betrekking, welke hij thans waarneemt. Gesteld dat de heer de Graauw
aan het eindpunt was gekomen van zijn studies, dan zou hij zich vol
gens spreker wel 2 maal bedenken eer hij een dergelijke betrekking
zou ambieeren. De benoemde heeft thans genoegen genomen met een be
trekking, die minder is, dan hij zich als einddoel voor oogen had ge
steld. Spreker stelt zich voor, dat er onder de 69 sollicitanten
jongelui waren die de betrekking beschouwd hebben alè een einddoel
en het spijt hem dat die jongelui geen kans hebben gekregen.
De heer KIEEE zegt na de gegeven toelichting zich te kunnen ver
eenigen met het oordeel, dat de heer Juten alsnog over deze zaak ge
geven hee ft
De VOORZITTER merkt op, dat Burgemeester en Wethouders de benoeming
gedaan hebben aan de hand van de gegevens. Dat er sollicitanten te
leurgesteld zijn is te begrijpen. Spreker wil den heer van As ook wel
opmerken, dat de betrekking niet is een secretarie-betrekking, maar
een zuivere administratieve handelsbetrekking en daarin zijn de ca
paciteiten van iemand als benoemde van beteekenis. Burgemeester en
"Jethouders zijn er van overtuigd dat zij van de benoeming gemaakt
hebben wat er van gemaakt kon worden.
De heer VAN AS zegt dat er natuurlijk aanleiding is geweest om de
vragen te stellen en de vragen zijn gesteld in het belang van de ge
meenschap. Daarom wil hij nog dit opmerken, dat aan de hand van de
oproeping en van wat daarin staat, deze benoeming een eigenaardige
is voor de menschen die er aan mee deden en voor de menschen die er
tegen aan keken.
De VOORZITTER wil naar aanleiding hiervan nog even een vergelijking
malcen die, hij geeft het vooraf toe, zooals iedere vergelyking wel
eenigszins mank gaat. Janneer Burgemeester en Wethouders een oproe
ping plaatsen voor een opzichter en ze stellen als eisch een opzich
tersdiploma en er komt een ingenieur, die zich aanmeldt als opzich
ter, dan zal men toch afwijken van den oproep en den ingenieur nemen.
Het debat over deze aangelegenheid wordt hierna gesloten,
r. H.Walder3ergen op Zoom 29 April 1927.
Vragen inzake het instellen van een Armenraad.
(Verzameling 1927 Hr.37)
De heer VALDER wilde eenige inlichtingen geven op de door hem ge
stelde vragen, opdat het Dagelijksch Bestuur er verder op in zal gaan.
Tot de indiening van zijn vragen is hij gekomen, doordat dit jaar de
armoede in de Gemeente grooter is dan andere jaren, hetgeen een ge
volg is van de werkeloosheid en de slechte economische toestanden.
Een beeld geven over den toestand in vele gezinnen zal hij niet doen,
het is jammer genoeg een feit en de overheid moet daarmede rekening
houden. Er zijn in Bergen op Zoom volgens het verslag van de gemeente
over 1925 veel instellingen van weldadigheid. Van zoo veel weldadige
instellingen had hij nooit kennis genomen en het doet hem daarvoor
reeds genoegen het verslag gekregen te hebben. Maar er zijn menschen
die niet bij een van die 20 sectarische instellingen ingedeeld kun
nen ^worden. Volgens het verslag worden de armen onderverdeeld in
vakjes en hokjes, doch wat moet gebeuren met de menschen, die hierin
niet thuis hooren. Er zal een geestelijke dwang uitgeoefend worden
om ze er toch in onder te brengen. Spreker aarzelt niet om dit- immo
reel te noemen. Een arme is ook een mensch, hij heeft alle rachten
van een staatsburger en men moet hem ook de volle vrijheid geven
over zijn geestelijk leven te beslissen. En sectarische genootschap
pen stellen sectarische eischen. Door armoede gedwongen wordt men
naar een sectarische instelling gedreven, waarin men zich geesstely-
lcen dwang moet laten welgevallen, omdat men arm is. Dat kan niet door
den beugel en de gemeenschap is verplicht om voor deze armen de
geestelijke vrijheid te eerbiedigen. Maatschappelijke hulp mag Men
nooit gevoelen als iets, dat vernedering geeft. Spreker voelt zich
verplicht op te komen voor de menschelijke rechten van den arme. Ar
moede is geen schande maar het wordt over het algemeen als een schan
de gevoeld. Het systeem van hulpverleenen zooals thans geldt, deugt
nietten daarom wil spreker verdedigen een nieuwe regeling van hulp
verleening, dat de menschen bevredigt en die practisch kan wo rden
uitgevoerd. Spreker zou daarom gaarne hooren, dat Burgemeestesr en
Jethouders in deze richting zullen werken om te komen tot eeni Armen-