16 wenschelijkheid om een afzonderlijken ingang voor de raadsleden te ma ken. Er zal echter niets definitief gedaan worden alvorens de Raad er in gekend is. De Voorzitter schorst hierop de vergadering tot 8 uur des avonds. De VOORZITTER heropent de vergadering om 8 uur 's avonds. De heer Verbiest heeft kennis gegeven, dat hij verhinderd is de vergadering hedenavond bij te wonen. Overigens waren dezelfde leden aanwezig als vermeld op de presentielijst. XXIAdvies van Burgemeester en Wethouders op het verzoek van de R.V. Zuid Rederlandsche Spiritusfabriek te Bergen op Zoom, om gemeen tegronden enz, in erfpacht te mogen ontvangen. (Verzameling 1927 Nr.33) (Zie hiervoor ook naar IIu, pag. A) De VOORZITTER zou gaarne van den heer Juten vernemen op welke wyze hij gekomen is aan de gegevens, welke noodig waren voor het redigee- ren van zijn vragen. De heer JUTER zegt deze gegevens hier en daar te hebben opgevangen; dat sprekef op de hoogte was, is den Voorzitter uit een telefonisch onderhoud met spreker reeds gebleken. Spreker heeft o.a. ook in cor respondentie gestaan met een der Directeuren van de Bat^afsche Import My. De VOORZITTER vraagt vervolgens, hoe de heer Juten er toe komt om te beweren dat de uitslag der procedure op zijn zachtst genomen on zeker is en of de heer Juten deze bewering grondt op eigen juridische kennis De heer JTJTER deelt mee, dat hij den indruk heeft gekregen uit on dervinding en uit eigen juridische kennis. De VOORZITTER zegt dan toch iets te moeten zeggen over hetgeen zich heeft afgespeeld rond deze zaak, alvorens hij den Raad adviseert om trent de vraag of al dan niet behandeling van de vragen van den heer Juren gewenscht is. De Raad zal zich herinneren, aldus spreker, dat de Raad tot 2 maal toe de gelegenheid gehad heeft zich uit te spre ken over de vraag of de procedure al of niet zou worden gevoerd. Laatstelijk heeft de Raad zich uitgesproken, nadat vooraf op 8 Octo ber van het vorig jaar een geheime vergadering was gehouden. Daarin hebben Burgemeester en Wethouders nadere inlichtingen gegeven. Bur gemeester en Wethouders hebben den Raad alle stukken voorgelegd,waar bij ook de correspondentie met den rechtskundigen raadsman der ge meente in deze aangelegenheid. En daarna heeft de Raad besloten om tot een procedure over te gaan, terwijl de uitvoering van die be sluit is opgedragen aan Burgemeester en Vfethouders. Ru maakt het een eenigszins vreemden indruk, dat, zonder dat aan den Raad door Burge meester en Jethouders een novum of nova zijn medegedeeld, èn door een lid van den Raad in den vorm van vragen èn door een open brief van den advocaat van de tegenpartij deze aangelegenheid opnieuw in den Raad aan de orde zou komen buiten Burgemeester en 'Wethouders om. Ik kan me indenken, dat de Raad wenscht de procedure niet te voeren op voorstel van Burgemeester en Wethouders, die geacht moeten worden door hun rechtskundigen raadsman voldoende op de hoogte te zijn van de aangelegenheid, maar ik kan mij niet indenken, dat de Raad in staat- is om een andere houding aan te nemen in een procedure, naar aan leiding van een open brief of een ingezonden stuk van den advocaat van de tegenpartij. Ilc meen, dat Burgemeester en Wethouders met den Raad de aangewezen organen zijn om over deze aangelegenheid verder te beslissen, maar ik meen dat het in strijd is met alle usance ook 'ie in de advocatenwereld, dat de advocaat van de tegenpartij zich wen^iflt tot de andere partij buiten den rechtskundigen raadsman van die andere partij om, Ik krijg uit hetgeen zich om deze zaak afspoelt den indruk, dat de advocaat van de tegenpartij overtuigd is, dat, wanneer hij zijn zaak tegenover deskundige en onpartijdige rechters zal hebben te verdedigen het hem niet gemakkelijk zal vallen de zaak te winnen en dat hij daarom tracht op meer dan ongewone wijze deze aangelegenheid te brengen op een plaats, waar ze in dit stadium niet behoort. De heer Juten houde het mij ten goede maar op z n zachtst uitgedrukt heeft hij toch den advocaat van de tegenpartij in de kaart gespeeld. Ik twijfel geen oogenblik aan de goede bedoelingen van den heer Juten. Ik geloof niet, dat de heer Juten wetens en willens het belang van de Gemeente wilde benadeelen, maar zonder het te vallen speelt de heer Juten door het stellen van zijn vragen in de kaart van den advocaat der tegenpartij

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1927 | | pagina 53