sioensbijdrage heft. Ik wil echter volstaan met de grootste plaatsen.En
dat zijn dan: Amsterdam, Apeldoorn., Arnhem, De ven ter .DordrechtVenlo Heer
len HengeloKerkrade Lei den, MaastrichtVI aar dingen
Mijn meening is eerderMijnheer de Voorzitterdat het huishouden van
een gemeente te duur is opgezet. En in die meening sta ik niet .alleen-.
Er zijn vele menschen.die over dit onderwerp dan in dit,dan in dat
tijdschrift groote artikelen schrijven. Ik wil er verder bovendien nog
op v/ijzen,dat Harderwijk en Middelburg de invoeren op 1 Januari
1928. In vele andere plaatsen is dit punt aan de orde.
Heef ons de Rijksregeling maar,zei de heer KLein.de vrijgestelde
van de Politie in de vergadering van de Permanente. Commissie Ik heb hem
gezegd,die zul je krijgen. Maar dan zal ik je eerst voorrekenen,dat ge
daar niet mee vooruit gaat. Ik geloof ook niet,dat,als de heer Guit
deze zaak goed had bestudeerdhij op de vergadering die gehouden is,
zou hebben gezegd voor de ambtenaren en werklieden der gemeente: geef
ons de Rijksregeling maar.Mant dan zou hij gezien hebben,dat ze daar
mee op de koffie kwamen. Geef ons de Rijksregeling maar,riepen de
sprekers op de openbare vergadering. Dat is wel schitterend,om zoo iets
te durven zeggen. De heer Klein moet bovendien ook bedenken,dat een
poli tie-agent van de gemeente Bergen op Zoom weer heel iets anders is
dan de rijkspoli tie Daar toe is toch een aanvullend examen noodig.Het
zal den heer Klein dus niet gelukken om zoo maar gemeen te-poli tie en
rijkspolitie op ee'n lijn te stellen. Over de Rijksregeling wil ik ook
nog we 1 eenige vergelijkingen maken,naar aanleiding ervan,dat ambte
naren hebben geroepen: geef ons de Rijksregeling ma.arDe Rijksregeling
zou de gemeente Bergen op Zoom brengen naar de tweede klasse.
Ik zal U thans nog eenige vergelijkbare cijfers geven betreffende
de werklieden der gemeente. Geef ons de Rijksregeling maar, is er ge
zegd, doch men heeft veel meer.Ze kunnen die krijgen,doch dan komen ze
op de koffie.
Bij het Rijk staat een stoker in de derde loongroep en verdient
maximum in plaatsen in de 2e klassezooals Bergen op Zoom,f.29,7 6 min
8-gBij de gemeente is dat f.36,-- min 3
Een electricien staat in de 4e loongroep en verdient bij het Rijk
maximum f,31,68 min 8^. Bij de gemeente f.40,-- min 3-g-fo. Evenzoo een
me tselaartimmerman,schilder enz.
Een monteur-eleetricien krijgt bij het Rijk in de 5e loongroep
f.34, 08 min 8-gfo. Bij de gemeente f.40,-- min 3-ggi.
In de 5e loongroep staan bovendien nog een meesterknecht en mees ter
smid. Die krijgen bij het Rijk f.34,08 en f.36,48 min Qy/j.
In de 6e loongroep staan een machine-bankwerker en een coupeur le
klas en een instrumentmaker le klas. Vanneer men zou volhouden,en dan
wil ik niets afdoen aan de kwal i t e i t van onze ambtenaren, dat m etx hen
de Rijksregeling maar moet geven,dan wil ik wel zeggen,dat ze dan op
de koffie zouden komen. Ik zou wel eens willen weten hoe ze het zouden
maken wanneer ze moesten sollici teeren naar de Rijkswerlcinrich t ingen
Dan zou men op zijn hoogst kunnen komen tot een salaris van 1.29,76.
En daar steken wij toch ver boven uit. In de vergadering van de Per-^
manen te Commissie is er _door den heer de Jong gesproken over inkrimping
van personeel. Hij zou liever hebben,dat er een besluit kwam tot in
krimping van personeel dan dat men zou moeten besluiten tot verhooging
van de pensioensbijdrage. Maar wanneer wij dat zouden doen,dan zouden
we daar nog plezier van kunnen beleven. Ieder directeur van een bedryx
dringt maar steeds aan op meer personeel. Er moeten nog maar steeds
meer menschen in vasten dienst komen. En het is zoo bij eiken tak van
dienst. Op deze materie wil ik echter niet heelemaal ingaan,omdat cr
reeds vele ambtenaren in tij delijken dienst zoolang reeds wachten op
een vaste aanstelling. Haar wel wil ik zeggen,datwanneer men de be-
dryfsuitkomsten ziet van de gemeente Bergen op Zoom en men ziet daar
tegenover de bedrijfsuitkomsten van andere gemeen tenmen mij toch wel
zal moeten toegeven,dat daar heel iets anders tusschen moet ziften.
De bedryven dezer gemeente werpen, zou men kunnen zeggen,naar rato van
den omzet geen winst genoeg af .De accountant weet echter met dit vraag
stuk geen raad,Daarom zal men ook van mij wel niet vcrwach ten aat ik,
die me nog aan het inwerken ben,er wel raad mee weet.Iix wil de he eren
echter wel mededeelen,dat ik er hoe langer hoe beter in kom,en ik zal
misschien de heeren hierop nog wel eens een antwoord kunnen {geven. En
dan verder, door de ambtenaren is ook weer gesproken over het reclifc van
stakeen. In de Permanente Commissie werd dit naar voren gebra.cht evenals
in de openbare vergadering van de ambtenaren. Ik zou er echter op