5.
der gemeentelijke verordening op de Inkomstenbelasting.
De heer JUTEN. Burgemeester en Wethouders komen thans met het voor
stel om het percentage vast te stellen van de belasting naar het in-
komen.Burgemees ter en Wethouders geven in den aanhef van de toelich
ting 57 en 57a,de reden aan waarom zij zoo laat tot den Raad komen.
Deze toelichting zal ik moeten gaan becritiseeren.
Burgemeester en Wethouders erkennen,dat er een ministerieel
schrijven is,waarin er op wordt gev/ezen,dat vóór of uiterlijk 1 Mei
van ieder jaar aan de administratie van »s Rijks directe belastingen
opgave moet worden gedaan van de gegevens,welke zij behoeft,opdat de
werkzaamheden voor de aanslagregeling der Rijks- en Gemeentelijke in
komstenbelasting zonder stoornis voortgang kunnen vinden. Burgemees
ter en Wethouders zeggen in hunne toelichting,dat het verloop van de
behandeling van de begrooting bij het College niet het verwachte
vlugge verloop heeft geheid om met voorstellen tot den Raad te komen»
i-usschen April en de vergadering van heden zijn de Raadsverkiezingen
geweest.En daar iedereen weet,dat de Burgemeester betrokken is geweest
in den politiekenstrijd en het algemeen bekend was,dat hij een voor
stander was van lijst 2,heeft hij met opzet dit voorstel uitgesteld
tot na de verkiezingen. Lijst 2 zou nog een grootere nederlaag hebben
geleden,als de Burgemeester met dit voorstel vóór de verkiezingen was
gekomen. Vanaf 1923,het jaar waarop ik wederom als raadslid opnieuw
zitting nam in den gemeenteraadheb ik niet nagelaten op de voorstel
len te v/ijzen,waarbij U den Raad hebt geprest om nog meer uitgaven te
doen. Ik wil enkele voorbeelden aanhalen, Burgemeester en Wethouders
hebben twee jaar geleden een voorstel gedaan om een nieuwe bron te
laten slaan op den Mondaf,waarvan de kosten waren f.8000,--.Verleden
jaar hoeft het Dagelijksch Bestuur andermaal voorgesteld om een tweede
bron aan te boren. Beide malen werd de Raad met klem door den Voor
zitter geprest om deze voorstellen aan tcnemen.
Nu staan deze bronnen er reeds twee jaren en nog geven zij geen
water.En hebben wij al eens gebrek gehad aan water? Ik geloof van
niet. Dan is de post van het secretariepersoneel f,2000,-- hooger.dan
het vorige jaar.Heb ik niet steeds er naar gestreefd om de pensioen
storting te verhoogen en b.v. het salaris van de ambtenaren met l0/£
te verlagen? De ambtenaren bij de Posterijen en bij de Staatsspoor
wegen hebben toch ook 18fé moeten afstaan.En bij wien vond ik van het
College de felste tegenstand? By den Voorz .i t terdie ons gewoon laat
zi t ten.
De heer EIEEE. Gaarne wil ik ook mijn stem motiveerenIn de 14
jaar,dat ik in den raad zitting heb gehad,is er nog nooit zoo'n onsym
pathiek voorstel ter tafel gebrachtals' thans door het College van
Burgemeester en Wethouders is ingediend. Hoe zal het nu gaan? M. i.
zullen al diegenen,die maar eenigszins kunnen,van hier vertrekken en
zich elders in onze omgeving gaan vestigenzooals in de naburige
gemeenten Halsteren en V/ouw. Door het tegenwoordige moderne vervoer
middel kunnen zij dan heel gemakkelijk naar Bergen op Zoom komen,als
er hier een of ander te doen is. Het ergste is de middenstand er aan
toe,die gedwongen is hier te blijven.Ook een middenstander begroot
voor zijn bedrijf de inkomsten en uitgaven voor het volgende jaar en
als deze ziet, dat hij er niet kan komen, dan zal hij in alle opzichten
gaan bezuinigen. Als men de voorstellen hier op de agenda ziet staan,
dan ziet men,dat men nog steeds niet aan bezuinigen denkt.Zoo vragen
Burgemeester en V/ethouders wederom eene uitgave van f.4000,-- voor
een telefooncentraleIk zal mijn stem niet aan het voorstel kunnen
geven en ben voor een percentage van ten hoogste 8%.
De heer LAURET. Ik wil even mijn stem motiveeren.Ik sluit mij be
treffende het gedane voorstel van Burgemeester en Wethouders aan bij
het gesprokene van mijn partijgenoot,den heer Walder.In de eerste
plaats kan ik absoluut mijn stem niet geven aan een dergelijk voor
stel. In de tweede plaats maak ik het Dagelijksch Bestuur,dat ons als
maar onkundig heeft gelaten van het tekort,dat is ontstaan,daarvan
beslist een grof verwijt. Wanneer ik zie,hoe het in een huishouden
gaat,waar men de tering naar de nering moet zetten,dan zeg ik op mijn
beurt,dat Burgemeester en Wethouders zulks ook moeten doen.
De heer A.VRIENS. De heeren hebben al veel over deze zaak gezegd
en ik wil dan ook in deze aangelegenheid nog een enkel woord in het
midden brengen. Ik onderschrijf ten volle,wat door verschillende