5. III. BEHANDELING .VANJDE, GEMIENTEBEGROO TI NG EN VAN DE BEGROOTINGEN DER GEMEENTEBEDRIJVEN VOOR HET DIENSTJAAR 1927. (Verzameling 1927 No s, 62, 67 en 7~2j De VOORZITTER verleent net woord aan den heer van As. De heer VANAS wenscht eerst zijn voorstel inzake de verhooging der pensioensbijdragen toe te lichten. Spreker meent in zijn plicht als raadslid te kort te schieten,als hijbij het streven naar bezui niging,deze materie niet onder coger. ziet. Aan ambtenaren en werklieden betaalt de gemeente jaarlijks f.350.OOO,-- hierbij komt pl»m« f«70.000,-- voor pensioenstortingen en naar raming circa f.30.000,-- voor overuren,kleeding,hulp van advocaten en accountants enz.,hetgeen een totaal bedrag van pl.m» f.450.000,-- maakt. En dit op een begrooting van nog geen millioen en op een bevolking van 21000 zielen. Er zijn nu wel bedryven,die winst opleveren,maar er zijn ook andere,welke slechts verliezen boeken. Spreker vindt het abnormaaldat de helft van het totaal der begrooting wordt uitgegeven aan salarissen; zulks is onge tv/ij feld een record, dat door geen enkele plaats in de omliggende landen zal v/orden over troffen Spreker brengt de meening van Dr.Zimmerman naar voren,die er op wijst, dat tekorten en aanvullende belastingen aan de orde van. den dag zijn en dat elk bestuur naar inkrimping streeft, alleen de gemeente niet. Oorspronkelijk overwoog spreker om te komen met een voorstel tot salarisverlaging met 10^,maar spreker heeft daarvan afgezien en daarvoor in de plaats gesteld het thans ingediende voorstel dat zeer redelijk kan worden genoemd. Het is billijk,dat de ambtenaren zelf voor hun pensioen bijdragen; spreker wijst op de ouden van dagen, die voor een pensioen van f.3,-- en f.5,per week zelf nog een bydrage moeten leveren. De verhooging der pensioensbijdragen dient niet om de begrooting sluitend te maken - dit aan het adres van den heer Harmsen - maar is slechts een onderdeel der algemeens bezuiniging en saneering der financiën. Spreker heeft tegenover voormannen van de organisatie opgemerkt, dat het spreker verbaasdedat de organisaties zelf niet met een voorstel tot verhooging der pensioensbijdragen waren gekomen,en men lachte geenszins over deze opmerking. Vanaf 1922 hebben de bestuurders moedwillig verzaakt mede te werken aan de saneering der gemeentefinanciënAls motief tegen eene ver hooging der pensioensbijdragen wordtaangevoerddat de ambtenaren by hun sollicitatie hebben geïnformeerd naar de hoegrootheid der pensioensbijdragen; dat is juis tornaar alle ingeze tenen, die zich hier voor en na hebben gevestigd,hebben eveneens geïnformeerd naar de be lastingen en deze zijn ook schrikbarend omhooggegaanVolgens de Memorie van Antwoord zitten de tekorten in de zakken der belasting betalers. Spreker noemt dat eene absolute insinuatie. De tekorten zyn dus niet ontstaan door de verdwenen legesgelden, de niet-be taalde belastingen enz. De belastingbetalers zouden alleen de schuldigen zijn; spreker noemt dit een moedwillige insinuatie. Neen, schuld treft de bestuurdersdie de gemeente zoover hebben gebracht. De Raad heeft noodgedwongen een be las tingverhooging van L-r tot 3% aanvaard, maar voor zooverre het aan spreker ligt,is het daarmede uit. Spreker had gaarne deze puzzle opgelost: bij een heffing van A% zou men,volgens Burgemeester en Wethouders f.70.000,-- tekort komen; bij een heffing van "5% blijkt men echter ook slechts f.70.000,-- tekort te komen. De kleine aanwijzing tot bezuiniging,als hoedanig destijds de ver laging van het presentiegeld is bedoeld,is niet begrepen. In een huishouden,waar f.40,-- per week in komt,kan geen f,50,-- per week worden uitgegeven, Men kan natuurlijk ook zeggen,dat er te weinig in komt. Als de inkomsten der gemeente f,850.000,-- be dragen,mag er geen millioen worden uitgegeven, De Memoiie van Antwoord acht spreker een zwak betoog,dat zich hoofdzakelijk beweegt om de kwestie der pensioensbij dragen. Spreker vraagt zich echter af,of de Raad hier zit om de belangen van een 200 ambtenaren of van 21000 ingezetenen te behartigen. Spreker eischt,dat men de stad bewoonbaar houdt; dit is ook de wensch van hen,die geen afgevaardigden in den nieuwen Raad hebben.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1927 | | pagina 5