ACHTSTE VERGADERING
Vrijdag 25 juni 19 26; '3-namiddags 2 uur.
Voorzitter: de heer H.StulomeijerBurgemeester.
Aanwezig de heeren: A.Vriens; H.M.Y/alderP.M'. J. Da verve ldt; Ph.Iï.
Lauret; J.Vriens; E .A.G.KiepeA.G,G. Juten;' H'.P.M.Verlinden; P.E.
van Eaam; J.C .C.AsselbergsJ.B.van As; JAP.J.Asselb'ergs; Mevrouw
M.V.'Polaermans-Gerritsen en de heeren Th.Boschman; M.A.Verbiest
en M.J.Scheffelaar
Afwezig met kennisgeving da heer H.C.Beckers.
Secretaris: de heer J.A. van de Vouw.
De VOORZITTER opent de vergadering en stelt aan de orde punt I
der agenda:
VASTSTELLING VAN DE NOTULEN VAN DE VERGADERING VAN DEN RAAD VAN 28
MEI 1926. (De notulen hebben in ontwerp ter inzage gelegen.-)
De' heer LAURET wijst er op, dat uit de notulen zou kunnen worden
gelezen, dat hij had aangedrongen op het bepalen van een maximum
snelheid, tusschen de Stalenbrug en Nieuw Borgvliet. Spreker heeft
echter aangedrongen op het bepalen eener maximum snelheid tusschen
de kom der gemeente en de Stalenbrug.
De VOORZITTER vraagt of de heer Lauret er genoegen mede neemt,dat
deze restificatie wordt opgenomen in de notulen van deze vergade
ring, waarmede de heer Lauret zich accoord verklaart.
De heer LAURET wildegaarne het woord voeren over de orde. Spreker
wijst op de late toezending der stukken aan de leden van den Raad.
Voor iemand, die overdag geen vrijen tijd heeft, is het b.v. onmo
gelijk geweest om de stukken voor deze vergadering goed te bestu-
deeren. Spreker dringt er op aan, dat voortaan de: stukken tijdig
worden toegezonden. Voorwat deze vergadering betreft, zou spreker
willen voorstellen de stukken, vermeld op de aanvullingsagenda, aan
te houden.
De heer Y/ALDER onderschrijft de klacht van den heer Lauret. Ech
ter is hij liet niet eens met het voorstel om alle stukken der aan
vul 1 ingsagenda aan te houden. De zaak van Groot kan b.v. onmogelijk
wachten, daar deze vóór 1 Juli moet worden aangesteld.
Spreker herinnert er aan, dat vier maanden geleden een motie is
aangenomen togen wethouder Verlinden, die de consequenties dier mo
tie tot op heden nog niet heeft aanvaard. Spreker meent nogmaals te
moeten verklaren, dat zijn houding onveranderd blijft.
De heer A.VRIENS is het er mede eens, dat het een onmogelijkheid
is, om, als men daags voor de vergadering nog stukken thuis krijgt,
de zaken goed to bestudceren. Spreker zag; dan ook in het vervolg
liefst geen aanvul1ingsagenda's meer.
De heer VAN AS verklaart, in aansluiting met het gesprokene door
den heer 'Valdordat hij met tegenzin de vergaderingen bijwoont.
Uit politiek-ethisch oogpunt bezien is het een gruwel dat de heer
Verlinden hier thans nog zit. nis Voorzitter dei Commissie ad hoe
stuit hem de houding van den heer Verlinden tegen do borst. Spreker
heeft zich te dezer zake beklaagd bij den nieuw gekozen Voorzitter
van de Kiesvereeniging, die verklaarde, dat dergelijke toestandon
alleen in het Zuiden mogelijk waren. Het moet, aldus spreker, colc
den Voorzitter, als poloticus, toch niet zoo aangenaam zijn, dat
de hear Verlinden nog steeds weigert heen to gaan.
Terloops haalt spreker hier even aan, dat Mr. de Vilde, lid van
den door den heer Verlinden in het leven geroepen Eererand, uit
een artikel in de Zoom van 51 Mei 1925 heeft geconcludeerd, dat do
heor Ver linde:: wel degelijk wethouder van Einanciën was. Spreker
acht in deze atmosfeer elke gemoedelijke bespreking althans voor
do meerderheid van den Raad onmogelijk.
De VOORZITTER zou ook veel liever willen, dat hij altijd in do
gelegenheid was de agenda's mot de stukken 8 dagen van te veren aan
do leden toe te zenden. Zulks blijkt in do praktijk echter niet al
tijd mogelijk.
Spreker wil echter opmerken, dat vroeger dc loden een agenda, zon
der meer, thuis kregen; thans ontvangen zij, door de goede zorgen
van den Secretaris, allo stukken thuis. Reden tot klagen kan er
dus in geen geval zijn. wanneer men overweegt, hoe in het verleden
de Raadsleden moesten werken.
Burgemeester en \/e tliov.de r 3 en do Secretaris hebben het onmogelyke