9. Mijnheer de Voorzitter, ook over dezen gang van zaken ben ik niet tevreden. Nog een klacht heb ik aan het adres van Burgemeester en Wethou ders over het uitgeven van gelden, waarvoor toestemming van don Raad noodig is. Burgemeester en Wethouders hebben onlangs een blanco crediet ge kregen voor de werkverschaffing; ik heb daar ook vóór gestemd, in de meening dat het slechts voor enkele waken was; achteraf hebben Burgemeester en Wethouders dat opgevoerd, zoodat de werkverschaf fing in het jaar 1926 nog bijna f.30.000,- kost. De volgende maal zal spreker zich niet zoo gemakkelijk laten over halen Burgemeester en Wethouders een blanco crediet te verleencn. Bovendien, al hebben Burgemeester en Wethouders een b lanco crediet, dan wil dat nog niet zeggen, dat Burgemeester en Wethouders de be voegdheid hebben dat geld uit te geven, zonder dat de Raadde be stemming daarvan kent. Burgemeester en Wethouders hebben een rioleering laten aanleggen aan de Stalenbrug, of men toestemming krijgt om dat rioolwater af te voeren'naar de Schelde, is nog lang niet zeker, terwijl boven dien de gelden voor een dergelijk werk behooren verstrekt te worden uit een leening. Ook verdient in hooge mate afkeuring het verharden van een weg van de Zoom naar den Hazekop; een werk dat verscheidene duizenden guldens kost; ik spreek er mijne afkeuring over uit dat een dergelijk kostbaar werk wordt uitgevoerd, zonder dat de Ra,ad daarin wordt gekend en zonder dat de Raad toestemming geeft. De Raad is toch wel in staat te beoordeelen, welke wegen het eerst in aanmerking komen om verhard te worden, Mijnheer de Voorzitter, ik heb slechts een greep genomen uit do tallooze gevallen die zich hier voordoen en ik heb het meen ik al meer gezegd: de Raad wordt eenvoudig beschouwd als een poppenkast. De Voorzitter met zijn helpers trekken maar aan de touwtjes en wij hebben niets anders te doen dan te knikken. Met dezen gang van zaken kan ik mij niet vereenigen en zal bij elke vergadering wijzen op deze, mijns inziensL onwettige dagen. Wethouder ASSELEERGS, merkt op, dat de heer Juten naar voren heeft gebracht, dat het sloopen van de huisjes niet in ive re ons tem ming zou zijn met het raaisbesluit en het dus geheel onrechtmatig zou zijn geschied; spreker wil er echter op wijzen, dat reeds eerder in principe tot afbreken dezer huisjes besloten werd. Er is niets bijzonders gebeurd; alleen moet nu nog een formeel besluit genomen v/orden. Dean is gezegd, dat indertijd aan de Mo er straatschebaa.il eigen machtig een stukje grond is aangekocht. Spreker wil er den Raad aan herinneren, dat, toen er nijpende werkeloosheid was, hem met alge meene stemmen is opgedragen onmiddellijk daarin te voorzien en hij meende dat het vanzelf sprekend wasdat men niet voor elk werk, dat men onder handen neemt den Ro,ad bij elkaar kan laten komen. Trouwens er is geen enkel werk onder handen genomen, waarover de Raad niet vooraf was geraadpleegd. De verbreeding van dat godeclto van de Moerstraatschebaan heeft reeds eerder een punt van overwe ging uitgemaakt. Daarom heeft hij geen oogenblik geaarzeld en op voorzichtige wijze stappen gedaan tot aankoop van hex stukje grond. Er moeèt ook spoedig een beslissing worden genomen, wijl de eigenaar den grond wilde gaan bebouwen. Het is gemald.ee lijk om na, te praten, maar men heeft in de eerste plaats te vragen of hex een nuttig werk is geweest. Nog heeft de heer Juten gezegd, dat er aan het abattoir een°put is geslagen, waarvan de Raad niets wist. Waarschijnlijk heeft de hoer Juten dan de stukken niet goed nagekeken, want daarin komt het slaan van e en put voor watervoorziening voor. j.oon bleek, dat het water bij diepere boring geschikt zou zijn voer allo gebruik is men dieper gaan boren. Het doet spreker genoegen te kunnen mede- deelen, dat de boringen op het terrein van het abattoir schitterende resultaten hebben opgeleverd en zeer waarschijnlijk water voor allo doeleinden uit de welput kan v/orden opgepompt. Spreker geloofx hier mede in overleg met de Commissie van Openbare Herken, con do,ad ge steld te hebben in hex belang van de Gemeente. Spreker wil verder nog even antwoorden op hetgeen or gezegd is over het weren van den ingenieur van het abattoir. Toen do ingenieur in dienst trad. waren de plannen van het abattoir reeas zoo goed als klaar. Tot'heden hebben er zich nog geen moeilijkheden voorge-

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1926 | | pagina 43