4
Inderdaad zijn er, zooals door den heer Beckers is opgemerkt, ver
schillende andere methoden om het water te ontijzeren, n.ï. door
middel van verstuiving en door een kalksteenfilter. De thans voor
gestelde oplossing moet echter momenteel als de beste en minst
kostbare worden aanbevolen.
De heer KIEBE komt ter vergadering.
De VOORZATTER zegtdat het hem door wethouder Asselbergs, den
vroegeren Voorzitter' van de Commissie voor de bedrijven, zeer ge
makkelijk is gemaakt. Doch dat ontslaat spreker niet om ook zijner-
zijas de naar voren gebrachte bezwaren te v/eerleggen# De opmerkingen
inzake het ontijzeren van het water, het schoonboren der leidingen,
de voor en nadeelen der v/aters, zijn door Vethouder Asselbergs reeds
voldoende beantwoord. Alleen de vraag, waarom' de 7e bron nog niet
m gebruik is genomen, wil spreker behandelen.
In paragraaf 7sub 3 van het Rapport van het Rijksbureau der
drinkwaterleiding, wordt het antwoord op deze vraag gegeven# Door
menging van het thans te zachte water met een voldoende hoeveelheid
hard water moet water van de vereischte samenstelling 'worden ver
kregen. De 7e en de 8e bron zijn noodig om hét water de verQichto
matige hardheid te geven. Hieruit blijkt v/eldat het weinig ro—
sultaat zou hebben opgeleverd, indien de 7e bron bereids in gebruik
genomen was.
Behalve om de vereischte hardheid te verkrijgén, zijn de 7e en 8e
bron tevens noodig als reserve voor het bedrijf. Spreker zou niet
gaarne op een heeten zomerdag in den Raad verschijnen, wanneer som
mige gedeelten der stad van water verstoken waren. Men moet trach
ten het bedrijf een behoorlijke bedrijfszekerheid te verschaffen.
De cijfers door den heer Juten naar vorengebracht, zouden sommige
leden in den waan kunnen doen verkoeren, dat de productie voldoende
wasdoch zulks is juist niet het geval. Men mag voor een bedrijf
als da.t der waterleiding niet als basis nemen het gemiddelde ge
bruik per week, berekend naar gegevens over 20 weken, en nog wel
die, waarin het waterverbruik niet hoog is. Men moet rekening hou
den met buitengewoon warme dagen, met bevollcingsaanwas en nog an
dere niet te voorziene factoren. Spreker illustreert de onvoldoende
capaciteit met de volgende cijfers.
13-20 Juni 1920 verbruik 8335 M3
8-15 Juli 1923 13590 M3
5-13 Aug. 1923 n 10000 M3
19-26 Juli 1925 13117 M3
Voor wat de toename van het waterverbruik betreft geeft sproker
het volgende statistiekje.
1902 verbruik (per jaar) 103087 M3
1915 331000 M3
1925 ,r 524648 M3
Dit laatste cijfer wijst dus op een gemiddeld verbruik van
10000 M per week, doch men houde in het oog, da.t soms minder, maar
soms ook meer b.v. 13000 M^ per week verbruikt wordt
De 8e bron is noodig èn om het water voldoende hardheid te kunnen
geven en voor bedrijfszekerheid.
Voor wat de bedrijfszekerheid betreft, wil spreker nog opmerken,
dat de Directeur der bedrijven van meening is, dat de bronnen,
waaronder er zijn, die reeds 25 jaar volop zijn belast, onder d©
latente bedreiging staan, te zullen verzanden. Togen dergelijke ri
sico s moet de gemeente zich wapenen. De Commissie voor de bedrij
ven, de'Gezondheidscommissie, het Rijksbureau voor de drinkwater
leiding, de Directeur der Gemeentebedrij ven, allen zijn van meening,
dat aanboring der 8e bron noodzakelijk is. Het is best mogelijk,dat
wanneer er geen 8e bron wordt aangeboord, de waterleiding over 3 of
4 je.ar nog goed functioneert, maar het kan ook best zijn van niet.
Het gemeentebestuur mag dat risico niet op zich nemen.
Spreker is geen deskundige, maar hij heeft geluisterd naar de ar
gumenten, die door deskundigen naar voren zijn gebracht en hij is t'ot
de overtuiging gekomen, dat aanboring eener 8e bron noodzakelijk is.
De questie der watermeters moet nader onder oogen worden gezien.
Spreker zal den directeur der Gemeentebedrijven om een rapport vra
gen en dit in de Commissie voor de Gemeentebedrijven ter sprake
bre ngen.
Ten slotte verklaart spreker zich geen voorstander van het 3 ploe-