27.
Dg gemeente den Haag geeft ongeveer hetzelfde als Rotterdam.
Te Gouda ontvangt men f.10,-- per kind met nog salaris voor het
Hoofd en andere krachten.
Ten Winterswijk ontvangt mQn f.17,50 per kind.
Spreker wijst er op,dat in Bergen op Zoom niets voor de onderwijs
krachten wordt betaald.
Uit de verstrekte gegevens blijkt dus,dat onze bewaarscholen toch
al zeer stiefmoederlijk bedeeld worden. Én het is slechts met het oog
op den toestand der gemeentefinancien,dat spreker schroomt om voor
te stellen de subsidie te verhoogen.
De heer WALDER wijst er op,dat de heer Boschman in 1920 geen raads
lid was en dat hij dus niet als lid van den Raad kan hebben mede
gewerkt om in 1920 de subsidie van f.2,50 op f.5,-- te brengen.
De heer J.VRIENS wenscht eveneens een lans te breken voor het
behoud der thans bestaande subsidie ad f.5,-- per kind.Het bewaar-
schooldhderwi js vindt spreker van zeer veel beteelcenis,he tgeen hij
in zijn eigen gezin heeft kunnen ondervinden.
De heer VAN KAAM wil ook niet gaarne de subsidie verlaagd zien.
De Zusters zouden daardoor genoodzaakt zijn het schoolgeld te ver
hoogen hetgeen ten slotte toch weer op den minderen man zou drukken.
De heer WALDER vraagt,of het wel eens voorkomt,dat kinderen op de
scholen niet kunnen worden aangenomen wegens plaatsgebrek of iets
dergelijks.
De VOORZITTER deelt mede,dat de oorspronkelijke subsidie een gulden
per jaar en per kind bedroeg. In 1918 is besloten dit bedrag te ver
hoogen tot f,2,50 en in 1920 is dit bedrag wederom verhoogd tot f.5,--
Over de beraadslagingen is in de notulen niets te vinden,maar wel
blijkt uit de betrokken requesten,dat de subsidie in Rotterdam f.37,--
en in Leiden f,21,-- bedroeg. Hen ziet,dat men hier hogal heel ver
beneden deze bedragen blijft. Spreker refereert zich aan de toelich
ting van Burgemeester en Wethouders in de Memorie van Antwoord,
waaruit blijkt,dat de Zusters uit de schoolgeldinkomsten en de sub
sidie onmogelijk alle kosten kunnen betalen. Door verlaging van de
subsidie zou het^kind van den z.g. kleinen man nog meer gedupeerd
worden. Als er één subsidie is,waaraan niet getornd mag worden, dan
is het deze.
De heer JUTEN is met zijn voorstel gekomen omdat het gebleken is,
dat aan sommige scholen per jaar f.36,per leerling wordt betaald.
De heer BOSCHMAN wijst er op,dat het schoolgeld slechts over 10
maanden wordt berekend. Er zijn leerlingen,die f.30,-- per jaar be
talen,doch de meeste betalen in het geheel niets of heel weinig.
De heer VAN AS zou ook vrijheid kunnen vinden om den post te ver
minder enindien werkelijk f.36,-- schoolgeld per jaar door alle leer
lingen zou v/orden betaald,maar waar dit blijkbaar slechts door enke
lingen geschiedt,is spreker tegen verlaging.
De heer J.VRIENS zegt,dat hij voor een kind f.0,70 per maand be
taal t
De VOORZITTER zegt geen kans te zien om f.1000,-- ten behoeve van
kinderen van onvermogende ouders rechtvaardig te verdeelen. Dit zou
ook minstens f.500,-- per jaar aan informaties kosten.
De heer JUTEN meent,dat het wel degelijk uit te maken is,welke
gezinnen in aanmerking komen voor steun. Jaarlijks wordt toch wel
f.4000,-- aan ouden van dagen uitgekeerd.
Do VOORZITTER merkt op,dat zulks geschiedt door de Armbesturen;
het gaat niet aan deze te belasten met het verdeelen van eene onder
wij ssubsidie
De heer LAURET verklaart geen vrijheid te kunnen vinden dezen
Post te verminderen.
De heer WALDER sluit zich hierbij aan; toch is er volgens spreker
een hiaat in de regeling.
De heer JUTEN trekt thans zijn voorstel ip.
Volgnummer 222.
De heer V/ALDER wil dezen post vermindereh met f.2500,--.
De heer JUTEN wil dit voorstel steunen,als de heer Walder het bedrag
van f.2500,-- tot f.1000,-- wil terugbrengen.
De heer HARMSEN vraagt hoeveel leerlingen van dit onderwijs profi
teered