6.
tafel echter tot andere inzichten gekomen en zal dus vóór het voor
stel stemmen. Spreker verklaart zich een tegenstander van het drie
ploegenstelsel
De heer BEGEERS zegt geen voorstander van een kostebare kalksteen
filter te zijn, doch spreker zag graag dat de methode om door ver-
sporiïng het water to ontij zeren, in de Commissie voor de Bedrijven
werd besproken.
D-0 lieer LATJRET zal voor het voorstel van Burgemeester en Wethou
ders stemmen. De heer Juten verwaarloost óón factor n.l. dat door
het aanboren der 8e bron do agressiviteit van het water verminderd
wordt en de buizen dus niet meer zoo worden aangetast.
Spreker is een voorstander van watermeters; voor kleine bedrijven
en arbeidersgezinnen acht hij ze echter uit den booze.
Wethouder ASSELBERGS zegt zich misschien onduidelijk te hebben
uitgedrukt, voorwat betreft de cijfers van den heer Juten. Voor zoo
ver zulks noodig is, verklaart spreker dat hij de juistheid van de
cijfers van den heer Juten niet heeft aangetast; alleen heeft hij
er aanmerking op gemaakt,, dat de heer Juten bij zijn redeneering te
veel van het standpunt uitging, dat do bronnen nog dezelfde capa
citeit hebben als b.v. voor 15 jaar
De heer Vricns meende, dat men beter had gedaan de buizen op te
breken en uit te kloppen. Men wist echter niet waar de buizen ver
stopt waren; men zou dus de goheele leiding hebben moeten opbreken,
wat uiteraard ondoenlijk zou zijn geweest. Ook is door den heer
Vriens nog het vermoeden uitgesproken, Gat do buizen, die inwendig
nu niet meer beschermd zijn, toch door het water zouden worden aan
getast. Spreker zegt, dat volkomen ijzervrij water, met oen hard
heid van 6 a 7 Duitsche graden, de buizen geheel niet aantast.
Het drie ploegenstelsel acht spreker te bezwaarlijk. Men moet in
ieder geval een vakman (machinist) en bij stoker hebben. Dat een bron
door rust verzandt is wellicht mogelijk, doch spreker heeft persoon
lijk de ervaring opgedaan, dat, wanneer men te voel van een bron
vergt, men nog verder van huis is. Het water wordt naar boven ge
voerd door middel ban injectie met samengeperste lucht; bij een te
groote zuiging ontstaat een luchtledig en de aardwand drukt de fil
ter ineen. Spreker heeft zulks in zijn eigen bedrijf ervaren; hij
dacht het, tegen het advies van een deskundige in, beter te weten
en het resultaat was, dat hij een nieuwe bron moest doen slaan.
Dat de opmerking van den heer Beckers betreft: "Janneer het water
de Mondaf verlaat, is ijzer slechts bij sporem waarneembaar. Ver
stuiving van het water is dus niet noodig; de agressiviteit zou er
ook niet door verminderen.
De VOORZITTER moet zich houden aan den 'officioele deskundige, n.l.
het Rijksbureau voor de drinkwaterleiding. Intusschen heeft wethou
der Asselbergs zich hier in den Raad eveneens a.ls een deskundige
ontpopt en heeft hij duidelijk aangegeven, welk gevaar er in schuilt
de bronnen over te belasten. De hoofdfout wn den heer Juten is,dat
hij de 8e bron alleen beschouwt uit een oogpunt van reserve; doch
de 8e bron heeft tweeërlei taak: het scheppen van reserve en het
minder agressief maken van het water.
De heer KIESE vraagt of het waar is, dat dit voorstel verband
houdt mot een defect, dat er aan een der bronnen zou zijn.
De VOORZITTER en wethouder ASSELBERGS verklaren dat hun van een
defect van een der bronnen nooit iets is gebleken.
De heer A.VRIEHS vraagt hoe de gang van zaken is bij de aen bos te-
ding van de te verrichten werken.
De VOORZITTER stelt zich voor, dat de aanbesteding op dezelfde
wijze zal plaats hebben als voor de 7e bron, n.l. in overleg met het
Rijksbureau voor do ^drinkwaterleiding, dat de voorwaarden enz. op
maakt. Eenige firma s die een goede reputatie hebben op dit gebied
worden aangeschreven, en de gunning heeft plaats wederom in overleg
met het Rijksbureau.
De Voorzitter brengt het voorstel van Burgemeester en V/ethouders
thans in stemming.
Voor stemden de heeren: Daverveldt, Lauret, Beckers, J.Vriens,
Verlinden, Dalder, van Kaam, Boschman, Scheffelaar, J.C .Cf.Asselbergs
en Mevr. Éoldermans-Gerritsen
Tegen stemden de heeren Verbiest. A.Vriens, Juten en Kiepc.
Het voorstel van Burgemeester en Wethouders, Verzameling 1926,
nr.32, is dus met 11-4 stemmen aangenomen.