19.
waarmede dit voorstel is ingediend, zal bij de leden Y/el voldoende
bekend zijn.Toen het spreker bekend was,dat op 1 Januari 1928 de wet
op de personeele belasting zou worden herzien en een herziening te
verwachten was van de gemeentewet en wel art247,heeft spreker ge
meend een voorstel te moeten doen, zooals thans is ingediend. De thans
geldende verordening,regelende de heffing van opcenten op de hoofdsom
der personeele belasting is vastgesteld bij Raadsbesluit van 5 novem
ber 1897 en goedgekeurd bij Kon.besluit van 28 Dec.1897.
Bij dezever ordening werd het aantal te heffen opcenten vastge
steld op 50,waarin tot heden geen verandering is gekomen.Als op 1
Januari 1928 de wijziging in werking zal treden en de gemeente het
aantal te heffen opcenten op 50 behoudt,dan beteekent dat voor de
gemeente een verlies van pl.m. f.6000,-. Om in 1928 een gelijke op
brengst te behoudenzullen de opcenten op de hoofdsom der personeele
belasting moeten worden verhoogd. Burgemeester en Vethouders spreken
van een gemiddelde verhooging van 8,maar ik voor mij geloof,dat het
geta.1 nog aanmerkelijk hooger zou worden,als wij het eens nauwkeurig
zouden nagaan. Y/anneer wij niet tot een verhooging der opcenten zou
den komen,dan zouden -wij ieder jaar een verlies lijden zooals ik zoo
juist zeide van pl.m. f.6000,--. Nu geloof ik,gezien de besprekingen
van gisterenavond ten opzichte van het belas tingvraagstuk, dat niemand
van het bestuur van onze gemeente het op zijn verantwoording zou
durven nemen om na te laten,dat geld op een andere manier binnen te
krijgen.
Dit is de voornaamste reden geweest om de heffing van de opcenten
op een andere leest te schoeien. Hiermede hield verband de toestand
van de gemeente ten opzichte van de klasse-verdeelingDaar in den
laatsten tijd de kom van de gemeente gerust grooter kon worden ge
nomen in verband met de uitgebreidheid van de nieuw gebouwde woningen,
zal de grens als vanzelfsprekend moeten v/orden verplaatst. Doordat
de gemeente grooter wordtv/orden er wee r meer eischen gesteld, en door
die hoogere eischen zal de gemeente zich meerdere uitgaven moeten
ge troos ten.Y/anneer wij de andere geme en tendie ook met Bergen op Zoom
overeenkomen,eens met onze gemeente vergelijkendan komen wij tot de
conclusiedat Bergen op Zoom wel een weinig stiefmoederlijk is be
deeld. Die' toestand duurt al zoo eenige jaren."i/anneer Bergen op Zoom
in de 6e klasse blijft,dan zal een deel van de belasting ten goede
komen aan al de ingezetenen van het Rijk c.n dat is een fout.Het is
dus noodzakelijk,dat wij trachten Bergen op Zoom in de 5e klasse te
krijgen. Over de grensverdeeling heeft de heer Juten naar voren ge
bracht, dat de grens op den 7/ouwscheweg zou moeten loopen niet langs
de Bloemkooldoch tot aan het z.g. Koepeltje. Spreker is vroeger in
Dinteloord geweestaldaar hij eveneens een wijziging der grenslijn
heeft medegemaaktHet is een feit dat het Rijk het liefst een grens
lijn vaststelt langs duidelijk kenbare teekenen,zooals een sloot,een
weg enz. Als wij nu een grens trekken langs het Koepeltjedan staan
v/ij wederom op andere punten voor het geval,dat een huis - b.v. op
den Parallelweg - v/el valt onder de kom der gemeente en een huis
daarnaast niet. Hen zal steeds voor een moeilijkheid blijven staan.
Ook is dit het geval op den AntwerpschenwegDaar komen de huizen
vóór de Stalenbrug wel,en die daarover niet bij de kom van de gemeente.
Het gevolg daarvan zou zijn,dat wij verschillende klachten zouden
krijgen. Dan heeft de heer Juten gewezen op de sterke stijging van de
personeele belasting, spreker zet uiteen de reden waarom deze stij
ging zoo snel was gekomen. Als een van de motieven gaf spreker aan,
dat de menschen in den oorlog gemakkelijk een woning huurden,zonder
te zien naar den huurprijsdie vaak niet overeenkwam met de huur
waarde. Tot 1923 hadden de belastingambtenaren de bevoegdheid naast
den huurprijs de huurwaarde als basis te nemen. Door het arrest van
den Hoogen Raad van 1922 v/erd echter de abnormale woningtoestand als
geëindigd be schouv/d, zoodat vele woningen moesten worden herschat.
Vandaar de stijging in de opbrengst der personeele belasting.
Nu is nog bepleit de wijziging tot heffing van de opcenten aan te
houdentotdat de nieuwe Raad zitting zal hebben genomen. Spreker ge
looft,dat dit niet juist i3,op jgrond. van de motieven door den Voor
zitter aangehaald. Dan v/il spreker nog eens wijzen op hetgeen de heer
van As heeft aangehaald ten opzichte van de progressieve heffing.
Janneer de Raad eens niet overging tot een progressieve heffing en
f