21c
De VOORZITTER antwoordtdat Burgemeester en Wethouders
natuurlyk voor een zéér kort on opzeggingsternyn zullen zorg
dragoncSpreker wyst er vervolgens op, dat de nogelykheid "bestaat,
dat Gedeputeerde Staten dit raadsbesluit in dezen vorm niet
zullen goedkeuren»
Zonder hoofdelyke stemming wordt thans overeenkomstig het
voorstel van Burgemeester en 'etiiouders,Verzameling 1926,Ur.47,
besloten
Thans komt aan de orde punt II der aanvullingsagenda.
II c ADVIES 0? HET VERZOEK YM /.E.J.JUT.wY TB iQÏÏ., Oh AAK XR-1 AF
TE GEVEH Ei'E VhkkL-l'HTG- "..EAEUIY1""BLYkTDAT Hlr Ik 1888 KENE
GR AT IEI CAT IE OUT YAKG-WI ELEFT VAK f.l'OC,- WEGENS VERRICHTE
DIENSTEE AhS QNDEBWYZSE. (Ver zameling 1926 Er.49.
De heer WALDER zegt deze zaak goed te hebben bekeken.Hy kan
zich met het prae-advies niet vereenigen en hy acht het een on-
billykheid om op het prae-advies in te gaan.Voor spreker staat
het vast, dat de heer Juten gedurende byna een jaar in Gemeente
dienst is geweest en arbeid heeft gepresteerd.Het lykt hem on-
aannemelyk, dat deze arbeid niet zou zyn beloond en hy acht het
vanzelfsprekend dat er iets betaald is.De gemeente is er niet
van af door te zeggen dat de stukken zoek zyn.
De heer KIEPE is het in hoofdzaak mot don hoer '/aider eens.
Hy zou Burgemeester en Y/othouders in overweging willen geven by
den heer Juten te informeeren of deze uit zyn corrospondontio of
boekhouding kan bewyzon dat hy eon gratificatie hoeft goh ad
van f.100.-.
Don hoer BOSCHMAN komt het ook voor,dat de werkzaamheden door
don hoor Juten niet gratis zullen zyn verricht.By zou den hoer
Juten in deze gaarne tegemoet willen komen.
De heer VRIENS kan zich met het gesprokene door de vorige
heeren vereenigen .Erkend wordt dat de heer Juten als onderwyzer
is werkzaam geweest en spreker kan aannemen dat daaraan een be
zoldiging is verbonden geweestSpreker geeft in overweging te
trachten het bewys door getuigen te leveren.De heeren Bevin,
Somers en van Hasselt moeten van deze guestie op de hoogte zyn.
De heer LAUBET meent,dat niet afwyzend op het verzoek dient
te worden beschikt en dat wel een bewys kan worden afgegeven.
De heer JUTEN merkt op,dat het de bedoeling is van den heer
W.Juten om pensioen in te koopen.Hy heeft als onderwyzer gediend,
naar er ontbreken nog enkele maanden aan een tienjarig tydperk.
Hu heeft hy willen aantoonendat hy byna een jaar in Bergen-op-
Zoorn tydelyk is werkzaam geweest,doch hiervan hoeft hy geen
bewys.
Do VOOBZITTEE merkt op, dat hot oen zeer penibel0 kwestie is.
Burgemeester en Vasthouders hebben wel begrepen,dat het voor den
heer Juten van groot belang is om een officieels verklaring te
verkrygennoodig om den diensttyd,welke hy in Bergen op Zoon
neeft doorgebracht,als pensioengerechtigde te kunnen doen gelden.
Burgemeester en Wethouders hebben den heer Juten alles verschaft
wat zy hem geven konden,maar juist het bewys dat een gratificatie
is gegeven van f .100.-, hebben ze niet kunnen vinden.De uitgaaf -
bewyzen uit dien tyd zyn vernietigd en uit de administratie van
de gemeente kan thans niet worden bewezen,dat een gratificatie
is toegekendSpreker wil gaarne gelooven,dat jzulks het goval is
geweest; hy vindt het zelf s^ hoogst waarschynlylc ,naar zoolang mon
liet bewys niet heeft,kan noch de Baad,noch Burgemeester en wet
houders een verklaring afleggen,dat die gratificatie wél is ge
geven.De heer Juten treft het ook ongelukkig nst de getuigen;
twee ervan zyn reeds overleden en twee anderen zyn momenteel op
z<5o.Burgemeester en Wethouders kunnen den Baad diet adviseeren
■öen bewys^ af te geven, dat de heer Juten een grat ificatie heef t
genoten.Wel willen Burgemeester en Wethouders de verklaring
geven, dat zy het zeer waarschynlyk ach'cen,maar daar heeft de
heer Juten niets aan,daar de Pensioenraad een pertinente ver
klaring verlangt.
De^heer VAA A3 vindt, dat het wel voor do hand ligt, dat C\ü
?r gaten indertyd een gratificatie heoft genoten,maar hy
gelooft ook,dat do Pensioenraad een pertinente verklaring zal
oischen.hen kan echter ook vorklarendat de .stukken zoek zyn,