22.
over do houding, it elke door do ambtenaren is aangotionon wanneer hun
oen aanmaning of dwangbevel werd uitgereikt. Sprekor heeft vorige
vergadering reeds aangetoond, dat er ten aanzien van een der ambte
naren een onjuistheid in het Rapport stond,daar deze zijn belasting
had betaald voor den termijn in het Rapport gemeld.
Naar aanleiding Van do modedeelihg van de Commissie,heeft spreker
don heer van der Veen gezegd: schrijf eens neer wat U in deze te
verklaren hoeft. Dit hoeft de hoer van der Veen gedaan en zijn ver
klaring luidt als volgt:
"Aan de ambtenaren in dionst der gemeente,in het Rapport genoemd,
zijn waarschuwingen en aanmaningen uitgereikt en dwangbevelen be-
teekend.Bij de boteekening van het dwangbevel aan elk hunner beriop
men or zich op,dat ook hooge ambtenaren niet bot aalden.Er werd niet
ironisch gejuicht,maar eenvoudig gelachen,hetgeen de meeste monschen
doen die een dwangbevel ontvangen en het om de een of andere reden
(versloffing of anderszins) zoover hebben laten komen. Het dwang
bevel moest dan ook niet alleen aan de ambtenaren worden beteekend;
het werd ook beteekendjaar op jaar, aan de'imtabeiste ingezetenen,di e
dan bij de beteokening hartelijk lachten en zeiden: Nu moet ik wel
do kosten van het exploit betalen,maar ik verdien een flinke rente
doof de verschuldigde belasting zoo lang vast te houden."
De verklaring heeft van der Veen met zijn naam ondorteokend
Spreker gelooft dat mon wel voldoende heeft aan deze verklaring en
dat de heer van der VeG'n niet meer mondeling behoeft te worden ge
hoord.Ook heeft de heer, van der Veen nog verklaard dat aan van Liempt
dwangbevelen zijn bet eekenddoch nooit aan ddn heer Verlinden.
De hoor VAN AS zogt,^dat het een kwestie van woorden is. De Com
missie kon z.i. moeilijk aan den hoer van dor Veen gaan vragen,hoe
ze dien zin moest redigeeren. De Commissie hoeft de verklaring neer
gezet, zooals zo deze uit den mónd van den heer van der Veen hoorde*
Spreker ziet echter niet in dat de voorgelesen verklaring de zaak
iets verzwaktSpreker zal geen motie over deze kwestie indienen,
maar hot doet hem toch genoegen er even hot woord over te hebben
kunnen voeren.Door den Voorzitter is opgemerkt dat hij de kwestie
betreffende een ambtenaar heeft rechtgezetdoch dat is volgens
spreker niet waar. Spreker wil den Voorzitter bijvallen en aannemen
dat het oirbaar is, dat eon ambtenaar een dwangbevelzelf s viermaal
oen aanmaning krijgt.
De heer A.VRIENS is van meening, dat het lachen bij het ontvangen
van een dwangbevel geen uiting is van zenuwachtigheid .Wanneer ge
lachen wordt onder de uiting dat de hoogere ambtenaren ook niet be
talen, beschouwt spreker dat als iets ongehoords.
De heer WALDER constateert dat het op het stadhuis bekend was
dat noch de secretaris, noch de heer Vorlinden belasting betaalden.
De VOORZITTER zegt niets anders gedaan te hebben dan do schrif
telijke verklaring van don heer van der Veen voor te lezen en dat
hom nu door den hoer van As in de schoenen geschoven wordt,dat hij
het niet betalen van belasting oirbaar en toelaatbaar acht.Spreker
heelt m genen doela iets gezegd, dat op oirbaar of toelaatbaar
achten van een dergelijke handeling wijst.Omdat do heer van As den
hoer van der Veen in dezo vergadering wilde laten getuigenhoeft hij
alleen de verklaring van don heer van der Veen voorgelezen, zonder
verder commentaar.
De heer VAN AS vraagt alleen of een dergelijke houding van amb
tenaren dan geen afkeuring verdient.
Do VOORZITTER merkt op dat men weet dat hij op hot standpunt
staat, dat hot niet betalen van belasting een particuliere aangelegen
heid is, die noch van oen lid vnn den Raad, noch van eon Wethouder of
en Burgemeester,noch van een ambtenaar in den Raad ter sprake mag
oi kan komen.Alleen dan is het een zaak welke in don Raad ter sprake
mag komen, wanne er een bestuurder of een ambtenaar zijn ambt mis-
ruikt om op onrechtmatige wijze aan do betaling van belasting te
ontkomen.
De hoer WALDER vraagt naar aanleiding van de medodoeling dat aan
0ü. °or Vorlinden geen dwangbevelen beteekend zijn,of hem ook aan
maningen zijn gestuurd.
gokrogen°hoeft^ zo& vorklarihg te hebben gegeven zooals hij ze