i n UVJ'.n a "iO-.il £sa v ao v i, x AC .if. no mo a e ~:v:x. I, i x ;r.v 1 t X :w:i s a I ~.k ■roc; J ti vv :s;j u o a 0;;m ,0 0 g i hjSJlon t: ;;0 a. -no or o Vox a no re :SU\ -j;l -'-<ü ju in o i; ri;-- v no nr.!.;. Jun'Ou or r no a u. lorrm r "t to a 7 J: no roc rob ,f Our. a, or vi :i rui. ri; rv; :r o j r;: of. n n it nox o '...- 1 i r r:.;r "r; no Ai? n; 'O- or A. Lic in .00 ;.r r; .j;Uf;r. •jo 0' c, L 11. leeningen der Gemeente,aan de Commissie is daar niets van geile ken» Zij zou dus deze opmerkingen als onjuist willen qualificeeren En omdat het lestaan dezer rekening-courant door deze Bank in bevestigd/strijd is met artt.44 en 194 der G-emeentewet ,is de Com missie van oordeel,dat de uitletaling,die door Burgemeester en Wethouders van heden in 1925 is geschied aan de Amsterdamsche Bank,ook onwettig is en zij stelt daarom de volgende motie voor: De Baad van Bergen op Zoom,op 12 Maart 1926 in openlare verga dering lijeen; gehoord de besprekingen in verland met de uitgebrachte rapporten "over de gepleegde malversaties; overtuigd van het bestaan van rekeningen-courant in Maart 1925 "lij de Amsterdamsche Bank te Amsterdam; lij de firma Kerckhoven "en Co. en Mees en Zoonen tot een gezamenlijk bedrag van "f.62970.46 waarvan de Baadsle sluit en en ook de goedkeuring van "Gedeputeerde Staten ontbreken en waardoor dus in strijd is ge- "handeld met art. 22 en 194 der Gemeentewet; van meening,dat het tegenwoordige Dagelijlcsch Bestuur in strijd "heeft gehandeld met de voorschriften der/Gemeentewet betreffende "de uitbetaling daarvan; van meening (Jat Burgemeester en Wethouders wegens art. 226 der "Gemeentewet voor de schado,daardoor ontstaahaansprakolijk dienen "te worden gesteld; spreekt zijne afkeuring uit,dat Burgemeester en Wothoudors van "heden hot bedrag van f.62970.46 onrechtmatig hebben uitbetaald "aan do meergenoemde Banken; en gaat over tot de orde van den dag." Zijnerzijds behoeft spreker aan deze motie niets toe te voegen. Het Rapport der Commissie is op dit punt zeerjduidelijk; het schrijven van de Amst erd arische Bank bevestigt' de zienswijze van de Commissie en bovendien bevestigt ook hét Rapport der accountants deze zienswij ze.Wanneer men even naslaat pagina 57 van dit Bapport zal dat duidelijk worden.Daar staat o.a.:"Het Gemeentebestuur schijnt het onbekend te zijn geweest,dat er bij diverse Banken een groote schuld bestond." De ontvanger verzuimde te remitteerenzeggen de accountants en wij vullen daarbij aan: de ontvanger kon niet remitteerenwant in 1920 had hij reeds een groot kastekort. De Amsterdamsche Bank heeft dus willens en wetens of niet wil lens en wetens aan dese fraude meegewerktZij had daarvoor duchtig gestraft moeten worden. Waar de bestaande rekeningen door den vroegeren Baad niet waren aangegaan en het College van Gedeputeerde Staten ze dus ook niet heeft kunnen goedkeurenwas het niet aan dit College van Burge meester en Wethouders de betalingen te doen,zonder nadere goed keuring van dezen Raad; de betalingen zijn dus onrechtmatig. De Amstordamsche Bank had gedwongen moeten worden zelf den achterstand der rekening-courant op den ex-ontvanger te verhalen. Die had dan de Meulemeestor kunnen uitklooden en de Gemeenteraad was voor deze schande gespaard gebleven. De VOORZITTER wil'jden heer Juten, die hier wel zit met zijn on schendbaarheid als Raadslid,waarschuwen om dergelijke beschuldigin gen te richten tot een Bank,die misschien een der meest soliede in den lande is.De heer Juten doet het voo rkomenalsof de Amsterd am sche Bank zou medegewerkt hebben aan fraude.En spreker zou,als hij directeur dezer Bank was,den heer Juten versoeken deze beschuldi gingen te herhalen buiten deze vergadering. De heer JUTEN is van meening dat de bewijzen,die de Commissie gevonden heeftrechtvaardigen wat hij gezegd heeft. De heer WALDER wil een enkel woord zeggen over het schrijven van de Amsterdamsche Bank,waaruit overduidelijk blijkt,dat het Gemeentebestuur uit die dagen van den achterstand des ontvangers afwist.Verschillende malen heeft de ex-ontvanger bericht gekregen van de Amsterdamsche Bank.Het hielp echter niets.De Amsterdamsche Banlc wendde zich daarom tot het Dagelijksch Bestuur met een schrij ven,dat spreker wil voorlezen. Toen dat schrijven bij Burgemeester en Jethouders inkwam,hadden deze tot de conclusie mooten komen, dat C' U i: i 'J 0 SO 1.: ,1 u i.:: O!' o: o.-. V J' 0 1J aouo O ij i v'.i.. I/' OM.'O. fi O O h r iv J... o j •j '1; .1-V/ ;.t .-(Q j t. U.i ;i00 0: it '.O -X. 0 0.: .0..

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1926 | | pagina 88