheel de stad wacht er op; dat doorloopend uit: het idee,alsof de beide wethouders ook deze zaak nie diern als cevolg van allerlei futiele haarkloverijen. De VOORZITTER: Een dergelijke beschuldiging en in^inua ie aan daal van het Dag.Bestuur laat ik met passeeren. Ik verzoek J d. wnnrden te v/iizigen of ze anders terug te nemen. heer KIEEE vindt dat niet noodig en verklaart ze ook me u - e, De te nemen. b r, O nnir d C 7. F. Zaak niet hOn(i€n DC.Ko.JOfc'

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1927 | | pagina 87