u.
Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel van
Burgemeester en Wethouders besloten.
Wethouder ASSELBERGS komt weder ter vergadering.
VII. Vaststelling van het le kohier der hondenbelasting, dienst 1927.
Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel van
Burgemeester en Wethouders besloten.
VIII. Aanbeveling van Burgemeester en Wethouders tot benoeming van
g°r. lid der Commissie van toezicht _o_p de Ge meent e Bad~ ITn^lSwim-
inrichting. -
Verzameling 1927 Nr.23)
De VOORZITTER benoemt tot leden van het stembureau de heeren J.Vriens
A.Juten, H.Harmsen en H.Walder.
De heer J.P.J.Asselbergs is tijdens de stemming niet aanwezig.
Uitgebracht worden 15 stemmen, waarvan op den heer Jac.Smout 9 en
op den heer Heiwig 6 stemmen, zoodat is benoemd de heer Jac,Smout.
De VOORZITTER deelt mede, dat aan den benoemde kennis van 's Raads
besluit zal worden gegeven.
IX* Advies van Burgemeester en Wethouders op het verzoek van de K.E.
Turnvereeniging "U.d.I." te Bergen op Zoom om":
leBene bijdrage van f.500,~ in "h'e't ve ritfo e~deT ijk tekort op de
door haar te geven gymnasiek-be_tooging"erf
2eBeschikbaarstelling van een medaille.
(Verzameling 1927 Nr. 3TT
Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel van
Burgemeester en Wethouders besloten.
E. Advies van Burgemeester en Wethouders bp het verzoek van de V/est
Brabantsche Harddraverij- en concours hippique verëe~niging ~te Ber
gen op Zoom, om toekenning van een subsidie van ten hoogste f.300
uit de gemeentekas.
Verzameling 1927 Nr.35)
Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel van
Burgemeester en Wethouders besloten.
XI. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot afgifte eener verkla
ring ingevolge art.133, 5e lid der Pensioenwet 1922 aangaande den
door J.J.Touw als tijdelijk leeraar der Teeken- en Burgeravond
school doorgebrachten diensttijd.
(Verzameling 1927 Nr. 32l
De heer KIEPE wijst erop, dat wel een verklaring kan worden afge
geven ten behoeve van den heer Touw, doch dat dit niet mogelijk bleek
voor den heer W.Juten. Spreker had hierover gaarne inlichtingen.
De heer A.VRIENS meent, dat het in 1915 nooit in de bedoeling van
den Raad kan hebben gelegen den heer Touw ambtenaar te doen zijn in
den zin der Pensioenwet 1922; men wist in 1915 niet, dat er in 1922
een Pensioenwet zou komen.
De heer SCHEE-EELAAR wijst er op, dat er in 't geval Juten zelfs
geen personen waren, die als getuigen konden worden gehoord.
De heer HARMSEN meent, dat het recht van den heer Touw op pensioen
wel vastgelegd zal zijn; het gaat wellicht slechts om een verklaring,
dat de heer Touw in dienst der gemeente is geweest.
De VOORZITTER wijst er op, dat de vergelijking tusschen het afge
ven van een verklaring aan den heer Juten en aan den heer Touw mank
gaat. Om de verklaring aan den heer Juten te kunnen afgeven is moeite
genoeg gedaan, maar Burgemeester en "Wethouders en ook de heer Juten
hebben niets kunnen vinden, om die verklaring te adstrueeren. De ver
klaring eventueel af te geven aan den heer Juten sloeg op zijn aan
stelling plm. 30 jaar geleden; de onderhavige verklaring gaat slechts
terug tot 1915. De betalingsstukken van den heer Touw zijn nog aan
wezig. Het feit dat de heer Touw aangesteld is, geeft hem zonder mear
recht op pensioen.
De heer JP.JASSELBERGS meent, dat de moeilijkheid van den heer
A.Vriens schuilt in de omstandigheid dat de Pensioenwet aangehaald
kan worden als "Pensioenwet 1922".
Zonder hoofdelijke stemming wordt thans overeenkomstig het voor
stel van Burgemeester en Wethouders besloten.
XII. Advies van Burgemeester en Y/ethouders op het verzoek van E.M.
Schoutens te Bergen op Zoom, Groote Markt nr.8, om vermindering
van den opgelegden aanslag in het vergunningsrecht 1927"/^ 28.
Verzameling 1927 Nr26