a
4
heid voor de nadee lenwelke er uit handelingen van het bestuur voor
de gemeente kunnen voortvloeien. En daarom is het gewenschtdat de
afgevaardigde lid van den Raad is. Spreker zou dan ook het bestuur
van de bouwvereeniging willen verzoeken de statuten zoodanig te wij
zigen, dat de benoeming van de afgevaardigden van de gemeente gelegd
wordt in handen van den gemeenteraad.
De heer JUTEN zou naar aanleiding van het gesprokene van den heer
A.Vriens willen opmerken,dat door het tegenwoordige bestuur van de
bouwvereeniging St.uoseph nieuwe statuien zijn ontworpen,waarin wordt
bepaald dat de vertegenwoordiger van de gemeente wordt aangewezen
door den Raad. Spreker deelt vervolgens mede,dat hij bestuurslid van
de bouwvereeniging en afgevaardigde van de gemeente is geworden in
1912.Toen hij in 1914 als lid van den Raad bedankteheeft hij zich
gewend tot Burgemeester en Wethouders met de vraagof zij het wen-
schelijk achtten,dat hij als bestuurslid van de bouwvereeniging be
dankte. Burgemeester en Wethouders hebben hem daarop geantwoord,dat
zij zulks niet noodig achtten. Spreker heeft toen gemeend in het
belang van de gemeente bestuurslid te moeten blijven. Indertijd was
de heer Somers ook bestuursliddoch toen hij als raadslid heenging,
nam hij ook ontslag als bestuurslid van de bouwvereeniging.
Naar aanleiding van een opmerking van den heer Kiepeverklaart
spreker,dat hij door den Voorzitter is uitgenoodigd in het toenmalig
College van Burgemeester en Wethouders eene uiteenzetting te geven
van den gang van zaken in de vergadering welke de andere vertegen
woordiger uit protest heeft verla'ten; spreker vónd het echter niet
noodig een uiteenzetting te geven.
De heer JALDER is het er mede eens,dat de benoeming van den ver
tegenwoordiger van de gemeente een recht van Burgemeester en Wet
houders is; spreker is het er ook mede eens,dat men zakelijk moet
blijven; spreker is het er mede eens,dat men het persoonlijke element
uit den Raad moet houden,maar moot men dan het persoonlijke element
in den boezem der bouwvereeniging laten voortduren? Daar gaat het
juist om. Het gaat niet alleen om het antwoord in de vragenrubriek;
er zijn wel andere stukken geschreven. Spreker is het met den heer
Kiepe eens,dat er van plichtsverzuim van den vertegenwoordiger der
gemeente moet worden gesproken. Spreker wijst er op,dat wanneer de
zaak in de bouwvereeniging niet marcheert,de gemeente er voor op
draait. Met het oog op de aanhangige statutenwijziging kan spre&er
zich echter voorloopig bij het voorstel van Burgemeester en Y/ethouders
neerleggen
De heer SCHEEEELAAR meent,dat alle leden,die tegen het voorstel
van Burgemeester en Wethouders hebben gesproken,om de zaak heen
draaien. De Raad heeft alleen uit te maken of hij op een a.ntwoord uit
een vragenrubriek van een courant zal ingaan. De heer Y/alder zin
speelde er op,dat er wel ernstiger stukken geschreven zijn,doch dan
staat het bestuur der bouwvereeniging zwak,als zij zich alleen op de
vragenrubriek beroept..
De VOORZITTER merkt op,dat de heer Scheffelaar de zaak weer op
pooten heeft gezet. De andere heeren hebben er alle mogelijke ding. n
bijgehaald,waarover absoluut niet gesproken wordt in het adres van
de bouwvereeniging. Er v/ordt hier naar voren gebracht,dat de gemeente
vertegenwoordiger wiens royement wordt gevraagd,zijn plicht niet zou
hebben gedaan. Ieder heeft als bestuurslid zijn eigen inzichten van
wat zijn plicht is. Spreker wi 1 daarbij opmerken,dat juist de heer
Verlinden als vertegenwoordiger van het gemeentebestuur een uitgebreid
schriftelijk rapport heeft uitgebracht en gedeponeerd bij Burgemeester
en Y/ethouders over de vergadering waarin hij meende bij wijze van
protest over z.i. onwettige handelingen te moeten heengaan. De heer
Juten daarentegen meende over deze vergadering geen mededeelingen te
behoeven te doen.Dat zijn nu 2 vertegenwoordigers van het gemeente
bestuur,die in een belangrijke aangelegenheid van meening verschillen,
en er is geen reden om nooh aan den eenen,noch aan den anderen ver
tegenwoordiger het vertrouwen op te zeggen. Nu toch gesproken is over
de vraag of het bestuur er wettig of onwettig zit,wil spreker nog
me de deel endat deze questie door het Dagelijlcsch Bestuur aan den
Minister is voorgelegd,met een meerderheids- en minderheidsrapport.
Als de Minister nu meent dat het' huidigG bestuur wel een wettig
bestuur is,dan is spreker gedekt.
A