Mijn cijfers zijn nu gebaseerd op een termijn van twintig weken,
waarvan de officieele cijfers in mijn bezit zijn, zij' loopen tot en
met de week van 8 Mei 1926 en beginnen 1 Januari 1926,
an de zijde der directie wordt o.a. ook naar voren gebracht, dat
vijf bronnen het wel eens konden begeven, een opmerking door'
geen enkel bewijs gestaafd; de andere kunnen het ook wel bepeven.
Er zijn deskundigen, die van meening zijn, dat het steeds in wer
king zijn van de bronnen, de beste methode is om steeds en regelma
tig water te hebben en het voorkomt juist dat een bron droog wordt.
Het in rust brengen zal juist de bron eerder doen verzanden en ton
der water naar boven .oen brengen en de bron zal het tenslotte be
geven.
Ten slotte, Mijnheer de Voorzitter, zou ook bij plotselinge toe
name van het gebruik het drieploegenstelsel ingevoerd kunnen worden,
waardoor de capaciteit verhoogd zou kunnen worden»
Ik meen dus thans voldoende te hebben aangetoond, dat de zes in
werking zijnde bronnen voldoende zijn om in de behoefte te voorzien.
En voor wat betreft de hardheid van het water, daarover is een
deskundig rapport verschenen; om dit in orde te brengen en het tegen
woordige water te verzachten, dient de zevende bron die plm. 7000
gulden heeft gekost en die nu reeds een jaar werkeloos en renteloos
ligt, die nog geen druppel water heeft opgebracht.
Het v/ater van de 7e bron moet dus dienen om het v/ater minder hard,
dus zachter te maken, waardoor wordt tegengegaan het dichtroesten
der buisleiding, volgens deskundigen.
Wanneer we dus deze zevende bron. die reeds een jaar geleden is
geslagen, full speed laten werken en de andere iets minder laten ge
ven, dan krijgen we volop water om aan elke behoefte te voldoen en
zal de menging van dien aard zijn dat, zooals de deskundigen bewe
ren, het aanzetten der buizen niet meer zal plaats hebben.
Heel mijn betoog, Mijnheer de Voorzitter, aangevuld met een aantal
officieele gegevens, zal v/eer wel geen onmiddellijk resultaat op
leveren, dat ben ik al gewoon, zegt spreker.
Ik maak alleen geschiedenis, die mij meestal in het gelijk stelt.
Ik ben voor bezuiniging, dat komt in deze vergadering vaak genoeg
naar voren, ik ben overtuigd dat een achtste bron thans overdreven
is en beschou?/ ze dus als onnoodig.
Ik ben overtuigd dat er sterk bezuinigd moet worden en dat de
lasten omlaag moeten.
Zoover ik thans het bestuursbeleid van den Voorzitter kan beoor-
deelen zal die ze eerder doen opdrijven in plaats van ze degelij
ker te maken.
De heer A.VRIEHS is het met het betoog van den heer Juten eens', en
zal ook het voorstel niet steunen. In Juni 1924 is besloten tot het
aanboren eener 7e bron, vermoedelijk is ze ook nog in dat jaar ge
maakt; thans,dus 2 jaar nadien, is ze nog niet in gebruik. Dit be
wijst dat de 8e bron zeker niet zoo noodzakelijk is, als Burgemees
ter en Wethouders doen voorkomen. Spreker wijst er op, dat inder
tijd op deskundig advies is begonnen de leidingen schoon te maken.
De resultaten zijn niet schitterend te noemen en de proef zal blij
ken aan de gemeente geld te kostén. Men heeft ook de geasphalteerde
laag uit de leidingen v/eggeboord, waardoor deze binnen afzienbaren
tijd versleten zullen zijn. Wordt nu een 8e bron aangeboord, dan zal
het water misschien nog slecht blijven, wijl de leidingen niet meer
deugen. In verband hiermede, in verband met het feit, dat de 7e
bron thans nog niet in gebruik is genomen, mede aan de hand van de
door den heer Juten verstrekte gegevens, waaruit blijkt, dat de ca
paciteit nog voldoende is, acht spreker het voorbarig thans reeds
de aanboring eener 8e bron ter hand te nemen.
De heer VERBIEST is het eens met de beide vorige sprekers en ves
tigt er de aandacht op, dat het v/aterverbruik zal worden beperkt
door het plaatsen van watermeters. Honderden meters water Y/orden
thans verspild; het noodeloos en verkwistend gebruik van water zal
ophouden, indien er overal meters worden geplaatst. Spreker zal
gaarne het bedrag, dat thans door Burgemeester en Y/ethouders ge
vraagd v/ordt, voteeren voor den aankoop van watermeters.
De heer Y/ALDER zegt, dat het water volgens deskundigen van zeer
goede kwaliteit is. Spreker heeft indertijd gesteld voor de aanbo
ring eener 7e bron en het frappeert hem, dat deze thans nog niet in