13. niet omdat ik met dit schema van finantieel beleid in 1928 tevreden ben. Er zou nog heel wat meer ingekrompen moeten worden,wil ik er met sympathie tegenover komen te staan. Toch stel ik in de meerderheid vm het tegenwoordige Dag.Be stuurdat ik mee heb helpen kiezen,het volle ver trouwenen ik hoop,dat ik er volgende jaren nog meer mijn ver rouwen aan kan geven. Maar het zal den Wethouders wel niet meegsrvallen zijn om in het ontzettend opgeschroefde beheerwaar in de ambténaren woo wao den baas speeldendie orde te stellen welke noodig is,om langzaam maai zeker te komen tot een saneering der gemeente-financien. Een saneering, Mijnheer de Yoorzitterdie tot uitdrukking zal dienen te komen m een verlaging van den Hoofdei ij ken Omslag. Vooral voor den kleinen man Ik wil mij gaarne houden aan het standpunt van het College,dat over het heffingspercentage nog weinig te zeggen valt voor Maart 1928maar ik hoop dan ook,dat het College met juiste en^uitvoerige cijfers zal komen om vast te stellen, of het mogelijk is voor 1 Mei 19^8 reeds e komen met een voorstel om de grondslagen van ae heffing een beetje e wijzigen. Daarbij Mijnheer de /oorz i t ter zal ik me laten leiden door cijfers,die ik zelf verzamelen zal om een oordeel te vormen, terwijl ik me ook aan zal sluiten bij al diegenen,die het noodzakelijk vinden evenals ik,om iets te doen voor de zeer lage inkomens. Het eerste,v/at mij bij de becijfering van allerlei gegevens opvielwasdati inkrimping van personeel nergens te bespeuren viel. Begrijp mij goed,Mijnheer de Voo r z i 11 erik wil nog niet- tornen aan den loonstandaa.rd - hoewel die voor sommige beambten en werklieden toch nog te hoog vind -, de bezuiniging wil ik,naast een verhooging van pensioensbijdragezoeken in een kleiner aantal werklieden in het algemeenmaar vooral van e aantal in pensioengerechtigden dienst; op die wijze tornen wij dan zoo weinig mogelijk aan verkregen rechtenzooals de rijksambtenaren dat zoo dikwijls zeggen. Er zijn in onze s tad ook in den zomer zeei ve e werlcloozendie men voor eenige maanden,als het noodig is zelfs voor jaren, op arbeidsovereenkomst in dienst kan nemen. Daar het aanstel en van de meeste werklieden en beambten in handen is van Burgemeester en Wethouders en van de hoofden van dienst, acht ik het wenschelijk aan den Raad de beslissing te laten,dat uitbreiding en bij sterfgeval o pen sionneer ing ver vanging van pensioeh trekkende ambtenaren en veld lieden in 1928 niet mag geschieden. Ik maalp daar een voorstel van,Mijnheer de Voorzi t ter dat U strakjes als het U past,maar voordat de begrooting is afgehandeldaan de ver gadering zult willen voorleggen. Mijnheer de Voorzi t terer zijn bij Gemeentewerken 22 werklieden m dienst; waarvoor die allemaal dienen,heb ik nog niet vermogen te achterhalen. Daarin zal mettertijd wel een wijziging gebracht worden, hoop ®k. Maar ik zou toch wel het volgende willen vragen: dit jaar het boomen snoeien geen gebruik te maken van een werkman van de nciae- maatschappij Een der tuinlieden die altijd aanwezig is geweest 01J dat werk,zal dit nu wel geleerd hebben zoo nie t clan mogen wij aannemen, dat hij onbekwaam is als tuinman en dient hij ook niet tegen een zoo hoog loon in dienst te blijven. Voor alle menschen.die ter plaatse de oogeen den kost geven, is het, vol ergernis te zien,dp welke wijze de vaste werklieden jaar in jaar uit bezig zijn de Zoom en andere waterloopen schoon te maken. doop, dat met mij de Raad de wenschelijkheid zal uitspreken,dat dmt m den vervolge aanbesteed zal worden. Dan komen die uitgaven wel extia op de begrootingmaar.Mijnheer de Voorzitterdie genen die dan vroeger daar aan te werk gesteld werdenkomen dan geheel vrij voor de have- n en zal het schoonmaakwerk daar beter en uitgebreider geschieden. Daar aan onze haven toch al weinig geschiedtzal deze tak van dienst dus beter verzorgd geraken. „„v Door deze wer lever dee ling zal de opzichtersbaas van net buitenwerk loinnen verdwijnen. Deze is in 1928 op pensioenrechtenjken leeftijd gekomen en het is dus niet noodig in 1928 een nieuwen aan te stellen. Een voorman van onze havenwerkers verricht dan minstens evengoed en veel beter dezelfde diensten. Ik hoop niet.Mijnheer de Voorzit terdat het noodig is hierover een stemming uit te lokken. Het hierdoor aan gekondigde voorstel houdt reeds deze kwestie iri; verhooging van pos in verband met de aanbesteding is niet noodig,daar er een gedee l,c,v' het salaris van den baas vrij komt. Het is ook niet noodig mooi mij uiteen te zetten het belang van toezicht, daarvan ben ik zeer goed op de hoogte. Maar wij hebben reeds opzichters in vasten dienst genoeg en die"kunnen zoo noodig ook met het opzicht van dat werk belast worden.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1927 | | pagina 86