24.
als zijn ontwikkeling betrof. Nadat het hoofd van dienst zijn meening
had geuit en de secretaris deze had vastgelegd, heeft ook de secre
taris zijn meening kenbaar gemaakt. De secretaris deelde ook onmid
dellijk mee, dat de thans benoemde de meest geschikte was en bij hem
als nr.l in aanmerking kwam. Daarna hebben wethouder Verlinden en de
Burgemeester de aanteekeningen die zij gemaakt hadden aan de verga
dering voorgelegd en daaruit bleek, dat de meest aangev/ezene in het
oog van wethouder Verlinden en den Burgemeester was, de thans benoem
de, Burgemeester en Wethouders hebben daarna nog een schriftelijk
rapport van het hoofd van dienst van gemeentewerken verzocht en Ir.
van Goor heeft dit ook uitgebracht. Uit dit rapport, dat door spre
ker wordt voorgelezen blijkt eveneens, dat het hoofd van dienst den
thans benoemde de meest geschikte candidaat vond.
Spreker gelooft, dat de leden van den Raad zullen begrijpen dat
voor den anderen wethouder een delicate positie ontstond. Deze wet
houder zei dan ook: Bij dezen stand van de zaak wensch ik mij abso
luut te onthouden van eenige medewerking aan deze benoeming.
Burgemeester en Wethouders hebben gemeend deze houding te moeten
eerbiedigen. Ze hebben daarop, omdat hen ter oore was gekomen dat
de betrokkene was afgekeurd voor den militairen dienst, om het ge
meentebelang in alle opzichten veilig te stellen, gevorderd een me
disch onderzoek en een advies. Burgemeester en Wethouders wenschten
dat dit zou komen van twee medici. Twee doctoren hebben een bevredi
gend rapport over dengezondheidstoestand van den candidaat uitge
bracht en toen hebben Burgemeester en Wethouders besloten den be
trokkene te benoemen met een proeftijd van 1 jaar, zooals dat ge
bruikelijk is bij alle benoemingen in gemeentedienst.
Nu wordt door stellers van de vragen opgemerkt, dat de benoemde
geen enkele boekhoudkundige bevoegdheid bezit. Spreker heeft voor
zich het programma, aangevend hetgeen bestudeerd moet worden voor
het behalen van het diploma Handelseconomie aan de Handels Hooge-
school te Rottersam, welk diploma betrokkene behaald heeft. Spreker
leest voor wat hiervoor vereischt wordt en wijst vooral op de bepa
ling dat dit examen eerst kan worden gedaan, wanneer het onderwijs
èn voorgezet boekhouden, handelsrekenen enz, met vrucht is gevolgd.
De studie in de genoemde vakken is door den betrokkene met vrucht
gedaan en het examen is door hem met gunstig gevolg afgelegd. Burge
meester en Wethouders hebben gemeend, gehoord het advies van het
hoofd van dienst, gehoord het advies van den secretaris en in aan
merking nemende de studies, die door dezen persoon gemaakt zijn,dat
deze het meest in aanmerking kwam voor een benoeming. Zij zijn er
van overtuigd, dat, wanneer zij dezen persoon niet hadden benoemd,
hun met recht het verwijt had kunnen worden gemaakt, dat zij den
meest ontwikkelde, den knapste en den best onderlegden en meest ge-
schikten candidaat niet zouden hebben benoemd en dan nog wel iemand
die in Bergen op Zoom woont. Burgemeester en Vethouderd hebben ge
meend, dat, wanneer Bergsche jongelui zich hebben toegelegd op de
studie aan de Handels Hoogeschool, waardoor een academische vorming
wordt verkregen in een vak waarin ze met vrucht werkzaam kunnen zijn
in dienst der gemeente, zij uit deze Bergsche jongelui een keus
moesten doen en zij hebben hem daarom met gerustheid benoemd. Spre
ker gelooft na deze uiteenzetting den Raad te kunnen adviseeren van
verdere besprekingen af te zien.
De heer JUTEN gelooft, dat hij persoonlijk wel tevreden kan zijn
met de toelichting, welke over deze geschiedenis gegeven is. Waar in
den oproep zooals die is voorgelezen, als verplichting een diploma
boekhouden vereischt wordt, was er voor hem aanleiding mede deze
vragen te stellen, vooral omdat hij van andere zijde gehoord had,dat
de benoemde geen bevoegdheid had. Spreker is thans voldoende bevre
digd.
De heer VAN AS zegt, dat de uiteenzetting, welke de Burgemeester
gegeven heeft hem genoegen doet. Hij kan voor een groot gedeelte be
grijpen, dat Burgemeester en Wethouders gekomen zijn tot deze benoe
ming, maar hij betreurt het toch aan den anderen kant dat jongeloii
ook uit Bergen op Zoom, die een speciale studie hebben gedaan met
als einddoel het bezetten van een dergelijke betrekking, hun kans
thans ontnomen zien. Men zal toe moeten geven dat de studie van den
jongeman, die thans is benoemd niet leidde tot het bezetten van aen