29. willen v/eten en heeft hij den directeur verzocht hem mede te deelen het verloop van het onderhoud, dat tusscheh den directeur, den boek houder en den heer Walder had plaats gehad. De Directeur heeft hier van een rapport ingediend, dat luidt als volgt: Bergen op Zoom, 3 Mei 1927. Aan heeren Burgemeester en V/ethouders van Bergen op Zoom. Ingevolge Uwe opdracht doe ik U toekomen het verslag van het onder houd, dat ik met den Edelachtbaren Heer Walder mocht hebben over de kwestie van het niet-aanwyzen van een der meters, opgesteld in de gieterij van de firma^rn.Asselbergs Zn. Daar deze kwestie vóór mijn benoeming alhier behandeld is, heb ik den heer Becht, boekhouder alhier, in den loop van het gesprek ver zocht het onderhoud bij te wonen tot het geven van inlichtingen. De heer Becht is zoo goed als bij het geheele gesprek'tegenwoordig geweest, zoodat ik hem heb verzocht als zoodanig ook het verslag van het onderhoud mede te onderteekenen, waaraan door hem is voldaan. In Februari 1917 werd bevonden, dat inderdaad een der meters in meergenoemde fabriek niet aanwees. Dit feit op zichzelf is niets by- zonders en komt herhaaldelijk voor. Ter wille van de volledigheid en controle wordt bij verwisseling van zulk een meter, indien de omstan digheden een schijn van onregelmatigheid zouden kunnen verwekken, te vens onderzocht of moedwil in het spel geweest kan zijn. Door dit' onderzoek zijn dan èn verbruiker èn controle gedechargeerd voor later. Blijkens het ingestelde onderzoek heeft dit in het onder havige geval ook plaats gevonden. Tevens wees dit onderzoek het vol gende uit: De opgestelde meter was het eigendom der N.V.Asselbergs en opge steld als reserve lichtmeter. De meter is, nadat was vastgesteld,dat hij stilstond, weggenomen en naar de gasfabriek gebracht. Vandaar opgezonden naar de meterfabriek Dordrecht ter vaststelling der waarde, teneinde den meter door het gasbedrijf over te kunnen ne men. Uit de verdere correspondentie blijkt, dat de meter geen waarde genoeg had om reparatie loonend te maken, weshalve hij is afgekeurd. De meter van een capaciteit van 100 lichten of 14 M* per uur door laat is toen vervangen door een 10 lichts of 1,4 per uur doorlaat, eigendom der gasfabriek. Bovendien bleek uit de meteropneemboekjes, van jaren vóór en jaren na de verwisseling, dat geen verbruik van eenige practische beteeke- nis op deze aansluiting plaats had gevonden, terwijl ook de andere meters geen verhooging of verlaging van het gebruik aanwezen. Deze laatste omstandigheid verklaart tevens, dat indertijd van een schatten van het verbruik, zooals dit steeds plaats vindt, kon en moest v/orden afgezien. Het gesprek met den Edelachtbaren heer Walder kan in het leort wor den weergegeveh als volgt: De heer Walder had vernomen, dat deze kwestie- thans ten nadeele van de firma Asselbergs werd aangevoerd en meende goed te doen een onderzoek naar dit geval in te stellen. Indertijd had mijn voorganger, volgens mededeeling van don &eer Jalderden Edelachtbaren heer A.Vriens toenmaals lid der Commissie, bij dit onderzoek betrokken, door hem den meter, waarvan hier sprake is, te toonen. Omdat de heer Becht in dien tijd reeds aan de bedry- ven verbonden was in tegenstelling met mij, heeft eerstgenoemde ver der aan het gesprek deelgenomen en was behulpzaam in het opsporen van gegeven. De heer Walder stelde aan den heer Becht dezelfde vraag als aan my, n.l. wat hem van de kwestie bekend was. Hem was ook niets naders be kend, dat hetgeen de heer Walder reeds had medegedeeld. Ik heb toen de opmerking gemaakt, datvde heer Vriens wel het voor naamste van deze kwestie bekend zou zijn, omdat hij als commissielid er bij betrokken werd. Dit bleek volgens den heer Walder niet het ge val, zoodat niet anders overbleef dan uit de opneemboekjes te onder zoeken of ie ts ^nregelrnat igs gevonden kon worden. Met behulp van de boekjes: 1914, 15, 16, '17 en'l8 kon vastgesteld worden, wat reeds is medegedeeld over verbruik en schatting. Een onderzoek over een zoo

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1927 | | pagina 66