45. De heer HARMSEN beschouwt de Permanente Commissie voor de ambte naren als een deel der rechtspositie. "Jij geven onze macht niet uit handen,daar de Permanente Commissie slechts adviseert. De heer MUSTERS vraagt, of de Permanente Commissie een commissie is, uit werknemers bestaande. De VOORZITTER deelt mede,dat spreker van de Permanente Commissie voor de politie ambtshalve voorzitter is; van de beide andere per manente commissies is Jethouder van As voorzitter. In de commissies hebben zitting vertegenwoordigers van den Raad, ver tegenwoordigers van het personeel en de hoofden van takken van dienst. De werkwijze van de Commissie zet spreker vervolgens uiteen en wijst er op,dat de per manente commissie noodzakelijk is voor een deskundige en degelijke behandeling. Spreker wijst er verder op,dat het voor een lid van den Raad niet te beoordeelen is,wie de 'schikking moet hebben over een rijwiel van gemeentewege. De heer MUSTERS erkent het bestaansrecht van de commissies,maar waar ze voor 75/£ uit belanghebbenden zijn samenges te ld, me erfct hi j da t er steeds eenzijdige adviezen komen. De heer SCHEPEELAAR vindt dit geen bezwaar. Het zijn en blijven adviezenwaarmede de Raad al dan niet rekening kan houden. De heer VAD AS heeft geen bezwaren tegen de Permanente Commissie.. Als een voorstel naar de permanente commissie gaat,duurt het alleen wat langer. Men is dan echter beter ingelicht en niemand geeft iets prijs van zijn plicht als raadslid. Het is echter niet gemakkelijk zoo'n vergadering te leiden en de voorstellen te verdedigen; de vrij gestelden zijn niet voor de poes. Spreker stelt er prijs op,dat bij voorkomende gevallen de voorstellers zelf in de vergadering aanwezig zijn en hun voorstellen verdedigen. Ten slotte zegt spreker,dat de permanente commissie sprekers gees teskind is,maar dat het hem wel een beetje boven 't hoofd is gegroeid;; zóó uitgebreid had spreker die commissie nooit gedacht. De heer 3ECHT vraagt,of het niet beter is in de toekomst,by even- tueele nieuwe aanstellingente bepalen,dat zij,die een salaris van meer dan f.3000,-- verdienen, in het bezit van een rijwiel moeten zijn,. De VOORZITTER merkt op,dat de heer van As overweegt nieuve regelin gen van de rechtspositie der ambtenaren en werklieden. Hij zou dit punt dan in overweging kunnen nemen,zoodat de Raad er zich dan,evenals Burgemeester en Wethouders en de Permanente Commissielater over zal ui tspreken. De heer MOURER zou zijn voorstel toch wel gaarne in stemming ge bracht willen zien. De heer WALDER is tevreden,wanneer de heer van As bij de herziening van het regiement,de aandacht op deze zaak gevestigd houdt. Den heer HARM SEN lijkt het onmogelijk dit voorstel te behandelen zonder de permanente commissie gehoord te hebben. De heer MOURER wijzigt zijn voorstel,dat thans aldus luidt: "De raad der gemeente Bergen op Zoom; be slui t "Burgemeester en "Jethouders uit te noodigen bij de eerstvolgende "herziening der arbeidsvoorwaarden enz. van het gemeentepersoneel "het daarheen te leiden,dat daarby onder het oog wordt gezien,of "het wen schel ijk is aan de ambtenaren, beambten en werklieden in "gemeentedienstdie meer dan f.3000,-- per jaar verdienen,geen "rijwiel toelage meer te verstrekken". De heer JUTEïï meent,dat de rijwielvcrgocdingen als zoodanig niets met het salaris te maken hebben en dat het dus overbodig is de^ permanente commissie in deze te raadplegen. In dit verband wijst spreker op de gisteren vastgestelde rijwielvergoeding ten behoeve van den oevolkings- agent. De VOORZITTER zegt,dat Burgemeester en Vethouders dus zullen over wegen,hoe met de rijwielvergoedingen moet worden gehandeld en als zij van meening zijn,dat er wijziging moet plaats hebbenkan do quest ie door "Jethouder van As aan de permanente commissie worden voordele e. De heer JUTEN meent, dat dit niet de juiste zienswijze is; als de Raad besluit omtrent een zekere zaak het gevoelen der permanente; com missie in te winnen,moet zulks geschieden, afgezien van ae nu., en in g /an Burgemeester en Wethouders Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens het voorstel van den heer Mourer aangenomen.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1927 | | pagina 119