a f 15. De heer BOSCHMAN zegt te Y/eten, dat vele menschen uit de werkende klasse het brood uit den mond moeten sparen teneinde hun belasting te kunnen betalen. Wanneer het heffingspercentage op 4 v/erd gesteld, zou men daarmee ongetwijfeld bereiken,dat er veel oninbare posten komen. Spreker zou daarom liever andere belastingen willen aanboren, welke voor deze menschen minder drukken. De heer LAURET merkt dan nog op,dat Burgemeester en Wethouders toch,wanneer de eerste afrekening met het Rijk heeft plaats gehad,kun nen nagaan.hoever men dat jaar met de belastingen zal komen. Daarom heeft hij een verwijt gemaakt aan het Dagelijksch Bestuur; ofschoon Burgemeester en Wethouders wisten,dat de inkomsten zooveel minder zouden zijn,hebben zij den Raad niet gewaarschuwd,zoodat men aan het einde van het jaar pas kon constateeren.dat de opbrengst veel minder was dan de raming. De VOORZITTER merkt op,dat de eerste afrekening komt in de maand Mei en dat vorig jaar het heffingspercentage voordien is vastgesteld. Bovendien was de administratie aanmerkelijk ach to,r cn konden Burge meester en "Wethouders zich dus ook niet tijdig hiervan vergewissen. De heer ASSELBERGS-MIEGERIiWK merkt op,dat uit de toelichting van den Voorzitter en het debat duidelijk is geworden dat,wanneer een lager percentage wordt aangenomen dan 4,dit slechts uitstel van execu tie zijn zal,tenzij de ontvangsten in 1927 zullen meevallen ofwel nieuwe belastingbronnen worden aangeboord. Want spreker gelooft niet, dat men er met een lager percentage komen kan. Daarmede zal hij bij het bepalen van zijn stem rekening houden. De hee± SCHEFEELAAR gelooft,dat de raad zich Yvaar moet maken, dat wanneer men aanneemt een percentage van 3,men in 1927 met een slecht saldo uitkomt en men dit in 1928 zal moeten inhalen. De VOORZITTER wil terugkomen op het verwijt.dat hij gehoord heeft, dat hij als Burgemeester niet boven de partijen zou staan. Rog niet lang geleden werd sprekers bemiddeling ingeroepen door het bestuur van de Neutrale School,om te bewerken dat aan het nieuwe hoofd een ver vroegd ontslag uit zijn betrekking te Rotterdam zou worden gegeven, om hem hier te werk te kunnen stellen. Persoonlijk gevoelt spreker niets voor de Neutrale School,maar als Burgemeester begrijpt hij,dat iedere burger het recht heeft zijn kinderen te laten onderwij zen, zoo als hij wil,en ieders richting te moeten eerbiedigen. Het belang van de Neutrale School was,dat ze spoedig het hoofd kreeg,dat benoemd was. Door spreker is dat in enkele dagen voor elkaar gekomen. Op uitnoodi- ging van de Neutrale School heeft hij ook bijgewoond de installatie van dat hoofd en hij was blij,dat hij in de gelegenheid was met die burgers van gedachten te wisselen en in aanraking te komen. Dat doet spreker altijd en hij heeft nooit bezwaar als Burgemeester de menschen van welke richting ook, ter zijde te staan. Zoo zal hij ook blijven doen. Spreker zal niet meer terugkomen op de bewering.dat het 't Dagelyksch Bestuur aan activiteit ontbroken heeft.Misschien dat enkele van de hoeren,die er over geklaagd hebbeneerlang in de gelegenheid zijn zich er van te over tuigen.welke activiteit voor een gemeente als deze moet worden ontwikkeld. Het debat over deze aangelegenheid zou wel gesloten kunnen worden als spreker niet verplicht was in te gaan op het gesprokene door den heer Kiepe,waar hij het heeft over nieuwe belastingen. Tot het heffen van nieuwe belastingen zal zeer zeker aanleiding zyn. Het is reeds eerder gezegd,dat dc bestaande toestand,nu het grootste gedeelte moet worden gedekt door de gemeentelijke inkomstenbelasting, niet kan worden bestendigd. Het verhoogen van de vermakelijkheids belasting zou hierop neerkomen.dat er 4 duizend gulden meer zou binnen komen.Het verschil tusschen een deel van den Raad en Burgemeester en ,/ethouders bestaat hierin,dat een deel wil heffen 3,Z, terwijl Burge meester en Y/e t houders voorstellen. De Raad moet het wc ten,hij kan besluiten 7>% te heffen,maar dan zegt spreker te voren,dat Ged.Staten de begrooting waarschijnlijk niet zullen goedkeurentenzij de Raad er in slaagt de begrooting toch kloppend te maken,$etgeen spreker vrijwel onmogelijk acht. Aangenomen echter,dat Ged.Staten de. begrooting nog wel zouden goedkeuren,dan zou het tekort.dat dan moet komen te drukken op de begrooting voor 1928 zoo grootzijn.dat men dan nog niet met een heffing van 5% zou kunnen volstaan. Het zal dus een daad van v/ijs I»

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1927 | | pagina 93