g.
De heer DIKLAND vraagt ox de zaak wel van zooveel gewicht isTd3-t
het noodig is,dat er een gewichtige Commissie wordt benoemd.Er is
toch een Dagelijksch Bestuur en wanneer dit de zaak onderzoekt zou
kunnen blijken,dat de zaak heolemaal niet van gewicht is,Wanneer mocht
blijken dat het wel een gewichtige kwestie is,dan kan de Raad nog al
tijd beslissen wat hij in deze geschiet enis wil doen.
De heer DE JONG is er voor een zoo klein mogelijke Commissie te be
noemen en wel van 3 leden or. dat,wanneer het noodig is het onderzoek uit
te breiden tot andere gemeenten,er toet slechts enkele personen naar
toe kunnen gaan;bij de leden,die thuis moeten blijven is dan toch al
tijd een gevoel van onbehaaglijkheid,daar zij iets moeten onderteeke
nen, waarvan ze niet volledig op de hoogte en ten volle verantwoorde
lijk voor zijn.
Spreker gelooft niet,dat het Dagelijksch Bestuur er op gesteld zal
zijn zelf een onderzoek in te stellen.Het is ook weer volgens den
gewonen gang van zaken indien de Raad een Commissie uit zijn midden
benoemt
De heer KIEPE kan zich ook niet vereenigen met de zienswijze van de
heeren Scheffelaar en Dikland.
De heer MUSTERS is voor de benoeming van een Commissie van 5 leden,
dan zijn alle leden bevredigd,en er is geen gevaar,dat de Commissie
als een "doofpotcommissie" wordt betiteld.
De heer VAN AS wil allereerst mededoelen,dat men aan de hand van
de notulen en de besprekingen in de vorige vergadering zou kunnen op
maken, dat de directeur van de bedrijven onder drang van spreker,den
brief aan het gemeentebestuur heeft geschreven.Dat is echter niet zoo.
Dit is geheel vrijwillig geschied.
Op dit voorstel zou spreker een amendement willen indienen.Hij ziet
namelijk niet in,waarom hij voorzitter moet zijn van die Commissie.
Hij zou willen zien,dat een Commissie werd bepoemd van 5 leden,die
zelf uit haar midden een voorzitter benoemt.
De VOORZITTER is verrast over de gewijzigde meening van den heer
Van As,die zich nu niet aangewezen gevoelt voorzitter van de Commissie
ad hoe te zijn.Spreker is van meening,datwil de Commissie vlug en
vrucchtdragend werken,het noodig is,dat de leiding ervan is,in handen
van den voorzitter van de Commissie van de bedrijven,daar deze geacht
kan worden met de administratie en den gang van zaken bij de bedrijven
op de hoogte te zijn.Spreker is er niet voor om het onderzoek te dóen
geschieden door Burgemeester en Wethouders.Over deze aangelegenheid is
in den lande reeds zooveel stof opgewaaid,dat men het onderzoek zoo
breed mogelijk moet opzetten om zoodoende het noodige vertrouwen er
in te doen stellen.Niet alleen de Raad,maar ook de burgerij moet in
dezen overtuigd worden.Daarom blijft spreker bij zijn oorspronkelijke
meening de Commissie te doen bestaan uit 5 leden met als voorzitter
de heer van As.
Het voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt hierop zonder
hoofdelijke stemming aangenomen.
De VOORZITTER benoemt tot leden van de Commissie van stemopneming
de heeren Harmsen,Loos en Verbiest.
In de eerste plaats wordt overgegaan tot benoeming van een lid van
de Commissie van Toezicht op de Gemeente-Muziekschool.
Uitgebracht worden 16 stemmen,waarvan 13 op den heer A.I.A. de Kok
en 3 °P den heer Geuze,zoodat is gekozen de heer A.I.A. de Kok.
Vervolgens wordt overgegaan tot benoeming der Commissie ad hoe.
De heer DE JONG vraagt of de voorzitter ook een stem in de Commissie
heeft;dan zouden er 6 stemmen uitgebracht worden,hetgeen minder ge-
wenscht is met het oog op staken van stemmen.
De VOORZITTER is van meening,dat de Voorzitter in elk geval stem
gerechtigd moet zijn en wenscht hem daarom desnoods,bij staking van
stemmen,in de Commissie een beslissende stem te geven.Zulks is ook het
geval in het College van Burgemeester en WethoudersSpreker vraagt
of de Kaad zich hiermede kan vereenigen en tevens of de Raad er accoord
mede gaat dat de Commissie een matig crediet wordt verleend,ten laste
der Bedrijven.
Zonder hoofdelijke stemming wordt aldus besloten.