A 22. wiens aangelegenheid de vergadering gehouden is kan ook tevreden zijn. Er is geen enkel gemeentebelang betrokken bij opheffing van de ge heimhouding, er is zelfs een groot gemeentebelang bij betrokken om de geheimhouding te bewaren. Indien zonder noodzaak de opgelegde ge heimhouding wordt opgeheven en de besprekingen aan de openbaarheid zullen worden prijs gegeven, zal dit tot gevolg hebben dat de leden van den Raad in de geheime vergaderingen in het vervolg niet meer vrijuit spreken, omdat het zwaard van Damocles hen steeds boven het hoofd hangt, daar men steeds voor de mogelijkheid staat dat het ge sprokene openbaar wordt gemaakt. De heer VAN AS is juist van meening, dat, wanneer de mogelijkheid blijft bestaan, dat de geheimhouding v/ordt opgeheven, daardoor de meest listige opmerkingen worden gecoupeerd. In besloten vergadering moet men niet lanceeren, wat men in openbare vergadering niet durft te herhalen. Dat is het, waar het spreker om gaat. Wanneer de open baarheid als het zwaard van Damocles boven de hoofden zweeft zal men niet naar voren brengen wat niet waar is en waardoor de personen in hun positie en hun leven geknakt worden. Gezien de samenstelling van deh Raad, gelooft spreker niet dat zal worden besloten de geheimhou ding op te heffen maar het doet hem genoegen de aandacht er op geves tigd te hebben, dat men maar moet weten, wat men in besloten verga dering zegt en dat men nooit het recht heeft in besloten vergadering de menschen ongelukkig te maken. De VOORZITTER meent nog een opmerking te moeten maken voor de eer van den Raad. Spreker gaat niet van de veronderstelling uit dat er een lid van den Raad is, die opzettelijk in besloten vergadering las ter of leugens of onwaarheden zou mededeelen. Spreker moet aannemen, dat in dezen Raad niemand daartoe in staat is. Het is echter heel wat anders of men in een besloten vergadering gemakkelijk en vrijuit spreekt, dan dat men in een besloten vergadering laster en leugens debuteert. Niemand der leden, zoo moet men aannemen, zal met opzet liegen en lasteren. Er is een groot verschil tusschen vrijheid van spreken in een openbare en in een besloten vergadering. Aangezien het een aangelegenheid betreft, welke is opgelost op een wijze zooals men dat niet beter kan verlangen, bestaat er dan ook geen aanleiding de geheimhouding op te heffen. De heer WALDER zegt, dat wanneer hij zijn stem motiveert, hij dat doet, omdat hij in de meeste gevallen geheimhouding uit den booze acht. Ook de behandeling van dezen zaak had best in openbare vergade ring kunnen geschieden. In openbare vergadering kunnen de leden ook zeggen Y/at se willen. De raadsleden zijn onschendbaar en dat is van den wetgever goed gezien. Spreker ziet daarom niet in waarom men in openbare vergadering niet evenveel kan zeggen als in besloten zitting. Wanneer een persoonlijke kwestie in besloten vergadering wordt be handeld, is men ook verplicht te zorgen, dat men alles wat men zegt, kan verantwoorden. Het verzoek van den heer van As, hierna in stemming ge brachtwordt verworpen met 11 tegen 4 stemmen. Voor stemden de heeren Juten, Kiape, van As en "Walder. Tegen stemden de heeren J.Vriens, Scheffelaar, Beckers, Harmsen, van Kaam, J.P.J.AsselbergsA.Vriens, Lauret, Verlinden, J.C.C.Assel- bergs en Boschman. p. A.Juten, Bergen op Zoom 28 Februari 1927. Verzoek om inlichtingen inzake den verkoop van Domeingronden. (Verzameling 1927 Nr.22). De VOORZITTER zegt, dat naar zijn oordeel, geen enkel bezwaar be staat tegen de behandeling dezer vragen. De heer JUTEN gelooft, dat hij de vragen duidelijk heeft geformu leerd, wanneer ze worden beantwoord kan hij tevreden zijn. Jethouder ASSELBERGS zet dan als antwoord op deze vragen de zaak uiteen. Hij deelt mee, dat op een gegeven oogenblik een aanvraag bij openbare werken werd ingediend voor 4 perceelen domeingrond. Daarna kwam ook een aanvrage voor een perceel behoorende bij deze vier per ceelen. Openbare werken hoeft toen zoo geredeneerd: Wanneer de aan vrage wordt gegund aan den aanvrager van 4 perceelen, worden in de eerste plaats 4 perceelen tegelijk verkocht, maar op de tweede plaats wordt hier door openbare werken de bouworde beheerscht. Daarom werd geadviseerd de aanvrage aan den aanvrager van 4 perceelen te gunnen. i

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1927 | | pagina 59