kunnen blazen 06,1,929 bewerin£ zal de heer Wal dér moeilijk
7.
want volgens abt.143 van de Grondwetstaat niet hij,naar de Baad
aan net noord der Gemeente. Om uiting te geven aan mijn Veront
waardiging tègétiover zijn onverantwóördelijk, eigengerechtigd op
treden,heb ik de eer de volgende motie in te dienen.
"Be Baad der GöMöënte Bergen op Zöön,in openbare vergadering
"bijeen op Vrijdag 28 Mei 1926;
"Gehoord de besprekingen inzake dé kwestie de Groot;
Gezien dé uitspraak van de meerderheid en de minderheid van het
"gemeentelijk scheidsgerecht;
"Gezien het vrijsprekend vonnis van de rechtbank van Breda;
"Overwegende het gebrek aan samenwerking tusschen den Burgemees-
"ter en den Baad;
"Gessien de Maatregelen,successievelijk door den Burgemeester op
eigen initiatiefzonder machtiging of zelfs maar raadpleging
"van den Baad,genomen; 6
«Spreekt zijtt ernstige afkeuring uit over de handelwijze van den
^2g2aees2&£.Jin dezen en gaat over tot de orde van den dag."
r+ 5s tegen het gesprokene door den heer
Si 4*J?x Ï58L?® motl®i ^-3, iid d9£ Commissie ad hoc is hem geen
te kort is éschot^8^111 lykt'dat Burgemeester in zijn plicht
hf®r^-AN AS méént, dat de heer Beckers zich vergist en den
heer Waldat verkeerd verstaan heeft.
Pe.heer P?PE vraagt of het Vbnnis van de Rechtbank te Breda
en dat van het gerechtshof te den Bosch van invloed zal zijn op
de beslissing van de Kroon. y
^OOBZITTER heeft ciet stijgende verbazing en verwondering de
v^iJ^i?65-heer ï^der- aanS^oord. Het zoh spreker niet mofilijk
sSen tS P*111^1?? e?Q bos van de lieflijksdie benamingen
SS? 3JÏ vïi f!l EiS0naard^g is de vraag van den heer Walder om
hS bI?ol3 d^ Stige V9^laï<iag te ontvangen over
zaL de r?oo? ?n3!3f°^1Si9r, v811 Justitie tegen het vonnis in de
de3e JïbÏÏ 2fï?ï 1 SpSk!r 1°*^* niet,dat de heer Walder
w3o3d!n 3L 5!ï a9r toch geen 6®l0°f hecht aan sprekers
WAa'vl.SJïSl* V°rigf V9rgad0ringen heeft de heer Walder,
Groot 0?n gaf van een gesprek net Mevrouw de
sprei-af ai?v«/»Ï nl©t". Het zou bespottelijk zijn,indien
iem»w? dfï 2 öen "rondborstige" verklaring geeft aan
geloovén kennen heeft gegeven, zijn woorden toch niet te
zii/ïLS? ,ZQlf h®trePt»h®t volgende: Spreker zou zich - op
ben i f? 22 2 aJtgedrakt inzake de aangelegenheid de Groot heb-
aan w leiden door overwegingen ontleend aan iets anders dan
ove?23n3f! aaagaf\ dat,wanneer de Raad een besluit nam,dat niet
den Bu?™5f\ 2e2 inzlcht van het Dagelijksch Bestuur of van
Baad zot" 5f!!2< uDagelyksch Bestuur of de Burgemeester den
SBtipathiaSïi??' Z1C3 persoonlijke belangen, sympathieën of
gemeen t eb ei ®weeSrfden®n liggende buiten het
Toen £2 2 g' hebben laten leiden?
handhaven, heeft°L?LFetrUari^h2^b2sluit nan on de Groot te
Baad gedacht 22 ^2P!L8 r-, ge2eg lk ben ervan overtuigd,dat de
Baad !2m!3nd ÏEft iTh^l*6,^ 'V®? d*t de
Dn Baart rtv. 1 j gemeentebelang te handelen."
voor de uitoeSfin2e.V2ra3tWO°r2!lykh9id voor hesluiten en
antwnnnrtoT^ g Van Zljn rechten.Ook spreker draagt de ver-
Sch?2n !i 3,?id voor4.zyn d8daa 98 voor de uitoefening van Sn
recht he^bii 32fi?2i0S72r;En preker laat zi°h niet ontnemen het
van déeMRnaX Sfl -3®r &ene0ntewet toegekend,om besluiten
belang te 2ew strydig acht met de wet of met het algemeen
Snnnkov. 2^2 2 en &an de Kroon ter beslissing voor te leggen.
van een ho n ^f®g2 2an iedereen het recht,om hem bij het nemen
redenen f2 31 stellen van een daad,onteerende beweeg-
hem niet 22 schrijven.Spreker haat de Groot niet. Spreker kent
onder imri30|r 13 &aen sprake van,dat spreker gehandeld heeft
Het i« v Van een aanVaL °P g0z«g-
niet He ?22 Z??n Qieaand mogelijk - ook voor den heer Walder
van een bec.ii-.ff 0 r°erselen,die iemand tot het al of niet nemen
si uit aanzetten, te kennen Spreker heeft oók den eed