12. De opmerking van den heer Harmsen is spreker uit het hart ge grepen; spreker hoopt,dat da leden van den Raad zich in den vervolge zullen willen onthouden van het verstrekkeh van inlichtingen,welke tot ontijdige publicatie van besprekingen in de commissies voor het onderzoek der begrooting etc. kunnen leiden. Overigens behoeven de raadsleden er niet op te rekenen,dat Ged.Staten een begrooting zullen goedkeuren,die sluit met een tekort van f.50.000,-- en men kan nog zoo tegen verhooging van belastingen zijn,zeker is het,dat uit de midr delen die Burgemeester en Wathouders aangaven,wel een keus door den Raad zal moeten worden gedaan. Y/at betreft de opmerkingen over het absenteïsme van sommige leden: uit de notulen blijkt slechts,dat ik er bij de - behandeling der vorige begrooting mijne verontwaardiging ober heb uitgedrukt,dat de leden, die opzettelijk de commissie-vergaderingen niet bij woonden,toch het recht meenden te hebben over iederen post der begrooting te spreken. Spreker heeft er altijd zich van onthouden zijn meening kenbaar te maken over het wegblijven van raadsleden. Ook heeft spreker er zich van onthouden,bv. zijn oordeel uit te spreken over de handelwijze van die raadsleden,die de vergadering tusschentijds verlieten en later bij Ged.Staten gingen klagen,dat een besluit niet aangenomen was,ter wijl dat besluit wel genomen zou zijn,indien zij gebleven waren. Spreker vraagt of de heer v/alder alleen waarde hecht aan een uit spraak van de Rechtbank,indien die uitspraak overeenkomt met het rechtsgevoel van den heer Y/alder. Spreker voor zich heeft onbeperkt vertrouwen in de rechterlijke macht; spreker is er van overtuigd.dat de Nederlandsche rechters onkreukbaar en onpartijdig zijn. Spreker heeft zich ook bij de uitspraak der Rechtbank inzake de kwestie de Groot neergelegd zonder een enkel woord van afkeuring, Spreker gaat niet in op de beschuldiging,dat Burgemeester en Wet houders opzettelijk de begrooting hebben achtergehouden tot ha de verkiezing. Spreker heeft den heer Y/alder daaromtrent reeds Vroeger geantwoord en spreker kan er thans zijnerzijds het zwijgen toe doen. De heer Juten is weer niet erg gelukkig geweest in zijn uitdrukkingen, vooral v/aar hij het heeft over "valschelijk en onwaar optreden". Spreker doet nooit eenige mededeelingdie hij op een gegeven moment met de waarheid in strijd acht. Zoolang de heer Juten op dergelijke wijze debat teer tjgaat spreker niet op de opmerkingen van den heer Juten in. Den heer A.Vriens antwoordt spreker,dat Burgemeester' en V/ethouders geen invloed hebben uitgeoefend op den schatter Rampart. Spreker wijst er den heer A.Vriens op,dat ook het huidige Dagelijksch'Bestuur in beroep is gegaan bij Ged.Statenwaar het gold sommige h.i. overbodige onderwijs-uitgavenSpreker herinnert b.v. aan de aanvraag om banken der Neutrale School en aan de banken en drinkfontein ten behoeve van de school aan het Port. De heer A.Vriens doet het voorkomen als zou spreker gezegd hebben,dat Burgemeester en Wethouders bevoegd waren om desnoods het Stadhuis af te breken. Spreker heeft slechts geantwoord op de vraag, of Burgemeester en 7/ethouders verplicht waren de Commissie om advies te vragen, dat Burgemeester en 7/ethouders zulks niet verplicht waren en dat,indien het zelfs t afbreken van het Stadhuis gold,Burge meester en Y/ethouders de Commissie gerust mochten passeeren. Natuurlyk moesten Burgemeester en Wethouders er dan op rekenen,dat de behande ling in den Raad daardoor niet werd vergemakkelijkt. De kwestie omtrent het meerderwerk ten behoeve van het Slachthuis is naar spreker meent,nog door Wethouder Asselbergs behandeld, De aan gelegenheid betreffende het straatwerk meende spreker juist in de Commissie te brengen,maar de heer A.Vriens,die juist naar deze kwestie geïnformeerd had,was door een ongeval - waarvan hij inmiddels gelukkig is«genezen - verhinderd te vergaderen. Het zal den eigenaars niet zoo gemakkelijk vallen de straatbelas ting zonder meer op de huurders te verhalen; door de grootere ruimte, die er o.a. door de bebouwing der Domeingronden,op de woningmarkt heerschtkunnen de huiseigenaars de huren niet willekeurig verhoogen. Voor eenvoudige arbeiderswoningen zal de straatbelasting zoo laag blijken,dat een verhooging der huur geenszins gemotiveerd is.Vele personen bewonen echter eigen huizen. De heer Verbiest heeft gesproken over het aan den dijk zetten van werklieden. Burgemeester en Wethouders overwegen telkenswanneer er

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1927 | | pagina 12