T
5.
stel verleend. De bedoeling van Burgemeester en Wethouders is om de
opbrengst van den verkochte grond, in zooverre deze opbrengst niet
noodig is voor rente en aflossing der leening, na goedkeuring door
den Raad, te besteden voor den aanleg van straten en wegen op de
Domeingronden. Wel lijdt de gemeente thans het disagio op plm.
f.80.000,-, maar het staat te bezien of de gemeente in de toekomst
zoo voorde el ig zal kunnen le enen.
Burgemeester en Jethouders hebben niet lichtvaardig besloten om
voor het grootste deel van het terrein de leidingen voor gas, water
en electriciteit gelijk te doen aanleggen. De Directeur der Bedry-
ven heeft in de Commissie voor de Bedrijven zeer duidelijk uiteen
gezet, dat deze aanleg ineens, om verschillende redenen verre de
voorkeur verdiende boven geleidelijken aanleg. De Commissie was na
deze uiteenzetting eenstemmig met den Directeur van oordeel, dat
het aanbeveling verdiende ineens tot dezen aanleg in de gronden tus-
schen Ooster Boulevard en Noordersingel over te gaan. Zulks biedt
finantieele voordeelen, grootere bedrijfszekerheid en een grootere
verkoopbaar mogelijkheid.
Het is de bedoeling, dat uit de f.80.000,- die thans voor de be
drijven gevraagd worden, begonnen zal worden met den aankoop van di
verse materialen voor den aanleg, waarin de Raad natuurlijk nog na
der gekend v/ordt.
De voorbereiding van dergelijke werken vex'gt veel tijd en met het
oog op bestelling van kabels, buizen enz. is het wenschelijk, dat
Burgemeester en Wethouders reeds een machtiging hebben om de voor
bereidende stappen te doen.
De heer IC IE EE vestigt er de aandacht van de Commissie van Openba
re werken op, dat de werken zoo economisch mogelijk moeten worden
uitgevoerd en dat vooral het opbreken van straten en het leggen der
buizen en leidingen in onderling overleg geschiedt.
De VOORZITTER wijst er op dat juist aan de opmerking van den heer
Kiepe wordt tegemoet gekomen door aanleg ineens.
Spreker geeft den heer A.Vriens toe, dat er reeds voor aankoop van
materialen enz. een crediet is verleend van f.67000,-. In het voor
stel van Burgemeester en Wethouders dd. 23 Juli 1926 Nr.60 staat:
"voorts zal, als gevolg van Uw besluit tot aankoop en bouwrijp ma
ken der Domeingronden, binnen afzienbaren tijd moeten worden over
gegaan tot het aankoopen van diverse materialen, a.d.z. keien, trot
toirs, tegels, cement voor het maken van rioolbuizen, buizen voor
gas- en waterleiding, electriciteitskabels enz, enz. Naar raming
zal hiervoor direct noodig zijn een bedrag van rond f.67000,-".
Het verleende crediet van f.67000,- is dus slechts een onderdeel van
het groote bedrag, dat noodig is voor den geheelen aanleg. Burge-
meester en Wethouders hebben nog getracht om te weten te komen welk
deel van die f,67000,- reeds is verwerkt, doch de desbetreffende
ambtenaar is momenteel niet aanwezig.
De heer A.VRIENS is door de uiteenzetting van den Voorzitter nog
niet geheel voldaan. Spreker wijst er op, dat bij de exploitatie der
Domeingronden de opzet was, dat zij in 20 jaar zouden zijn verkoch
Het is dus niet consequent, indien men voor de Domeingronden voor
40 jaar gaat leenen. Spreker ziet in, dat de gronden zelfs binnen
20 jaar van de hand zullen zijn gedaan. Spreker dringt derhalve °E
splitsing der l6ening aan. Door den korteren aflossingstenjiijn word
de koers der leening ook weer beter. Spreker wijst er op, dat er
heel wat gelden zijn voor het bouwrijp maken van den grond: er is
reeds een crediet verleend van f.67000,-, thans wordt weer een cre
diet voorgesteld van f.80.000,-, n.l. de opbrengst van den reeds
verkochte Domeingrond (plm. f,80.000,-). Voor f.150.000,- kan reeds
heel v/at worden aangelegd. Spreker is er dus voor om^de f.80.000,-
in mindering te brengen van het bedrag der leening. Spreker acht
het juister om slechts te leenen wat men noodig heeft.
In het leeningsbesluit staat, dat binnen bojaar extra-aflossingen
kunnen plaats hebben tegen een koers van 101$; kan na 5 jaar ver
sterkte aflossing a pari geschieden
De VOORZITTER antwoordt bevestigend.
De heer VERBIEST zal aan den heer Wethouder Asselbergs de namen
noemen van de deskundigen, die hun oordeel over de koelinrichtlng
van het slachthuis uitgesproken hebben.
ÏÏK