4 19. o.ls motief aa.n hot feit, dat er in de vergadering van de Commissie van onderzoek van de begrooting over deze aangelegenheid is gespro ken. Spreker kan hetgeen de heer '/folder gezegd heeft niet ontkennen, noch bevestigen, maar hij wil toch wel opmerken, dat van dat gesprek aan den Raad officieel niets is gebleken. Er is oen verslag uitge bracht over het onderzoek door beide rapporteurs en in dat versiag is met geen enkel woord melding gemaakt van het feit, dat de heer //ai der beschouwt -als een persoonlijk feit. ".fonneer de gelegenheid ge beden zal worden om over deze aangeIegenheid te sproken, omdat er in oen commissie over gesproken is, is spreker bang, dat voortaan do besprekingen in de commissievergaderingen zich zullen beperken tot wat men noemt het absoluut noodzakelijke en dat daar niet eens een vraag gestold kan worden of oen bewering gedaan zonder dat het geheim karakter van de commissie geschonden zal worden. De leden der Commissie zouden bang zijn voor iedere vraag in den Raad ter verantwoording te worden geroepen. De hoer VAR AS zegt, dat het nooit moeilijk zal zijn de go no zaak tegemoet te komen en de andere tegen te werken. Y/annecr de Voorzit ter zegt, dat punt 2 een afgedane zaak is dan wil spreker opmerken, dat voor de commissie ad hoe nog geen enkele za,alc is afgedaan, ten zij dan de zaak van den gewezen gemeente-secretaris. Spreker blyft op hot standpunt staan, dat oen schecve voorstelling van zaken wordt gegeven. Hij gelooft ook dat het misbruik maken is in een dergclyk geval een beroep te doen op den Raad daar het bijna, zeker is, dat men dan niet mag spreken. Als men zoo te work ging in do Tweodo Ea rner of de Staten zou nooit een minderheidsgroep het woord kunnen voeren. Als men aan don heer v/aldor niet het woord geeft, da.n geeft men op oen formidable wijze blijk van zwakte. Spreker zal zijn stem geven om den heer Walder te laten spreken. De heer A.VRIERS merkt op, dat de Voorzitter adviseert den hoer .folder niet het woord to verIconen omdat van de besprekingen in de commissie geen mcdodeeling is gedaan aan den Raad en er dus geen openbaarheid aan is gegeven. Waar echter naar aanleiding ve,n de be sprekingen in do commissie in de courant over de champagne -lavestic is geschreven, acht spreker het van belang dat deze zaa,k in het publiek wordt rechtgezet. De heer KHEE wil zijn stem motiveeren. Daar verschillende leden van den Raad en ook zijn persoon zijn genoemd, zal spreker or voor zijn, don heer "folder het woord te verlecncn om de leden te roha- bilitceren. De hoer WAT,DER wil opmerken, dat het voor hem niet zoo heel pret tig is over deze zaaic to gaan sproken, maar waar hij gocn andere gelegenheid heeft, voolt hij zich wel verplicht zich op deze wij zo te verdedigen. Het gaat er alleen om, de leugens te achterhalen. De VOORZITTER merkt op, dat men hier in den Raad dus een couranten bericht wil bespreken. Men zou daarmede een precedent scheppen.Spre ker wil een voorbeeld aanhalen. "In 0/uni verscheen er in een dor plaatselijke bladen tweemaal achtereen de mededocling, dat ik met den uitspraak va.n den Eereraad inzake de quost-ic Vcrlinden reeds weken in mijn zak 'liep. Eenige dag on later meldde hetzelfde blad, dat het bericht nog steeds niet- was tegengesproken en dat het dus waarheid bevatte". Het is zelfs niet in het hoofd van sprekeropge komen om een courantenbericht tegen te spreken. Een courantenbericht laat spreker Siberisch koud en de loden moeten het ook zoo vor bren gen. Do leden van den Raad doen verstandig hier het woord niet over que sties als de onderhavige, te voeren. De heer VAR AS meent, dat courantenberichten in openbare lichamen juist vaak geciteerd en besproken worden. Spreker acht het in het belang van do eer van verschillende ra.adsleden, da,t deze questie hier in het openbaar wordt besproken. Do VOORZITTER wijst or op dat hij slechts oen adviscerer.de stem heeft; de Raad beslist. Spreker heeft het in de Kamer medegemaakt dat de heer Braat of Wijnkoop vragen wenschtc tc stellen, en dat de Voorzitter de Kamer uitsprank liet doen of deze verzoeken a.1 dan niet moesten worden ingewilligd. Hij stelt voor den hoor ./alder niet dc gelegenheid tc geven het woord to voeren. De hoor SCHEEEELAAR zegt althans in de commissie, waarvan sprokcr deel uitmaakte niets tc hebben gehoord over deze aa.ngelcgcnhcid.-Hij za}. daarom zijn stem niet- aan hot verzoek geven.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1927 | | pagina 19