10. straten is noodzakelijk,maar hoe denkt men zich de dekking van die schuld voor de overige jaren? Is men zeker dat,waar de lasten stijgen, men het volgend jaar geen nieuwe bronnen zal moeten aanboren? Het is m.i. te veel gewaagd en ik zal mijn stem dan ook niet aan het voor stel geven. Dan,Mijnheer de Yoorzitter,moet men geen reserve vormen om straks de domeingronden af te lossen? Stel,da; de verkoop eenige jaren stil staat en de opbrengst ven den verkoop laait,dan zal men dit toch weer uit de belastingen moeten putten. Vervolgens,Mijnheer de Voorzitter, hoop ik,dat het gewijzigde uitbreidingsplan spoedig den Raad zal aan geboden worden. Nog wil ik wijzen op den onhoudbaren toestand op het Port. Ik had zeker verwacht dat,waar men reeds plannen hiervoor in portefeuille heeft,op deze begrooting hiervoor een post uitgetrokken zou zijn. Die toestand kan en mag daar niet langer zoo voortbestaan en ik geef het Dag.Bestuur in overweging,spoedig met voorstellen en een goed bestudeerd rioolplan dienaangaande bij den Raad te komen. Nog wil ik op een bron van inkomsten wijzen,die naar mijn meening verhoogd kan worden en wel de vermakelijkheidsbelasting. Dienaan gaande zal ik straks misschien ook een voorstel doen. Ook staatMijnheer de Voorzit terde werkloosheid weer voor de deur. Velen zijn zonder v/erk en ik zou in dit verband als eerste werkver schaffing aan willen wijzen het afwerken en afmaken van den Hazenkop- weg. De kei slag is er reeds voor aanwezig en wanneer de huidige toe stand zoo langer blijft gehandhaafddan zal het gedeelte wat aange legd iswederom worden stuk gereden. Hiermede eindig ik mijne alge meens beschouwingen.Mijnheer de Voorzitter; ik zal bij de ar tikels- gewijze behandeling van de begrooting op een en ander terugkomen. De heer VRIENS. Ik had niet het plan algeméene beschouwingen te houden bij de behandeling van de begrooting,maar als rapporteur van commissie no.l en als eindrapporteur heeft het antwoord van Burgemees ter en Wethouders me zoo weinig bevredigd.dat ik toch enkele woorden aan de algemeene beschouv/ingen zal wijden. Ik zal niet te breed uit wijden over het verloop van de dit jaar gehouden verkiezingenmaar toch meen ik even te moeten memoreerendat uit den uitslag van de verkiezingen m.i. de ontevredenheid van de ingezetenen met het vroegere bestuur blijkt en dat tevens door dezen uitslag is uitge sproken de verwachting,dat het nieuwe bestuur het beter zou doen. De R.K.Staat spar tijdie 7 zetels had behaald,heeft zich aan het bestuur onttrokken en de zetels aan andere partijen overgelaten. Mijnheer de Voorzitterik kan niet zeggen,dat ik tevreden was met den uitslag der verkiezingenwaar mijn partij slechts 1 zetel behaalde. Vele kiezers hadden hun hoop gevestigd op lijst 4,gezien het aantal stemmen,dat die lijst behaaldedoch door het terugtrekken van de R.E. Staatspartij werd hun aantal van 6 nog met 3 vermeerderdwaardoor zij 9 zetels bezetten en in alle omstandigheden de meerderheid hebben. Mijnheer de Voorzitterde kiezers doopten,dat door het nieuwe bestuur byzondere bezuinigingen zouden worden ingevoerd en de belas ting zou v/orden verlaagd, zooals in uitzicht was gesteld. In dat op zicht is mij echter de begrooting en de memorie van antwoord een teleurstelling geworden. Thans moet aan gemeentebelasting f.210000,-- worden opgebrachtwat gelijk is aan een heffing van 2%,zooals op het moment ook gpheven wordt. Ik onderstreep ten volle,dat het gemeente lijke huishouden niet met een handomdraai is te veranderen,maar ik meen toch,dat verschillende posten op de begrooting prijken,die door de meerderheid van het Dag.Bestuur.de beide wethouderstoen ze nog geen wethouder -waren, bij de behandeling van de begrooting 1927 te hoog werden geacht en nu voor het volle pond op de begr'ooting zijn ge bracht. Geen enkele verlaging is thoms bij dit Dag.Bestuur ook moge lijk. Dit stemt niet hoopvol en zal ook bij de belastingbetalende burgers veel teleurstelling wekken. Het schynt.dat het woord bezuini ging voor de wethouders nu anders klinkt,dart toen ze nog gewoon lid van den Raad waren. Ik wil een geval noemen. Laatst kwam ter sprake het aanschaffen van een brandkast voor de gemeentebedryven. De Voor zitter van de commissie zag niet op tegen deze aanschaffing. De VOORZITTER: Gaat het aan,dat U mededeelingen uit de commissie doet? De heer VRIENS:Dat ligt niet in mijn be do cling,maar ik wil slechts zeggen.dat den wethouder thans een bedx-ag van f.1100,-- voor aanschaf fing van een brandkast van zeker merk niet hoog voorkomtterwij 1 hij er vroeger als gewoon lid van den Raad zeker aanmerking op sou hebben

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1927 | | pagina 83