,pr,De VOOHZITTEH merkt op,dat de heer Verbiest toen niet tegen een^'
der raadsleden,maar tegen den Voorzitter heeft gesproken. Overigens
ajn deze notulen reeds bij de leden gedistribueerd en wijziging heeft
m 't onderhavige geval ook geen zin.
De heer VERBIEST neemt hiermede genoegen.
De heer DEMMERS zegt, dat hij bij het doen van zijn voorstel bij de
espre'ingen in eerste instantie niet op de hoogte was van sommige
/On\mnrrif f fYerordening inzake het gemeente-personeel en wil daarom
zijn voorstel terugnemen.
or^t heer EECHT 1 j naar aanleiding van het door den heer Valder'ge-
1 aannemen via t o: heer //aider gezegd heeft ten opzichte van
zijn aansluiting bij de G .1A. P,.ofschoon spreker daarin volstrekt
geen oewijs kan zien, dat de heer ./aider niet in den Raad gekomen is
oor ae S.D.A.i. Dat de neer ./alder in zijn jeugd veel heeft gemist,
wat-hij gaarne had, zegt volstrekt niet,dat het juist noodig is zich
aan te sluiten bij de S.D.A.P. om dat meerdere te verkrijgen.
Het stratenplan vindt spreker prachtig,als er de middelen'maar voor
gevonden kunnen worden. Vat het gezegde van den heer Kiepe betreft,
wenscht spreker op te merken, dat deze wellicht anders over het voeren
van debat ten zou denken als de dissidenten niet in de meerderheid
varen.1eitelijk is het waar,dat het misschien beter was niet te debat-
tee. ren, want de zaken zijn reeds te voren afgedaan in een onderonsje
onder leiding van een niet-raadslid.
Meu het verzoek van de Vereeniging tot afschaffing van alcohol
houdende dranken om subsidie kan spreker zich niet vereenigen. Vel wil
A11J s ge ven aan een vereeniging tot bestryding van de dronkenschap.
Alcoholhoudende dranken,met mate gebruiktkunnen als een goede gave
van God worden beschouwd,maar dronkenschap is een gave des duivels.
Vanneer er goede zaken zijn, die door sommige- mcnschen misbruikt worden,
is dat dan een reden om die aan andere menschen te onthouden? Vanneer
er goede zaken zijn,die door sommige menschen misbruikt wérden,is dat
dan een reden om die aan andere menschen te onthouden? "Vanneer er in
het huwelijksleven overspel wordt gepleegd, is dat dan een reden om
alle^huwelijken te ontbinden en wanneer de menschen daardoor een toe
stand scheppen,die onhoudbaar zou worden,moeten zij die dit zouden
willen verbeteren,dan maar hari-kiri plegen?
De VOORZITTER meent,dat de heer Becht,wijl omtrent deze quest ie
niets opgenomen is in het G/ehtraal Rappor tbui ten de orde gaat.
De heer VALDER merkt op,dat de heer Becht wegens ziekte niet in de
gelegenheid was bij de bespreking van het centraal rapport het woord
te voeren en t zou misschien niet onbillijk zijn hem daarom thans de
gelegenheid daartoe te geven.
De VOORZITTER vreest dat dit een minder gewenscht precedent zou
scheppen. Toch wil hij den heer Becht wel laten voortgaan, indien men
zich op dit precedent niet beroept.
De heer BECHT heeft ook geen bezwaar bij de bespreking van den des-
betreffenden begrootingspost op de door hem aangesneden questie nader
terug te komen en het er thans bij te laten.
De heer MUSTERS heeft opgemerktdat sommige arbeiders van de gas
fabriek, die bui ten de gemeente wonen,daar grond koopen en bewerken,
waarmede zij de landarbeiders en hoveniers oneerlijke concurrentie
aandoen. Spreker zou in overweging willen geven die menschen te ver
plichten in de stad te wonen.
De heer KIEEE wenscht een protest te doen hooren tegen de z.i.
hatelijke en misselijke wijze waarop de heer Becht zich heeft uitge
laten over het feit dat enkele leden der R.K.Stadspartij hun speeches
hebben voorgelezen. Vat de heer Becht bij bepaalde gelegenheden heeft
voorgelezen, v/as hem dan zeker door aan anderen Mussolini voorgelegd
of voorgeschreven,want de heer Becht kon er nog niet eens zoo gemak
kelijk uitkomen. Het voorlezen van een speech is overigens,volgens
spreker,een usance,die door den heer Becht zelf ook wel wordt gevolgd.
De heer SCHEFEELAAR v/il alleen nog mededee len,dat hij niet zal
stemmen voor het voorstel tot verhoogde heffing der pensiotnsbydrage
omdat het Rijk zelf verbetering der salarissen overv/eegt.
De heer HARMSEN wijst er op,dat- het niet mogelijk is de straat
belasting te baseeren op de inkomsten belas ting,omdat art.242c der
Gemeentewet aangeeft op welke wijze een straatbelasting moet worden
t o c cc p a s t
j