11.
smokkelarij in hooge mate in de hand werlcen, terwijl het houden van
geheime distilleerderijen schrikbarend zou toenemen.
De VOORZITTER zegt,dat Burgemeester en Wethouders zich in een eigen
aardige positie bevonden bij het opmaken van het voorstel.
Er is een verordening. Sedert het vaststellen van die verordening
is de Raad daarvan al herhaalde malen afgeweken. Spreker heelt voor
zich een voorstel van Burgemeester en /ethouders van 10 December 1926
betreffende een afwijking van de verordening ten aanzien van de bier
brouwerij De Zwarte Ruiter". Dit voorstel is juist hetzelfde als dat
thans voor ons ligt. Spreker is het met den heer /aider eens,dat wan
neer de Raad bij herhaling de verordening onder den voet loopt,zulk
een verordening dan niet tot eer van den Raad strekt. Burgemeester en
Wethouders hebben niet met veel enthousiasme dit voorstel gedaan. Zij
stonden echter voor een,wat men zou kunnen noemen jurisprudentie van
den Raad, Al meerdere malen is de Raad van de verordening afgeweken en
het is aan den Raad om weer op het goede pad terug te koeren. Mocht de
Raad afwijzend op het verzoek be schikken,dan zullen Burgemeester en
Wethouders in den vervolge niet meer met.een voorstel komen om af
wijking toe te staan. Spreker vindt er toch iets pijnlijks in als thans
het voorstel van Burgemeester en Wethouders zou worden verworpen,want
dan zou de schijn gewekt kunnen worden,dat dit geschiedt aan de^hand
van een bepaald geval, m,a,w, dat het niet om de afwijking van ae
verordeningdoch om den persoon gaat. En dat vindt spreker niet juist.
Wil de Raad verandering brengen in dezen to-e standdan zal hij ver
standig doen dit bij de behandeling van de oegrooting ter sprake te
brengen. Dan is er geen bepaald geval aan de orde. Een raadslid zou^
dan b#v, de wenschelijkheid kunnen uitdrukken om de bestaande verorde
ningen voor de verlofslocaliteiten na te leven.
De heer VERBIEST meent,dat de verordening thans veel te streng
is in vergelijking met de wet.
De VOORZITTER merkt op,dat de Raad daartoe de bevoegdheid heeft.
De heer VERBIEST zegt,dat het z.i. niet juist is,nog verder te gaan
dan de wet. Spreker stelt dan voor.de verordening geheel te herzien.
De VOORZITTER zegt,dat dit thans niet- aan de orde is. Bij de be
handeling van de begrooting kan ieder Raadslid daarover spreker en
b,v, wijziging vragen in den vorm van een motie.
De he er VREENS wijst nogmaals op de groote afwijkingendie bij dit
lokaal bestaan,en op de omstandigheid,dat wel meerdere malen afwijking
is toegestaan,maar dat dit geschiedde ten behoeve van den persoon,aie
op 1 Augustus 1922 in het pand het vergunningsbedrijf uitoefendehet-
geen thans niet het geval is.
De heer MUSTERS vraagt, of er geen advies is ingewonnen van de
Ge zondhe idscommis sie
De VOORZITTER zegt,dat zulks niet noodig is.
De heer VAN AS merkt op,dat toen de verordening gemaakt is, spreker
geen raadslid was. Men is later meerder malen van de verordening af
geweken omdat de bepalingen der verordening strenger zijn dan die
der we t
Het voorstel van Burgemeester eh ./ethouders m stemming gebracht
wordt aangenomen met 13-4 stemmen.
Voor stemden de heeren Hourer,Loos,HarmsenBechtvan As,Verbiest,
Simons, Kruize ,Demmers Kiepe ,'WalderTuten en Musters.
Tegen stemden de heeren Dikland,Scheffelaarde Jong en A.Vriens.
XIVOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN '/ETHOUDERS TOT HET VASTS TEINT;
MINIMUM-VERKOOPERIJZEN VOOR DE" VOORMALIGE DOMEINGRONDEN,GELEGEN
AAN DEN POSTER-BOULEVARD.DEN NOORDSINGEL EN DEN ZOOMWEG.
(Verzameling 1927, No.88.)
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten.
XII. VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN .ETHOUDERS TOT:
a. Het IN BEHEER EN ONDERHOUD BRENGEN RIJ DE olicHTING
TELIJK 7/ONINGBEHEERVAN DE WONINGEN III DE GOUDENBLOEMSTRAaT
No.15-15-17 en 19 en SCHOOLSTRAAT nö.24;
bHET VASTSTELLEN VAN DE MINIMUM-HUUR PRIJZEN VOOR DEZE WONINGEN^
(Verzemeling 1927 No 96
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming worat overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en ./ethouders besloten.