24.
passen.Hij twijfelt er althans niet aan of de juiste rekeningen zullen
worden overgelegd.
De heer A.VRIENS zegt in deze niemand te wantrouwen. Zijne opmer
kingen waren in 't algemeen bedoeld.
Zonder hoofdelijke stemming wordt thans overeenkomstig het voorstel
besloten.
XI« NADER VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EH WETHOUDERS OM AAN H.M.DE KONIN
GIN DB VERZOEKEN AAN" DE GEMEENTE HERGEN OP ZOOM VR IJS TELL ING TE
VERLEENSN VAN DE BIJ ARTIKEL 6 DER HOOGER ONDER'WI JSV/ET OPGELEGDE
VERPLICHTING TOT HET OPRICHTEN VAN EEN GYMüTASÏm
(Verzameling 1927, No. 52.)
De heer WALDER wil zijn spijt ui tdrukken,da t men niet is kunnen
komen tot de oprichting van een gymnasium.Hij merkt nog op,dat in het
besluit niet wordt vastgelegd,dat wanneer eventueel de toestand ver
andert,wel tot oprichting zal worden overgegaan.
De VOORZITTER deelt mede,dat de Kroon den termijn bepaalt waarvoor
vrijstelling wordt gegeven.Dat is voor een zeker aantal jaren .'Vanneer
deze termijn te lang mocht blijken,dan kan nog altijd wijziging worden
gevraagd.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierop overeenkomstig het voor
dstel van Burgemeester en Wethouders besloten.
XII« VOORSTEL VAN BURGEMEES TER EN V/ETHOUDERS TOT AANSTELLING BIJ DEN
DIENST DER GEMEENTEWERKEN VAN AMBTENAREN IN VAST- EN AMBTENAREN
IN TI EDEL IJK DIENSTVERBAND?" (Verzameling 1927, No 59
De heer KIEPE zegt dat hij,daar de financieels toestand van de
gemeente van dien aard is,dat de grootst mogelijke bezuiniging zal
moeten word en be trac&ttegen het voorstel zal stemmen. Hij wil echter
nog een anderen weg aanwijzen.Hij zou namelijk het voorstel willen
aanhouden tot de behandeling van de begrooting 1927.
De heer A.VRIENS zegt,dat deze aangelegenheid in de Commissie van
Openbare Werken is ter sprake gebracht em door den waarnemend hoofd
opzichter toegelicht. Het kan waar zijn,dat de financieele toestand
niet schitterend is,dat onderschrijft spreker,maar dat neemt z.i. niet
weg,dat men een onbillijkheid begaat ten opzichte van de ambtenaren,
wanneer het voorgestelde besluit niet wordt genomen. Er zijn ambte
naren bij die reeds ruim 6 jaar in dienst van de gemeente zijn,terwyl
men de zekerheid kan hebben,dat deze ambtenaren in de toekomst ook
zullen moeten blijven,al thans gedeeltelijk. En dan is het onbillijk,dat
deze mens ch. en niet voor vast worden aan ge s te ld •Y/at de sal ar iee ring
be treft,daar in komt geen noemenswaardige wijziging; ginancieel voor-
of nadeel heeft dat besluit dan ook niet.
opreker zou daarom ook overeenkomstig het voorstel van Burgemeester
en Wethouders willen besluiten.Spreker wijst er nog op,dat het niet
v/en schel ijk is,altijd van personeel te veranderen en om deze menschen
te oehouden,moet men ze voor vast aanstellen. De heer Fbnville b.v. is
reeds 6 jaar als tijdelijk opzichter werkzaam; het is een bekwaam op
zichter welke de gemeente op het oogenblik en in de verre toekomst
beslist noodig heeft.Van Broekhoven is 12 jaar op Openbare 'Werken
werkzaam.Het wordt dan ook hoog tijd,dat deze jonge man,die zich ge -
heelmin den dienst heeft ingewerkteen vaste aanstelling krijgt.Voor
van Weel betreft het slechts een tijdelijke aanstelling voor een jaar,
Gii vaar de werkzaamheden thans zoodanig zijn,dat kan worden voorzien,
dat de man het eerste jaar zeker niet gemist kan worden,kan tegen deze
aanstelling geen bezwaar zijn. "Wat van Loon betreft,die zou een vaste
aanstelling voor een jaar moeten hebben om pensioengerechtigd te wor
den. Dit is dus eigenlijk min of meer een kwestie van philantropie
Wanneer echter de werkzaamheden zoodanig zijn,dat deze aanstelling
kan gegeven worden,dan kan ook daar niets tegen zijn. Alleen vraagt
spreker of de storting van de pensioensbijdrage niet door den ambte
naar zelf kan worden gedragen. Verder betreft het nog een vaste aan
stelling van Heezius. Ook deze jonge man is reeds geruimen tijd in
tijdelijk dienstverband en zijn werkzaamheden rechtvaardigen ten volle
een vaste aanstelling.
Spreker geeft ook een overzicht van de verschillende werkzaamheden
bij Openbare Werken; hij wijst op de bebouwing der Domeingronden,op
het steeds toenemende aantal bouwvergunningen,op de vaak gebrekkige
teekeningen welke worden ingediend,op de hulp die Openbare Werken,in
hec belang der aesthetica,verleentop het uitbreidingsplan,dat nog