18.
zooals het daar ligt. Spreker is een voorstander van dit voorstel,
omdat juist die menschen worden getroffendie er het beste aan toe zyn.
Wanneer de Raad dit concept-besluit van Burgemeester en Wethouders
niet bekrachtigt, dan zal, volgens spreker,de gemeente nog voor een
grooter tekort komen te staan.Om aan te toonen.dat deze belasting
onredelijk is,wil spreker eens even een geval aamhalen van twee men
schen,die hetzelfde verdienen. De eene is spaarzaam en wil gaarne
netjes wonen. Hij bewoont dan ook een aardig huisje en heeft dit
netjes gemeubileerd. Zijn vriend houdt er een huishouden van Jan Steen
op na en het blijft hem onverschilligof hij netjes woont of niet.
Tengevolge daarvan zal de eerste persoon vel personeele belasting
moeten betalen,terwijl de tweede zal worden vrijgesteld. In 1921 had
spreker reeds een voorstel gedaan in denzelfden zin,doch toen kon dit
voorstel geen meerderheid vinden. Spreker vindt dit de juiste weg,
die bewandeld moet worden, minneer Bergen op Zoom in de 5e klasse kan
worden gebracht,dan zal eenider zeggen dat dit billijk is. Plaatsen
zooals Helmond e.a.,die zeker niet grooter zijn dan Bergen op Zoom,
komen in deze zelfde klasse voor.
De heer JUTEN verklaart zich er,zooals hij dit reeds in de commis
sie van financiën heeft gedaan,een voorstander van om bij de Kroon
stappen te doen-om Bergen op Zoom te brengen van de 6e naar de 5e
klasse. Spreker vindt het billijk,dat de kom van de gemeente wordt
uitgebreid.Ook in de commissie van financiën was deze zaak besproken.
Burgemeester en Wethouders hebben thans gemeend de grens van de kom
te bepalen tot aan de Bloemkool. Hu doet zich volgens spreker het
eigenaardige geval voor,dat de Bloemkool b.v. zal worden gerekend tot
de 5e klasseterwijl een huis op 5 M. afstand daarvan gelegen in de
8e of 9e klasse zal komen te staan. Spreker zou als grenslijn op den
Wouwscheweg het z.g. Koepeltje willen nemen inplaats van de Bloemkool.
Daarachter staan geen huizen meer en gezien de ligging van de gronden
daarachtermag men redelijker wijze aannemen,dat daar ook vooreerst
geen huizen meer zullen verrijzen. Verder wijst spreker op de enorme
stijging gedurende de 10 laatste jaren in de personeele belasting
hetgeenspreker weet zulks, mede zijn oorzaak vindt in de herschat
ting van de verschillende woningen.Toch meent spreker,dat de stijging
zal doorgaan,gezien de bebouwing der Domeingronden en het vermeerde
ren van het aantal betere woningen; daardoor zal de vermindering van
f.6000,wel worden gecompenseerd. Ik vrees dat,wanneer wij heden
reeds een beslissing zullen nemen,Bergen op Zoom op 1 Januari 1928 nog
niet in de 5e klasse zal zijn opgenomen. Naar sprekers meening zal
dit eerst op 1 Januari 1929 zijn,daar de formaliteitendie vervuld
moeten worden,veel tijd vergen. Om die reden dan vindt spreker het
beter de beslissing over het invoeren eener progressieve heffing over
te laten aan den nieuwen Raad,die in September zijn intrede zal doen.
Spreker dient het volgende voorstel in:
De Raad der gemeente Bergen op Zoom, in openbare vergadering bij
een op 1 Juli 1927
Be slui t
aan H.M.de Koningin te verzoeken:
le. de grens van de bebouwde kom van de gemeente Bergen op Zoom te
verleggenals in het ontwerp-beslui t is aangege ven,me t dien verstande,
dat wordt gelezen van de grens op den v/ouwschewegniet de Bloemkool,
maar de Bergsche Tol,meer bekend onder den naam van het Koepeltje,
2e. de kom van de gemeente verplaatsen van de 6e naar de 5e klasse,
genoemd in de personeele belasting;
3e. alle voorstellen om de heffing der opcenten op de hoofdsom der^
personeele belasting te wijzigen,onveranderd te laten,totdat defini
tief de gemeente in de 5e klasse zal zijn geplaatst.
De VOORZITTER brengt daarop zijn formeele en materieele bezwaren
naar voren aangaande punt 3 van het voorstel van den heer Juten om
wijziging van de opcenten van de personeele belasting aan tc houden
totdat de nieuwe Raad zou zijn geformeerd.De oude - stervende - Raad
legt dan als het ware aan^den nieuwen Raad op om geen wijziging in
de opcenten te brengen vóór 1 Januari 1929.
Het voorstel van don heer Juten wordt voldoende ondersteund en kan
alzoo een onderwerp van bespreking uitmaken.
De heer HARMSEH begint met te zeggen,dat hij aangenaam getroiien is
door de waardeerende woorden van den Voorzitter. Spreker dankt, het
Dage lijksch Bestuur voor den steun aan zijn voorstel gegeven. Het doel
f